Het belang van de Nineveh-expositie in het RMO

Ivoortje met een Egyptische sfinx, afkomstig uit Assyrië (Archeologisch museum van Bagdad)

Een paar weken geleden kreeg ik een mailtje dat me nogal verbaasde. Ik kreeg het verwijt dat ik veel aandacht besteedde aan de Nineveh-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden. Dat ging ten koste van de aandacht die ik behoorde te besteden aan Griekenland en Rome.

Ik kan daarop natuurlijk antwoorden dat als iemand wil dat er meer wordt geblogd over de klassieke Oudheid, het hem of haar vrijstaat zelf elke dag een blogstukje te schrijven. (“Ik hoop dat hij zijn pols verrekt,” zoals Gerrit Komrij in een soortgelijke situatie opmerkte.) Ik kan ook antwoorden dat je pas kwaliteitseisen kunt stellen aan mijn werk als ik een verplichting zou zijn aangegaan tegenover een subsidiegever, maar ik ben zo vrij te denken dat die subsidiegever wel tevreden zou zijn. Als iemand namelijk zou vaststellen wat in 2017 de belangrijkste te beschrijven oudheidkundige onderwerpen waren, scoorde de Nineveh-expositie hoog. En eigenlijk precies om de reden die mijn correspondent aangaf: omdat het niet gaat over Griekenland en Rome.

Ik heb het vaker geschreven: er was ooit een sjabloon waarin de oud-Oosterse culturen golden als wreed, religieus en despotisch, terwijl Griekenland gold als humaan, rationeel en democratisch. Dat sjabloon is al heel lang geleden weerlegd in boeken met programmatische titels als The Greeks and the Irrational en in publicaties over het ontstaan van de empirische wetenschap in Babylonië. Desondanks zijn er nog wel mensen die het sjabloon uitdragen en de trieste waarheid is dat het idee van een “clash of civilizations” eind twintigste eeuw door Samuel Huntington opnieuw op de agenda is geplaatst. Het sjabloon beïnvloedde de Amerikaanse neocons die hun land in de onzalige oorlog met Irak stortten.

Niet dat we géén aandacht aan Griekenland en Rome moeten besteden. Ik schrijf er dan ook regelmatig over. Weinig is zo mooi als HomerosIlias of het Pantheon in Rome. De lijst museumvoorwerpen legt de nadruk op de Griekse en Romeinse kunst. Het is dus niet dat ik tegen Griekenland en Rome ben, maar ik ben wel tegen het sjabloon dat hun uitzonderlijk belang geeft. De tentoonstelling over Nineveh toont waarom het Nabije Oosten gewoon uit zichzelf interessant is en niet slechts in de geschiedenisboekjes hoeft te figureren als een soort duistere periode waaraan de mensheid zich onttrok dankzij een Grieks wonder. Dat alleen al maakt de Nineveh-expositie de moeite meer dan waard.

Maar er is meer.

Assyrië, Babylonië, Syrië, Anatolië en in mindere mate ook Egypte maken niet alleen deel uit van een te lang genegeerde cultuur; het is ook een cultuur die actief is vernietigd. Dat begon al voor de plundering van het museum in Bagdad. Talloze verzamelaars in West-Europa, Russische miljonairs, Golfstaat-sjeiks en Amerikaanse christelijke collectioneurs hebben geplunderde voorwerpen gekocht, de prijs voor oudheden opgedreven en plundering nog aantrekkelijker gemaakt. De verwoesting van het erfgoed in noordelijk Irak is bij dit misdrijf slechts de laatste fase geweest.

De Nineveh-expositie besteedt daaraan weinig aandacht omdat men de zogenaamd Islamitische Staat geen platform wil bieden. Het museum besteedt des te meer aandacht aan de zorg voor het erfgoed. Ik heb weleens geblogd over het gebruik van 3D-printers om verloren voorwerpen een soort tweede leven te geven. Ieder zal in de Nineveh-expositie een ander zwaartepunt leggen, maar voor mij was het de zaal over de erfgoedzorg. Als die faalt, valt eigenlijk de hele culturele sector weg.

En dat brengt me op een laatste punt, dat misschien wat triviaal oogt na het voorafgaande. Museumtijdschrift organiseert momenteel een verkiezing van uw favoriete tentoonstelling in 2017. Ik vind dat soort verkiezingen kinderachtig en getuigen van een ontluisterend gebrek aan redactionele ambitie. Sterker nog, doordat zulke wedstrijden de aandacht vestigen op exposities die allang aandacht hebben gehad – en ja, ik ben guilty as charged – doen ze andere, vaak kleinere tentoonstellingen in andere musea tekort. Analoog aan de prijzencircussen van de boekhandel doen dit soort wedstrijden onze cultuur verschralen.

Ik zou er normaal gesproken dus geen aandacht aan hebben besteed. Of ik zou de fiolen van mijn toorn erover hebben uitgegoten. Maar vandaag nodig ik u toch uit om te stemmen op de Nineveh-expositie. Zonder de andere tentoonstellingen tekort te willen doen: de tentoonstelling in het RMO toont waarom erfgoedzorg belangrijk is. En zonder die zorg zouden die andere exposities überhaupt ondenkbaar zijn.

Naschrift 20 april

Het RMO heeft zijn museumprijs gewonnen.

Deel dit:

15 gedachtes over “Het belang van de Nineveh-expositie in het RMO

    1. Ach, ik beantwoord ook vragen. Het kan geen kwaad rekening te houden met wat mensen verwachten. Al is het maar om aan te geven dat ze verkeerde dingen verwachten en een gelegenheid te hebben om Gerrit Komrij te citeren.

  1. Ik raadde de tentoonstelling aan aan iemand die juist in het omgekeerde sjabloon gelooft, nl. dat alle beschaving, verlichting en kennis uit het Oosten komen terwijl het Westen duister, dom en decadent was. Na het bezoek moest hij toegeven dat hij wel erg veel bloedvergieten, plunderingen, massadeportaties, verwoesting van steden en slavernij had gezien. Met als hoogtepunt (of zo je wilt: dieptepunt) het ‘onthoofdingsfilmpje’ van koning Assurbanipal, die gezellig met zijn gade in de paleistuin zit, terwijl het afgehakte hoofd van koning Te-Umman van Elam in een boom hangt. Ook voor mensen van het ‘andere sjabloon’ is de tentoonstelling dus relevant en relativerend.

  2. Roger Van Bever

    … Ik kreeg het verwijt dat ik veel aandacht besteedde aan de Nineveh-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden. Dat ging ten koste van de aandacht die ik behoorde te besteden aan Griekenland en Rome…

    Dat snap ik niet van degenen die je dat verwijten, ik ben er juist zeer blij mee. In 2008 bezochten mijn vrouw en ik de tentoonstelling Babylon in het Pergamonmuseum in Berlijn. Bepakt als ezels verlieten (twee zware catalogi en nog wat andere boeken) we het gebouw, maar zeer onder de indruk van wat we gezien hadden. Het ergert mij altijd aan het cliché dat we alleen joods-christelijke wortels zouden hebben in onze cultuur. Ik zie mijn wortels meer als Grieks, Romeins, Egyptisch, Arabisch (jawel, en we kunnen dat uitleggen), en daarnaast is onze beschaving ook primair geworteld in het Nabije Oosten en niet voor een gering deel. Daar komen dan de christelijke en de joodse elementen overheen. Ik trap hiermee misschien een open deur in voor de deskundigen, maar ik wou het toch even kwijt!

    Mijn hart bloedt voor de slachtoffers van de huidige oorlogen in het hele Midden-Oosten, maar het is ook zeer bedroevend dat de wereld daar zijn eigen patrimonium verwoest.

    Ik vind de variatie in deze blog vooral zo interessant vanwege de variatie! En dat je pleit voor Niniveh vind ik volkomen terecht. Het enige kritiekpunt dat ik op grote tentoonstellingen heb, is dat het soms zo druk is dat het voor iemand die goed wil kijken niet meer prettig is.

  3. Daniël

    Gestemd.

    En wat een gezeur moet ik zeggen. We hebben allemaal wel onze favoriete beschavingen uit de geschiedenis.
    Maar bijna alles wat u schrijft vind ik enorm interessant.
    Het is doorgaans een genot en een uitstapje in mijn hoofd om uw nieuwste blog te mogen lezen als deze in de vroege ochtend bij mij in mijn postvak komt.

  4. jacob krekel

    Volgens mij ligt onze hoofdwortel in N.W. Europa, en zijn wij enorm verrijkt door allerlei invloeden uit andere delen van de wereld zoals Rome, Griekenland, het Midden Oosten…..Wij zijn gelukkig allang een multiculturele samenleving. Hoe breder de basis hoe steviger het gebouw dat er op staat. Het is niet zo moeilijk om ook vandaag nog verschillen te zien tussen ons deel van de wereld en andere delen daarvan. Voor historici een mooie opgave of je die kunt herleiden tot verschillen in het verleden. Vere Gordon Childe heeft dat wel eens geprobeerd, maar het moet beter kunnen.
    Ik had overigens dezelfde reactie als JL op de prijsvraag van het Museumtijdschrift, ook al omdat ik zelden in superlatieven denk. Als je zo’n prijsvraag uitschrijft is het interessanter dat de deelnemers uitleggen waarom ze een bepaalde tentoonstelling waardevol vinden, dan de uiteindelijke uitslag. Die is in wezen irrelevant.

    1. mnb0

      “Volgens mij ligt onze hoofdwortel in N.W. Europa.”
      Mwa. Dikke kans dat het grootste deel van uw (en mijn) voorouders van 2500 jaar geleden helemaal niet uit NW Europa kwam. Al die volksverhuizingen zijn gewoonweg niet te tellen.

  5. jacob krekel

    100.000 jaar geleden woonden ze bijna allemaal in Afrika, behalve de Neandertalers waar we van afstammen. Een miljard jaar geleden zwommen ze allemaal in zee. Maar cultureel heeft dat niet veel te betekenen.

  6. Robert van der Hall

    Wat een reactie mbt Grieken en Romeinen. Indien dit van een (echte) gymnasiast zou zijn, heeft hij/zij/het vroeger niet goed opgelet: de Griekse geestelijke ontwikkeling is in het nabije Oosten ontstaan, tw wat nu Turkije heet. Ok, ok, het waren dan wel Grieken……………………

  7. Wim Doesborgh

    Jona, ik ben op jouw aanbeveling de Nineveh-expo nog gaan bezoeken.
    Dank! Wat een prachtige collectie.
    Mij viel in deze tentoonstelling vooral op dat de menselijke behoefte om een ander volk, een andere cultuur tot op het laatste bot te willen uitroeien van alle tijden is. Het bijbels adagium om een vijand te willen (moeten?) straffen tot in de zoveelste generatie van zijn kinderen, dienstmaagden, ezels, klein wolvee en wat dies meer zij, is kennelijk iets van alle tijden en culturen. De gebroeders De Wit bijvoorbeeld moesten niet alleen dood, maar ook nog gevild, onteerd en nog veel meer. Schokkende ervaring dat deze duistere, diepe menselijke drijfveer al bij de oude Assyriërs leefde, zo leert de tentoonstelling, en eigenlijk nog tot op de dag van vandaag voortleeft (IS, Taliban).
    Hetzelfde geldt voor de verwoesting van oude culturen die onwelgevallig zijn. Verwoesten en elk spoor verdrijven. Waanzin, maar werkelijkheid. Zo is de expo in Leiden een mooie les in reflectie.
    Groet.

Reacties zijn gesloten.