Mobiele Romeinen: De ezel

Alleen iemand zonder hart houdt niet van ezels.

Het thema van de Romeinenweek, die vandaag ten einde komt, is mobiliteit en dat is een ongezochte gelegenheid om eens iets aardigs te zeggen over een boek dat al twee jaar op mijn bureau staat en waarover ik al heel lang iets aardigs wil zeggen. Het heet De ezel, het is gemaakt door Ruud Conens en Annet van Wiechen en het gaat, zoals u wellicht al vermoedde, over ezels. Een onderwerp waarover verschrikkelijk veel valt te zeggen. Honden mogen dan vrolijker zijn en katten grappiger, maar ezels zijn lief, trouw, taai, vriendelijk, nuttig, leuk en sterk. De ezel is de beste vriend van de mens.

Omdat er zo verschrikkelijk veel over valt te zeggen, hebben Conens en Van Wiechen zich moeten beperken. U zult dus weinig lezen over de biologische kant van de Equus africanus asinus en geheel niets over de verzorging van uw grijsje. De auteurs hebben het vooral over de manier waarop schrijvers en kunstenaars de afgelopen drie millennia naar ezels hebben gekeken. Zo krijgen we een bonte parade van citaten, kunstwerken en folklore. Een en ander is versierd met tientallen foto’s van ezels uit het Middellandse Zee-gebied, waar de dieren nog altijd een rol hebben in de landbouw.

En zo komen we tegen: wilde ezels als prooi van een koninklijke jacht uit Assyrië, een fabel van Aisopos die doet denken aan Multatuli’s Japanse steenhouwer, wijnbekers in de vorm van ezelkoppen, munten, Kleopatra’s bad in ezelinnenmelk, de muildieren in het Romeinse leger, dronken ezels in een Dionysos-processie, een Byzantijns mozaïek van een ezel die zijn berijder afwerpt. Uiteraard is er een hoofdstuk gewijd aan de Gouden Ezel, het geweldige verhaal van Apuleius van Madaura dat u moet lezen als u het nog niet gelezen heeft en moet herlezen als u het al wel kent.

Er is het mooie Romeins spreekwoord asinus portans mysteria: de ezel die in een processie het beeld van een godheid draagt en begint te denken dat de mensen voor hem knielen. Het gezegde is overigens dubbelzinniger dan het lijkt, want het kan worden omgekeerd: het zijn de harde werkers die het dichtst bij het mysterie komen.

De os en de ezel uit de kerststal passeren de revue, samen met het rijdier waarop de heilige familie naar Egypte vluchtte en de jonge ezel waarop Jezus Jeruzalem binnenreed. Ik moest lachen om een glazen beker waarop Christus nederig op zijn ezeltje zat, gespiegeld met een hoog te paard gezeten paus. Er zijn sprookjes en middeleeuwse legenden. Ezeltje-strekje. De ezelstraf, waarbij criminelen achterstevoren op een ezel moesten rondrijden, en het ezel-schandbord dat onhandige leerlingen moesten dragen als ze in de hoek werden gezet. Ruzies om de schaduw van een ezel. Musicerende ezels. Sprekende ezels. Koning Midas. Dick Trom. G.K. van het Reve.

Er zijn veel leuke observaties. De ezel hieronder fotografeerde ik een paar jaar geleden in de Romeinse villa van Nennig, waar een fenomenaal derde-eeuws mozaïek is te zien met scènes van een dierengevecht in de arena, misschien wel in het amfitheater van het nabijgelegen Trier.

Tijger en ezel

Een tijger in gevecht met een ezel: je zou zeggen dat daaraan niks valt toe te voegen, maar Conens en Van Wiechen tekenen aan dat het, gezien de horizontale strepen op de achterbenen, lijkt te gaan om een Noord-Afrikaanse Somalische wilde ezel en tonen zo dat de kunstenaar in de Moezelvallei wist wat hij deed. Mij was dat niet opgevallen en ik had ook nooit gezien dat het plaatje hierboven een vervolg heeft:

Leeuw met ezelskop

Na afloop van het dierengevecht, dat de tijger heeft gewonnen, ruimt een oude, ietwat sukkelige leeuw – ik moest denken aan Clarence – de resten van het dierengevecht op: onder zijn voorpoot heeft hij de kop van de arme ezel. Alleen al om dit soort details vind ik dit een heerlijk boek. En anders wel om de mooie citaten. Uiteraard kan ik Homeros niet weerstaan:

Zoals wanneer een koppige ezel langs het bouwland gaat en de jongens trotseert die knuppels stukslaan op zijn rug – hij gaat het diepe graanveld in en vreet het af; de jongens slaan hem met stokken, maar zwak is hun kracht; met moeite jagen ze hem van de akker als hij van voer is verzadigd – zo zaten toen de dappere Trojanen de grote Ajax op de hielen.

Het is een mer à boire. Conens en Van Wiechen zouden vermoedelijk zó een boek hebben kunnen maken dat eens zo omvangrijk was. Maar ook met een boek van 380 bladzijden zouden ze maar een fractie hebben kunnen vertellen. Waarom is er zoveel over ezels geschreven en waarom zijn ze zo vaak afgebeeld? Wat maakt de ezel aantrekkelijk? Ik denk dat de goede Cervantes het eigenlijk het mooiste heeft getoond. Als Sancho Panza het heeft over zijn Grauwtje, heeft hij het doorgaans over zichzelf: zoals de schildknaap geen aristocraat is maar wel een goede werker, zo is ook de ezel een eerlijk dier met eigen verdiensten.

De ezel, dat zijn we zelf. En dat is een compliment.

***

[Bij De ezel hoort deze website, waar het boek ook besteld kan worden]

Deel dit:

9 gedachtes over “Mobiele Romeinen: De ezel

  1. habus

    Geweldig boek inderdaad.

    Over mobiele romeinen en ezels: in Kalkriese (locatie van een militaire confrontatie tussen romeinen en germanen) zijn de resten van (muil)ezels gevonden. Uit isotopenonderzoek kwam naar voren dat sommige dieren meerdere malen de Alpen zijn overgestoken en dus een relatief lang leven hadden.

  2. M. Vasalis was getuige-deskundige in het Ezelsproces. Terwijl zij een mooi gedicht over een ezeltje geschreven heeft. Of misschien daarom juist…

  3. eduard

    “Ik was in mijn winkel, dacht aan niets, moe als een ezel.” uit De Perzen, Willem Frederik Hermans’ vertaling van “De Politicus” van Ali Jamalzadeh (via het Engels van Reuben Levy) in Klaas kwam niet (Amsterdam 1983).

  4. eduard

    Wilde ezels (en muilezels) zijn overigens heel andere beesten dan ons gedomesticeerde ezeltje.

  5. FransL

    In Istanbul, direct naast de Blauwe Moskee, is een entree naar een laag gelegen mozaïekvloer uit de Byzantijnse tijd (ben even kwijt uit welk jaar). De vloer maakte deel uit van het paleis en grensde aan de hippodroom. Een groot deel moet nog onder de moskee liggen. Bucolisch is het niet, maar zou de ideale wereldverhoudingen weergeven, alles heeft zijn plaats. Er zijn meerdere afbeeldingen van ezels maar geen een waarin de ezel verliest; een keer trapt hij/zij naar achteren om een leeuw af te schudden. De mooiste is die van een ezel die door een kind verzorgd wordt. Overigens spelen er ook kinderen met hoepels rondom pionnetjes.

  6. FransL

    Over muilezels.
    Waarschijnlijk voor het eerst in óf in Jemen óf aan de Zwarte Zee gefokt (Pontus meen ik).
    Pausanias komt in zijn Beschrijving van Griekenland in Boek V over Elis ineens met een merkwaardige alinea:
    “In het Elische land gebeuren twee merkwaardige dingen: het is het enige gebied in Griekenland waar vlas groeit en in de streek over de grens, dus niet in de streek zelf, worden merries drachtig van ezels. De oorzaak hiervan was een vloek. Het Elische vlas is even fijn als dat van de Hebreeërs, maar minder geel”
    Ik vind het een merkwaardige combinatie.
    Nu is het wel zo dat de Judaiers ook muilezels fokten, net over de grens met Edom. Van Yawhe mocht dat natuurlijk niet, zoiets zal ook bij de Eliërs gespeeld hebben.
    Perslot werden beide staten bestuurd door een priesterkaste. Het heeft wel iets van ‘laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet’. Maar het levert wel veel voordeel op.

  7. eduard

    FransL, op welke informatie is die Jemenitische of Pontische oorsprong van de muilezel gebaseerd? Muilezels worden vlg Littauer en Crouwel al genoemd in Akkadische bronnen uit de laat-Sumerische periode, dat is toch wel heel erg oud. Men voegde getemde onagers en paarden (“bergezels”) toe aan kuddes gedomesticeerde ezels om de snelle hybride ezel en de sterke muilezel te krijgen.

  8. FransL

    Zoek ik op. Zit in mapje ‘ezels’, maar daar staat nogal wat in, ongeorganiseerd. En het is mooi weer.

Reacties zijn gesloten.