Een beurs voor wetenschapsbloggers?

Ik wist dat Maarten Keulemans van De Volkskrant een stukje over wetenschapsbloggers voorbereidde – we mailden er deze week over – en inmiddels is het online: “Wetenschap, neem de bloggende academicus eens serieus”. Keulemans pikt een opmerking op van Stan Gielen, de voorzitter van NWO, dat onderzoek moet worden gedeeld met een breed publiek.

Kom, Stan Gielen, stop je geld waar je mond is, om er ook eens een anglicisme tegenaan te gooien. Het is 2018, wordt het onderhand niet eens tijd de academische blogs fatsoenlijk te ‘waarderen en te belonen’ voor hun ‘maatschappelijke impact’? Met op zijn minst een vergoeding voor zaken als vormgeving en hosting, of beter: een beurs die wetenschappers kunnen aanvragen, net zoals ze dat doen voor hun onderzoek?

Aldus Keulemans, die “de bevlogen Jona Lendering” (overigens geen academicus) zou willen “bedekken onder de goudstukken”.

Natuurlijk voel ik me gevleid. Keulemans weet wat wetenschapsvoorlichting is en begrijpt het werk dat ik doe. Een compliment uit zijn mond telt echt en doet me blozen. Bovendien zou ik liegen als ik ontkende dat ik best wat geld kan gebruiken. Desondanks vermoed ik dat beurzen voor wetenschapsbloggers eerder een leuk dan een uitvoerbaar idee zijn.

Drie bezwaren

Primo, als er beurzen zijn voor wetenschapsbloggers, zijn er ook mensen die ze toekennen. Die zullen niet van willekeur beschuldigd willen worden en stellen dus criteria op. Dat is prachtig, maar ik kan je op een briefje geven dat de aanvragen daarna zó zullen worden geschreven dat ze in de richting van die criteria gaan. Binnen drie jaar zullen alle wetenschapsblogs op elkaar lijken en in het vierde jaar is het publiek vertrokken.

Secondo, bloggen en NWO zijn onverenigbaar. NWO “zet zich in voor een sterk wetenschapsstelsel in Nederland”, terwijl de blogger schrijft omdat hij houdt van wetenschap. Daaruit volgt dat de blogger van tijd tot tijd verplicht is zijn lezers te waarschuwen voor academische kletskoek en er dus op moet wijzen dat het wetenschapsstelsel ook weleens faalt. Ik denk dat NWO best blogs wil sponsoren die het wetenschapsstelsel deze spiegel voorhouden, maar het is aannemelijk dat de accountant vragen gaat stellen als de organisatie bloggers steunt die een kwaliteitsnorm handhaven die het Nederlandse wetenschapsstelsel inmiddels heeft laten varen. En omgekeerd: ik weet vrij zeker dat een blogger met een beurs zijn subsidiënt naar de mond gaat praten.

Terzo, hoe werkt zo’n commissie? Ze zou over de kwaliteit van zo’n blog advies moeten inwinnen en dat zal ze vragen bij wetenschappers. Die weten echter meer van onderzoek dan van voorlichting. Ik koester een hoogedelgestreng schrijven dat aangeeft dat bloggers zich nu al dienen te houden aan criteria die de universiteit zal stellen in de toekomst. Onderzoekers hebben geen expertise op het gebied van voorlichting en dat is niet erg, maar ze moeten geen advies gaan geven, want dan zeggen ze vooral heel erg domme dingen.

Tot slot

Hoe leuk ik het ook vind door Keulemans in het zonnetje te zijn gezet, ik geloof niet dat beurzen voor wetenschapsbloggers een uitvoerbaar idee zijn. Ik denk zelfs dat ze averechts kunnen werken omdat ze een scheiding tussen onderzoek en voorlichting impliceren. Die scheiding, die moet weg, althans als je wérkelijk de ambitie hebt “zowel excellentie als maatschappelijke impact te waarderen en te belonen”, zoals Gielen belooft.

Daar liggen al voorstellen voor. De Jonge Academie heeft eens geopperd dat 10% van de werktijd van wetenschappers moest worden gereserveerd voor voorlichting. Bij de KNAW hoorde ik over een OCW-regel dat 4% van de eerste geldstroom geoormerkt was voor kennisoverdracht. OCW wist daar weliswaar niets van, maar het zal ongeveer in de richting komen en in mijn vakgebied bewijzen auteurs als Holger Gzella, Piet van der Horst en Mladen Popovic dat het kan.

Beste NWO-ers, ik zou het in die richting zoeken. Maar als u Keulemans’ suggestie mij met goudstukken te overdekken per se wil overnemen, bel me dan vandaag maar, want ik zit in een vergadering over een digitaliseringsproject en ik neem aan dat u sinds gisteren weet welke internetramp zich binnenkort voltrekt. Die volgt op de problemen die Google veroorzaakt. Voor projecten als Vici.Org en Livius.Org is het binnenkort schluss, dus NWO-steun, financieel of anders, is zeker welkom.

Naschrift

Het stukje van Keulemans had gevolgen: een bijeenkomst van wetenschapsbloggers, waarvan ik hier verslag doe.

Deel dit:

23 gedachtes over “Een beurs voor wetenschapsbloggers?

  1. FrankB

    Volgens mij heb ik het een paar jaar eerder al eens geschreven: iedere wetenschapper verbonden aan een universiteit zou verplicht moeten worden zeg twee keer per jaar (meer mag natuurlijk ook) een blogstukje over hun vakgebied te schrijven. Dat mag best wat geld kosten, in dat opzicht ben ik het met Keulemans eens. Maar uiteraard moet volledige academische vrijheid gewaarborgd zijn. Wat is er leuker voor een belangstellende buitenstaander als ik als twee profs elkaar in de haren vliegen?
    Nog mooier zou een centrale plek zijn (ik vind bv. ook dat de Mainzer Beobachter en Apoftegma best zouden kunnen fuseren). Een beheerder daarvan zou alleen moeten toezien op de kwalificaties van deelnemende bloggers, zodat goedwillende amateurs als ik niet in aanmerking komen. Zo’n beheerder moet uiteraard onafhankelijk zijn. Daarmee zijn je eerste en derde bezwaar (criteria en kwaliteit) beantwoord.

    1. Ik vind dat ‘verplichte’ onderdeel onzalig. Dan krijg je slechte kwaliteit, frisse tegenzin, en je verzwaart toch al te zware werkpakketten. Je kunt ook denken: de een is goed in het een, de ander in het andere. Waarom niet gewoon mensen laten doen die het goed kunnen en leuk vinden? Speel die mensen vrij, door ze bv. een beurs te geven.

  2. Ik mis in het stukje dat wetenschapsvoorlichting tweerichtingsverkeer behoort te zijn. Niet alleen maar zenden, maar ook binnen de grenzen van het redelijke ingaan op vragen vanuit het publiek en reageren op kritiek. Wat dat betreft vind ik academische blogs die de mogelijkheid reacties achter te laten uitschakelen vrij zwak. Evenzeer schieten blogs waar je wel kunt reageren, maar geen antwoord krijgt tekort. Niet-reageren getuigt van arrogantie.

    Het punt dat ik probeer te maken is dat het niet-gesubsidieerde blogs natuurlijk volledig vrij staat om zo te werken, maar dat een dergelijke werkwijze bij subsidie specifiek voor wetenschapsvoorlichting mijns inziens niet goed denkbaar is. Dan moet natuurlijk door de subsidiërende instantie gecontroleerd worden of er wel echt tweerichtingsverkeer ontstaat en ik kan me voorstellen dat de vrije academische blogger dáár niet op zit te wachten.

    1. Wat je aanstipt, is het onderscheid tussen populariseren à la jaren tachtig, zoals nog beoefend door Mary Bears, en wetenschapscommunicatie, waar ik naar streef.

      Het is ook het onderscheid tussen het zender-ontvanger-model en het dialoogmodel: twee visies op hoe de betrokken partijen met elkaar omgaan. In het ene geval is het “dit zijn de feiten en daarmee moet u het doen”, in het tweede geval probeert de wetenschap zich van andere bronnen van informatie te onderscheiden door betere voorlichting (uitleg van het wetenschappelijk proces) en serieus te luisteren.

  3. Hans van der Valk

    Wetenschapvoorlichting heeft weinig zin voor een publiek, die zich daarbij weinig kan voorstellen. Enkele jaren geleden ben ik in een ziekenhuis bestraald en wou toen als natuurkundige graag weten hoe de apparatuur in elkaar zat. Ik bleek in een reeks van jaren de eerste patiënt te zijn, die daarvoor belangstelling toonde. Vele hebben deze ingrijpende behandeling ondergaan zonder daarin geïnteresseerd te zijn. Voorlichting heeft dan weinig zin, omdat deze niet aansluit op de belevingswereld van betrokkenen.Dit is volgens mij de kern van het probleem.
    Ik waardeer de blog van Jona, omdat hij wel een uitgebreid en gevarieerd publiek weet te bereiken. Ik heb helaas geen goudstukken, waarmee ik hem zou kunnen bedekken.
    Beurzen toekennen voor wetenschapvoorlichting lijkt me tegen deze achtergrond knap lastig. Men zou dan een beoordelingscommissie moeten samenstellen uit personen met onderling totaal verschillende achtergronden waaronder ook weinig geïnteresseerden en laag opgeleiden. Een leuk idee voor een TV serie maar niet erg praktisch.

    1. Frans

      Da’s toch niet helemaal hetzelfde: als ik ziek ben, wil ik gewoon beter worden en dat gaat niet vlugger als de chirurg me uitlegt hoe de apparatuur werkt. Als je geïnteresseerd bent in geschiedenis, kom je er al gauw achter dat er verschillende inzichten bestaan, die voortdurend veranderen. Zodat een blog als deze veel vlugger aansluit op de belevingswereld van de betrokkenen.

  4. A. Harmens

    Gek genoeg vind ik vooral het persoonlijke aspect van de blogs problematisch voor een subsidieregeling. Op veel blogs van wetenschappers of wetenschappelijke blogs, waaronder deze, lees ik ook van alles over Trump of de pruik van Rene van der Gijp. Geen probleem om te lezen, want het geeft een persoonlijk tintje aan een blog, maar het is de vraag of NWO verkapte columns over de toestand in de wereld moet subsidiëren. Er zijn tientallen andere plaatsen op het web waar dit aan de orde komt. De site Over de muur vind ik vernieuwend, maar de ideologische invalshoek ligt er soms zo dik bovenop dat voorspelbaarheid op de loer ligt. Ik vrees dat die site vooral door gelijkgestemden gelezen wordt. Wat dat betreft moet ik de Mainzer Beobachter complimenteren, omdat hij bij het inzichtelijk maken van wetenschappelijke problematiek niet altijd een pasklaar antwoord geeft en soms (afgezien van een aantal stokpaardjes) ruimte laat voor twijfel. Toch vind ik dat een initiatief als Livius eerder in aanmerking zou moeten komen voor NWO-geld dan Mainzer Beobachter. Waar wachten ze eigenlijk op?

    1. Waar ze op wachten? Ik denk dat de opmerking van de NWO-voorzitter niet was gemeend. Als hij oprecht was, zou hij allang hebben toegezien dat zijn gelden alleen terechtkwamen bij instellingen die die 4% kunnen verantwoorden.

      Er zal niets wezenlijks veranderen zolang universiteiten niet worden afgerekend op wetenschapscommunicatie en zolang academici hun taakomschrijving, waarin voorlichting staat vermeld, naast zich neer leggen.

      1. A. Harmens

        Deels mee eens. Ik ben nu geen academicus meer, maar wat ik van mijn periodes aan de uni weet is dat er een grote tweedeling tussen onderwijzend personeel en onderzoekers is bij geesteswetenschappen. De eerste categorie mag blij zijn dat het in rustige, onderwijsluwe periodes af en toe een artikel kan schrijven. De tweede categorie zit in tijdelijke projecten, al dan niet betaald door NWO of de ERC (Europese pendant van NWO). Die laatsten zouden een blog, twitterdienst, o.i.d. kunnen/moeten bijhouden, maar dan gaat het dus alleen om tijdelijke onderzoeksprojecten zonder veel continuïteit. Vergeet ook niet dat dit vaak internationaal georiënteerde, Engelstalige projecten zijn. Communiceren met de internationale achterban wordt dan nog wel eens belangrijker gevonden dan communiceren op nationaal niveau.

  5. Dirk

    Volledig eens. Ik vergelijk met het onderwijs: om ons chronisch geldtekort aan te vullen, kunnen wij ook links en rechts op steun en subsidies rekenen, bijvoorbeeld voor verkeerseducatie. Maar dan hang je vast aan tal van eisen en voorwaarden van de subsidiërende organisatie die je pedagogische vrijheid willen beknotten en je opzadelen met heel wat planlast (opstellen van visiedocumenten, controle van de implementatie van de visie, bewijzen van de controle van de implementatie van de visie…).

  6. Ik vind het idee van Maarten Keulemans juist goed (zie ook mijn eigen reactie), en ik vind de hier genoemde bezwaren niet onoverkoombaar.
    1. “maar ik kan je op een briefje geven dat de aanvragen daarna zó zullen worden geschreven dat ze in de richting van die criteria gaan”. Hetzelfde systeem van aanvragen schrijven en honoreren bestaat nu ook in de wetenschap. M.i. lijken daar echter absoluut niet alle onderzoeken op elkaar. Dit zie ik dus niet zo snel gebeuren.
    2. “ik weet vrij zeker dat een blogger met een beurs zijn subsidiënt naar de mond gaat praten.” Ook hier lijkt me een vergelijking met de onderzoekstoekenningen gepast. Zijn mensen die subsidie krijgen van NWO nooit meer kritisch op die organisatie? Dat dacht ik toch niet.
    3. “Onderzoekers hebben geen expertise op het gebied van voorlichting en dat is niet erg, maar ze moeten geen advies gaan geven, want dan zeggen ze vooral heel erg domme dingen.” Ten eerste gaat bloggen niet over voorlichting (dat lijkt me nogal ouderwets vanuit transmissie gedacht), en zeker de blogs die Keulemans noemt zijn daar zeker niet alleen mee bezig. Die geven ook duiding, vertellen over methodologie en het wetenschappelijk bedrijf en zoeken juist de dialoog op. Ten tweede suggereert dit dat er geen onderzoekers zijn die óók iets van bloggen afweten, maar die zijn er nou juist wel. Je kunt bovendien best een commissie samenstellen waarbij én naar wetenschappelijke kwaliteit én naar blogkwaliteit wordt gekeken.
    Kortom, ik heb helaas geen zak met gouden munten voor je, maar ik vind dat die er wel moet komen. Voor jou, of voor iemand anders.

    1. A. Harmens

      Is er iets bekend over bezoekersaantallen, bereik buiten de academische kring, of de impact op andere nieuwsbronnen van de sites die Maarten Keulemans noemt (afgezien van wat simpele en onbetrouwbare counters aangeven)? Ik kan me voorstellen dat een subsidieverstrekker dit soort gegevens, in combinatie met plannen om meer mensen te bereiken, zou willen weten.

      1. Dat vrees ik ook. Ik denk dat slechts een enkele blogger zin heeft dit soort dingen bij te houden.

        Voor wat het waard is: ik heb enkele honderden abonnees die deze blog met de mail krijgen – of zie die lezen weet ik niet – en ik heb zo’n 1700 andere bezoekers per dag. Ik weet niet of dat veel of weinig is.

  7. henktjong

    Ik wil geen subsidie. Ik schrijf wat ik wil en dat is, door mijn opleiding, wetenschappelijk onderbouwd. Maar ik wil geen geld van een instantie die mij zou kunnen dwingen te werken volgens hun opvattingen. Ik wit wethouders, museumdirecteuren en collega’s kunnen bekritiseren zonder dat ik bang hoef te zijn gekort te worden op een financiële tegemoetkoming. Ik wil anarchistisch bezig zijn en mensen confronteren met pijnlijke missers in het door hen genoten onderwijs en de over hen uitgestorte media. Fuck the system.

    1. Ik ben ooit door onderzoeksschool Oikos geschoffeerd met een prijs. Van de gang van zaken heb ik twee dingen geleerd: onze classici en oudhistorici zijn niet alleen incompetent op het gebied van voorlichting, ze hebben ook niet de bereidheid te leren.

      Het eerste volgt uit het feit dat ze me een prijs gaven. Die verdien ik niet, want ik haal de nodige kwaliteitsnorm niet. Dat doen er maar een paar in Nederland: Gé de Vries, Archeon, het RMO, Piet Gerbrandy. Als je het begrip “klassieken” oprekt, kunnen we nog wat mensen noemen die schrijven over religie: Piet van der Horst, Mladen Popovic, Holger Gzella.

      Het tweede is iets complexer. Ik verkeer in een afhankelijkheidspositie – ik heb informatie nodig – en ik kan dus zo’n prijs niet weigeren. Toch slaagde ik erin duidelijk te maken dat het niet in de haak was. Ik zou, bij wijze van goedmakertje na de schoffering, mogen spreken voor Oikos. Een week voorbereiding, onbezoldigd. Het bleek om een studentenbijeenkomst te gaan. De voorzitster was maar weggebleven. Ik wacht nog steeds op de bestuursreactie.

      Nog een punt: https://mainzerbeobachter.com/2016/02/24/de-voorlichting-in-het-gedrang-1/. Elke zelfrespecterende wetenschappelijke instelling zou zich hebben gedistantieerd van een Fik Meijer, of een begeleidingscommissie hebben ingesteld.

      1. Ben Spaans

        Begrijp ik nou dat een club je bewust een prijs toekende om je zo een hak te zetten?

        Krijgen we overigens nog een onderbouwing van de theorie dat de vrijlating van de twee van Breda moest dienen als rookgordijn voor het belastingplan in 1989?

        1. Lubbers; ik geef weer wat destijds werd gezegd en ik gebruik niet zonder reden een vorm waarin ik aangeef dat ik niet in Lubbers’ hoofd kan kijken. Ik denk dat als de archieven open gaan, we niet meer zullen weten want dit soort zaken zet je niet op papier.

          Die prijs: nee, ik beweer niet dat ze me die gaven om me een hak te zetten. Het schofferende zit erin dat ze niet luisterden toen ik aangaf dat ik die prijs niet krijgen kon omdat ik de normale kwaliteitsstandaards niet haal, en dat ze er later blijk van gaven niet te willen luisteren toen ik het kwam uitleggen. Oikos is een verzameling blinden die iemand prijst die verlamd is en die doof blijkt als de verlamde ze wil uitleggen dat hij te verlamd is om de lof waar te maken.

  8. Roger van Bever

    … Een beheerder daarvan zou alleen moeten toezien op de kwalificaties …

    Dat vind ik nou juist een behoorlijk heikel punt. Wat behelzen die kwalificaties? JL produceert zeer hoogwaardige blogs die altijd goed uitgebalanceerd zijn. Oppassen met zgn. kwalificaties!
    Ik ken mensen met dezelfde kwalificaties als ikzelf, maar die, om het enigszins overdreven uit te drukken, nooit meer een letter op het gebied van hun vak lezen.

    En zo’n beheerder kan bevooroordeeld zijn t.a.v. de blogger. Of als hij advies vraagt aan collega’s krijg je misschien dezelfde bias.

    Overigens moet je jezelf niet tekort doen door jezelf een goedwillende amateur te noemen. Een academicus hoeft niet beter te zijn dan een niet-academicus c. q. een amateur die zich met een bepaald onderwerp zeer intensief bezig houdt. Als het om wetenschappelijk efficiënte kennisoverdracht gaat wordt het dan nog gecompliceerder. Als je blogs op het niveau van JL moet beoordelen, dan zou ik zeggen dat het aantal volgers en de waardering en de discussies die het uitlokt tussen de deelnemers, maatgevend zijn voor de kwaliteit van de blogs. Ik zou dit eerder laten waarderen door de lezers van en en participanten in de discussies gegenereerd, door voor zijn blogs door een redelijke bijdrage te geven aan de inspanning die het JL kost. Ik zou daar geen enkel probleem mee hebben, want zo’n blog kost, natuurlijk aan JL een hoop werk om naast de blog zelf, de reacties te volgen en er eventueel top te reageren.

  9. Jan K. Van Kooten

    In de blog wordt Keulemans,s zin geciteerd waarin hij Jona Lendering met goudstukken wil bedekken. De toevoeging ( overigens geen academicus) is echter niet uit het oorspronkelijk artikel in de Volkskrant.

Reacties zijn gesloten.