Koolstofdatering: Kritiek

De mummie van een krokodil (Egyptisch Museum, Barcelona)

De koolstofmethode wordt vaak gepresenteerd als keiharde, betrouwbare en succesvolle methode. En terecht. Zo raakt echter wat uit het zicht dat ook zo’n keiharde en betrouwbare methode onoordeelkundig en dus onsuccesvol valt toe te passen. Hoe keihard en hoe betrouwbaar ook: dateren blijft een kunst.

Kritiek op koolstofdatering

Je moet heel goed weten wat je dateert en welke vraag je eigenlijk wilt beantwoorden. De meest voor de hand liggende vraag is natuurlijk: hoe oud is het? Maar daar is de koolstofmethode niet in alle gevallen geschikt voor. De vraag “stamt dit voorwerp uit het begin van de zevende eeuw?” vergt een nauwkeurigheid van een jaar of vijftig. Maar rond het begin van de zevende eeuw loopt de kalibratiecurve behoorlijk vlak. Een koolstofdatering kan dan heel goed uitvallen als 585 – 710 cal AD en daar heb je niks aan. Maar aan diezelfde datering heb je wél wat als je wilt weten of je voorwerp een moderne vervalsing is.

Een bouwhistoricus die wil weten wanneer een vroegmiddeleeuws kerkje is gebouwd, kan op zoek gaan naar organische delen van de constructie, houten spanten van het dak bijvoorbeeld. Dan moet hij zich realiseren dat hij niet het kerkje, maar de dakconstructie dateert en eigenlijk ook dat niet: hij dateert de laatste verbouwing aan het dak. Wanneer de dakspanten zijn gemaakt van de spanten van een afgedankt schip dateert hij de bouw van het schip in plaats van het dak.

Het kan nog erger: de spanten van een afgedankte kogge worden gebruikt om het dak van een kerkje te bouwen, om later weer te worden afgebroken, waarna de goede stukken hout nog worden hergebruikt als latei in de vensters van een ander gebouw. Geen betere plek om goed bouwmateriaal te vinden namelijk dan op de sloop. Een koolstofdatering van houten bouwmateriaal vergt dus kennis over hoe scheepshout eruit ziet en de vaardigheid om oorspronkelijke bouw te kunnen onderscheiden van onderhoud, reparaties, verbouwingen en hergebruik. Een beetje bouwhistoricus kan dat en het hangt dus helemaal van die bouwkundige specialist af of uit de koolstofdatering nuttige informatie voortkomt.

Of neem de datering van een begraven Egyptenaar. Het is onethisch een mummie uit te pakken om het lijk te dateren, dus pak je de windsels. Een oudheidkundige moet zich dan realiseren dat de oude Egyptenaren zoveel respect hadden voor hun doden dat ze mummies uit verstoorde graven herbegroeven en daarbij de windsels hernieuwden. Zo kan het gebeuren dat een mummie is gewikkeld in textiel dat honderden jaren jonger is dan de overledene. In Manchester ligt zo’n geval, bekend als “mummie 1770”. Waar je als egyptoloog ook beducht voor moet zijn: balseming met asfalt, een aardolieproduct dat geheel koolstof-14-loos is. Eerst onder de microscoop kijken dus.

Wie een houten object laat dateren, moet zich realiseren dat het hout in het binnenste van een boom al dood is, terwijl de buitenkant nog leeft en doorgroeit. Dat binnenste hout is doorgaans hard en het best bruikbaar, dus dat wordt bij voorkeur gebruikt. Maar dat betekent ook dat wanneer hout van een honderden jaren oude boom is gebruikt, de – op zich correcte – datering, de leeftijd van iets anders aangeeft dan die van het gedateerde voorwerp. Wie hout laat dateren moet iets weten van de fysiologie van een boom en van boomsoorten. Het voorwerp is altijd jonger dan de boom en aan de hand van de houtsoort en het jaarringpatroon in het hout kun je schatten hoe ver de datering mogelijk ouder uit is gevallen.

Dateren mag dan een relatief eenvoudige kwestie van “meten is weten” zijn, uiteindelijk is het de oudheidkundige die moet beoordelen of een datering bruikbaar is en zo ja: wat die datering eigenlijk zegt. Het simpelweg naast elkaar leggen van verschillende dateringen en de cijfers vergelijken, is niet het hele werk. Er is ook een kwalitatieve beoordeling nodig.

[Oorspronkelijk hier te vinden op de blog van Richard Kroes; wordt zo afgerond]

Deel dit:

3 gedachtes over “Koolstofdatering: Kritiek

  1. Dick Beumet

    Super dat je onverdroten doorgaat! Zo moet het, we zetten ons leven voort maar we zijn buitengewoon voorzichtig. Afstand, handen wassen en zo min mogelijk naar de Dirk of AH. Wel jouw interessante bijdragen lezen. Daar hebben we alle tijd voor.
    Groet, Dick Beumer

  2. Dick Beumer

    Super dat je onverdroten doorgaat! Zo moet het, we zetten ons leven voort maar we zijn buitengewoon voorzichtig. Afstand, handen wassen en zo min mogelijk naar de Dirk of AH. Wel jouw interessante bijdragen lezen. Daar hebben we alle tijd voor.
    Groet, Dick Beumer

  3. Martin

    “Meten is weten” geldt alleen voor wat je direkt kunt meten, bv de lengte van een stukje touw. Bij koolstof datering moet de meting geïnterpreteerd worden op de basis van een model. Daarbij zijn er onzekerheden. Dus eerst is een goede statistische analyse nodig. Zolang men met Gaussianen blijft hannesen blijft de situatie onduidelijk.

Reacties zijn gesloten.