
De bovenstaande sarcofaag is te zien in het Louvre in Parijs maar is gevonden in Rome. Meer precies: ze is gevonden in het zogeheten Mausoleum van de Anicii, een beroemde Romeinse familie uit de Late Oudheid. Ze waren zó vooraanstaand dat ze hun grafmonument konden bouwen vlakbij het graf dat in de vierde eeuw werd aangewezen als dat van Petrus. Of dat graf werkelijk van Petrus is, is nu niet de vraag. Het gaat me erom dat het mausoleum onder de apsis is van de in 326 door Constantijn gebouwde basiliek. Deze sarcofaag is dus óf ouder dan 326 óf daar neergezet toen dat nog mogelijk was. We hebben te maken met een heel oud christelijk graf.
Aan de zijkanten staat aan de ene kant de tenhemelopneming van Elia. Een vrij normaal type afbeelding voor een graf. Er is echter meer aan de hand. Links van Elia staat Elisa, die de mantel van zijn voorganger overneemt; aan de rechterzijde staat naast Elia Mozes, die de Wet aanneemt uit Gods helemaal rechts afgebeelde hand. We hebben hier een afbeelding van het “doorgeven” van de (uitleg van de) Wet: van rechts naar links van God aan Mozes aan de profeten aan hun leerlingen.
De hoofdscène, hierboven afgebeeld, toont Christus die de uitleg van de Wet doorgeeft aan de Twaalf, meer precies aan Petrus. De historische Jezus is immers een joodse Jezus en dus een halachische Jezus. Daarom is dus het thema van het “doorgeven van de Wet” herhaald, en dat is ook het thema van een ander deel van het reliëf: de vier evangelisten. De meest rechtse lijkt zijn tekst door te geven aan nog een vijfde persoon, waarin we een gelovige kunnen herkennen.
Het gaat dus steeds om hetzelfde: eerst geeft God de Wet aan Mozes, daarna gaat het geven van uitleg van de Wet naar de profeten en hun leerlingen en van Christus naar de Twaalf naar de evangelisten naar de gelovigen. U mag het Misjna-traktaat Avot ernaast leggen voor het religieuze model, dat ook Eusebius’ Kerkgeschiedenis heeft geïnspireerd. Het doorgeven van de Wet is immers hetzelfde als wat in christelijke kringen de apostolische successie heet.
Tot zover – althans, tot zover de uitleg die het Louvre verstrekt. Ik plaats een kanttekening. Er zijn zeker Anicii bekend uit de tijd van Constantijn: de consul van 322, diens zoon de consul van 334 en de consul van 325. Deze laatste was mogelijk christelijk en kan een graf hebben laten aanleggen in het bouwproject dat Constantijn op dat moment ondernam. Wat me echter doet twijfelen is dat ik nog nooit heb gehoord van dit mausoleum onder de apsis van de oude Sint-Pieter.
Kortom, ik heb wat twijfels, maar de sarcofaag mag er wezen. Hij documenteert dat de grens tussen jodendom en christendom in de vierde eeuw heel open was, zoals we ook zien in de preken die sommige bisschoppen nog aan het einde van die eeuw richtten tegen christenen die op zaterdag naar de synagoge gingen.
[Dit was het 370e voorwerp in mijn reeks museumstukken. ]
Over het mausoleum weet ik niets af. Maar wat mij verbaasd is de stelselmatige zorgvuldigheid waarmee de (half) vrijstaande apostelen zijn onthoofd en waar mogelijk ook van hun rechter onderarm (voor de kijkers links 🙂 zijn ontdaan als betrof het een beeldenstorm.
Geeft het Louvre daar een verklaring bij ? Iemand anders ? Het feit dat de hoofden alsook de armen beide gelijke breukvlakken laten zien – op de foto – ligt boze opzet vooraan in de overpeinzing.
@Marcel: Mocht dat zo zijn dan zou je verwachten dat alle hoofden verwijderd zouden zijn; ook de reliëfhoofden. Maar drie daarvan staan nog op de schouders en Jezus zelf heeft zijn hoofd ook nog. Beeldenstormers stormen niet half, die maken hun slopen grondig af. Dat lijkt me althans. De oorzaak zou ook kunnen liggen in de aard van het materiaal. Je zou het aan de breuken moeten kunnen zien: slagsporen of niet? Maar ze zijn inderdaad wel erg keurig onthoofd.
In zijn “Cultus et Decor” haalt Sible de Blauw Vegio aan uit zijn “Pietro, Roma” en verwijst ook naar Alfarano met een beschrijvingen uit zijn “Basilicae Vaticanae antiquissima et nova structura”.
Het komt er op neer dat Vegio bij een bezoek in 1450/51bewonderd een beschrijving geeft van het mausoleum van de familie Anicii en de prefect Probus, net voordat het wordt afgebroken.
Alfarano beschrijft in “Basilicae Vaticanae antiquissima et nova structura” dat het mausoleum direct tegen de absis is aangebouwd en niet hoger dan zeven meter kan zijn geweest omdat de ramen van de absis vrij moesten blijven. Er was geen doorgang naar de basiliek.
Bij de oude St. Pieter stond het er dus buiten, bij de nieuwbouw die veel groter werd kan het zijn dat er een paar sarcofagen, die onder maaiveld lagen, zijn blijven zitten. Blijft natuurlijk wanneer die zijn opgegraven.
Met deze reactie ben ik heel blij. Het mausoleum van de Anicii was dus niet onder de hoofdapsis van Constantijnse basiliek, maar stond bij de zuidelijke apsis. Dan heeft het gebouwtje dus bestaan maar was het na 326 niet ontoegankelijk. De sarcofaag kan dus jonger zijn en van een latere Anicius zijn.
Dat maakt de kernvraag, hoe joods het antieke christendom was, alleen maar nog pregnanter.
Ik zit me suf te staren op de afbeelding. Op de site ven het Louvre vond ik de beschrijving ongeveer zoals Jona die weergeeft. Maar de apostel met het zwaard is toch (meestal) Paulus? En als Paulus eveneens aanwezig is (zoals het Louvre aangeeft https://www.louvre.fr/en/oeuvre-notices/city-gates-sarcophagus), dan is het toch de ’13e apostel’? Maar ik zie maar 12 apostelen. En als een van de apostelen de wet doorgeeft aan een gelovige, dan zijn er maar 11 apostelen. Help me hieruit! 🙂
Hier lopen diverse dingen door elkaar. Eén: de vier evangelisten staan op een ander deel, niet hier afgebeeld.
Twee: in de iconografische traditie zijn de Twaalf gelijkgesteld aan de apostelen. Dat is niet wat historisch juist is. Er zijn leerlingen, er zijn 70 of 72 apostelen, en er is het team van de Twaalf.
https://mainzerbeobachter.com/2014/09/02/twaalf-apostelen/
Drie: Het is gangbaar Paulus tot de apostelen te rekenen. Hij doet het zelf in zijn brieven. De auteur van de Handelingen ontzegt hem de titel, hoewel die Paulus’ (zelf)mandaat vormde. In de westerse traditie wordt Paulus vaak beschouwd als de vervanger van Judas, na diens zelfmoord, als lid van de Twaalf. Dat maakt hem dus, in combinatie met de iconografische traditie, tot twaalfde apostel. Of die traditie in de vierde eeuw al bestond, weet ik niet.
Vier: de apostel met het zwaard kan ook Petrus zijn, die immers in de Bijbel wordt aangeduid die er op los sloeg. Dit is wat het Louvre denkt en in een Romeinse context logisch is.
De iconografie van zwaard voor Paulus veronderstelt een traditie dat Paulus is onthoofd. Die traditie bestond inderdaad (gedocumenteerd in de Handelingen van Paulus, die op z’n vroegst rond 180 zijn geschreven) maar er waren veel meer opvattingen. Dat hij in het verre westen in opdracht van een prefect zou zijn gedood, is bijvoorbeeld te vinden in 1 Clemens en heeft als bron betere papieren. Wat ik maar zeggen wil: er is geen reden aan te nemen dat een vierde-eeuwse sarcofagenmaker aan Paulus dacht toen hij een man afbeeldde met een zwaard.
Mijn dank is groot!
Wie is dat dwergje onderaan ter rechterzijde van Christus?
Wat je verwijzing naar de blog over De Twaalf betreft maak je een onderscheid tussen apostelen en leerlingen alleen naar aanleiding van Paulus’ brief aan de Korinthiërs.
Wat mij onduidelijk is hoe je op één citaat tot dat getal komt van veel meer apostelen.
De twaalf vaste begeleiders van JC zouden dan een hogere status hebben (een soort management) maar gingen degenen die leerlingen genoemd worden dan eveneens op pad om het christelijk geloof te verkondigen? Het concreet getal door Paulus zou betekenen dat hij een soort inventaris van deze broeders en zusters heeft.
In de katholieke liturgie wordt Paulus altijd een apostel die bij de groep rond Jezus hoorde.
Als achtjarig jongetje werd ik misdienaar.
De eerste instructie was het van buiten leren van de schuldbekentenis aan het begin van de Mis. Geknield op de harde trap, voorovergebogen, dreunde ik het op:
Confiteor Deo omnipotenti,
beatae Mariae semper Virgini,
beato Michaeli Archangelo,
beato Joanni Baptistae,
sanctis Apostolis Petro et Paulo,
omnibus Sanctis,
et tibi Pater etc.
Over de Anicii: het is misschien nog even leuk te vermelden dat de beroemdste telg uit dit geslacht Anicius Manlius Severinus Boethius (gedood 525) was, de auteur van “De consolatione philosophiae.” De Anicii hebben als echt Romeinse stadsadel meer dan twee eeuwen lang consuls geleverd, tot in de zesde (!) eeuw. Een erebaantje, maar wel altijd prestigieus gebleven.
Nog even over het mausoleum van de Anicii.
De Blauw spreekt over een derde luxe mausoleum, dat op het eind van de vierde eeuw direct achter de absis van de basiliek werd gebouwd: dat van de Anicii.
Op de pagina daarvoor komen de twee zuidelijke rotondes aan de orde. Een stond er al in de derde eeuw, vóór de bouw van de St. Pieter, midden op de spina, de functie was onduidelijk, is later tot kapel gewijd aan St Andreas. In 400 liet Honorius een mausoleum bouwen direct tegen de exedra van het zuidelijk transept en werd later verbonden met de basiliek. Ook werden de beide rotondes met elkaar verbonden.
Bij afbraak trof men meerdere keizerlijke graven aan waaronder het zeer rijke graf van keizerin Maria. Hiermee kon weer een deel van de nieuwbouw gefinancierd worden. (Niet alleen door aflaten dus).
Leuk onderzoek kan nog zijn: hoe komen de Fransen aan die sarcofaag; of welke weg heeft ie afgelegd.