559 Australische dollars is ongeveer 350 euro. Dat is dus de prijs voor een boek waarin onderzoekers de informatie uit gespecialiseerde academische artikelen voor anderen ontsluiten, opdat anderen er ook nog eens van profiteren. De eigenlijke artikelen liggen achter betaalmuren. Als de materie toegankelijk wordt gemaakt, is het resultaat, zoals we in dit voorbeeld zien, volslagen onbetaalbaar.
Ondertussen kan, doordat betrouwbare informatie ontoegankelijk blijft en verouderde inzichten via digitaliseringsprojecten beschikbaar komen, desinformatie zich makkelijker verspreiden dan wetenschappelijke informatie. Bad information drives out good. Je hoort vaak praten over open access en dat is goed, maar het is slechts een deelprobleem. Het echte probleem is hoe we de schade die de afgelopen jaren aan de publieke kennis is toegebracht, teniet kunnen doen. Zonder dat ik claim precies te weten hoe het moet, weet ik wel dat er goede ideeën zijn. Dáárover moeten we praten.
Dat gaat niet gebeuren. De universiteiten ontwijken immers de discussie met de maatschappelijke organisaties over wat er behalve open access moet gebeuren. Aan mooie academische woorden is geen gebrek, maar het blijft bij mooie academische woorden. Het is zoals een Nederlandse onderzoekster me ooit in Delfi zei: “De burger moet betalen, niet méér.”
Ach, als ik dit lees denk ik weer terug naar de inspirerende colleges van Heleen Sancisi-Weerdenburg (1944-2000) in Groningen over de Achaemeniden: dat waren fijne uren, waarin we ook nog eens veel leerden over een relatief onbekend stuk van de Oudheid.
Ja, en ze legde het uit aan het grote publiek. Wetenschappelijke inzichten die werkelijk doordrongen, kom daar maar om in de oudheidkunde.
Maar je weet ook wat er daarna gebeurde. Het boek “Persian Fire” van Tom Holland ging als warme broodjes over de toonbank en alle nieuwe inzichten werden weer teruggedrongen. Leuk voor wetenschappers, maar de samenleving mag zich blijkbaar wentelen in negentiende-eeuwse desinformatie.
Wetenschappelijke informatie die ontoegankelijk blijft? Onbegrijpelijk! Stop onmiddellijk de subsidiëring door de belastingbetaler van openbare onderzoeksinstellingen die hun wetenschappelijke gegevens niet ter beschikking stellen van die belastingbetaler.
‘Stop onmiddellijk de subsidiëring door de belastingbetaler van openbare onderzoeksinstellingen die hun wetenschappelijke gegevens niet ter beschikking stellen van die belastingbetaler.’ ‘En wat moet die belastingbetaler daar dan mee? Ik bezit allerlei data die de belastingbetaler zo mag hebben. Maar als die geen logidregressie-analyse beheerst heeft die er niets aan.
Dat mag de universiteit dan uitleggen. In plaats van het achter te houden en zich te verschuilen achter “we streven toch naar open access?”
De fouten uit het verleden moeten ook nog worden hersteld.
Al minstens vijftien jaar moeten de promovendi bij de Universiteit van Amsterdam een digitale versie van hun proefschrift inleveren. Die dissertatie verschijnt dan snel op de website UvA-Dare. Minstens duizend per jaar en uit alle disciplines. Gratis en voor niets beschikbaar voor alle geïnteresseerden. Ik vermoed dat meer universiteiten zo’n proefschrift beleid kennen.
Het probleem is dat de universiteiten de dialoog met de maatschappelijke organisaties weigeren. Een tijdje geleden was er in Delft (dacht ik) een bijeenkomst over open access. Er werd over van alles gesproken, zoals de carrièrekansen van jonge medewerkers die niet in gevestigde tijdschriften konden publiceren omdat ze verplicht zouden worden openbaar te maken wat openbaar moet zijn. Dat is inderdaad een kwestie, maar het is niet de enige. Bij die bijeenkomst was maar één iemand aanwezig die een maatschappelijke organisatie vertegenwoordigde.
Het punt is: de universiteiten hebben hun mond vol van wetenschap voor de burger maar spreken erover zonder de burger. Dat vinden ze ongewenst. De burger moet betalen en mag vooral niet méér.
Er zijn integere onderzoekers; ik ken ze; maar ze werken in een instelling die de belangen van de burger niet erkent. En dat is een verdomd groot probleem als diezelfde burger verouderde informatie wél serieus neemt omdat die toegankelijk is en actuele inzichten negeert.
Het is niet zo eenvoudig als je stelt, Jona. Publiceren kost geld, linksom of rechtsom. Als de kopers van boeken dit niet gaan doen, dan moet b.v. de publicator dit doen. Als die onafhankelijk onderzoeker is, is hij of zij mooi de sigaar. Moet die zelf zijn eigen boek financieren. Als hij/zij in dienst is van een universiteit zou de universiteit dat moeten doen. Het geld moet ergens vandaan komen. Het gaat dan van het onderzoeksbudget af. Dat gebeurt ook: in NWO-aanvragen wordt nu geld gereserveerd voor publicatie in open access. Intussen wordt ondanks alle problemen toch steeds meer in open access gepubliceerd. De uitgeverij van het Oriental Institute in Chicago zet al zijn publicaties online. Sommige tijdschriften, zoals JEOL en Phoenix, zetten hun publicaties na enige jaren online. (Maar bedenk wel dat de publicatie van Phoenix gefinancierd wordt door betalende leden van Ex Oriente Lux – voor niks gaat de zon op). De uitgeverij Sidestone zet al zijn publciaties online en je kunt tegen betaling on demand een papieren exemplaar krijgen. Heel veel bronnenpublicaties zijn tegenwoordig online te vinden. Veel geleerden stellen hun publicaties (na enige jaren) ter beschikking op sites als Academia.edu en Researchgate. Hoe dan ook: publiceren kost geld en uiteindelijk betaalt in elk systeem de belastingbetaler. Overigens word ik een beetje moe van die eindeloze series met ‘Companions. Meestal staat er niets nieuws in. Handige start voor beginnenende studenten, maar verder hebben ze weinig waarde. Kost wel heel veel tijd en energie aan de schrijvers en editors. Ik doe er niet meer aan mee. Die studenten kunnen zo’n duur boek niet kopen. Universiteitsbibliotheken doen dat. Zo zijn die boeken gratis beschikbaar voor studenten. Nou ja, gratis: het boekenbudget komt uit de universtaire kas. Iemand moet dokken.
Allemaal waar, Bert, maar je draait om de crux heen: dat de universiteit – bij voorbeeld in de vorm van de VSNU – niet met de maatschappelijke organisaties in gesprek wil over hoe de schade, die is ontstaan doordat ze informatie verborg, teniet gedaan kan worden.
Vinden ze dat op de universiteit eigenlijk wel erg? Zitten ze ermee dat schrijvers als Tom Holland zoveel lezers hebben? Of schrijven professoren voornamelijk voor andere professoren?
Wat gek, die prijs. Ik heb uit dezelfde serie de ‘Companion to the Roman Republic’ (gedrukte versie) en ik heb echt geen honderden euro’s betaald. Volgens mij is er een of ander pervers algoritme aan het werk dat de prijs van gewone boeken op internet tot deze waanzinnige hoogte drijft. Zo wil Amazon mij wel aan een tweedehands boek met studie uit 1977 over het Engelse spookverhaal helpen als ik bereid ben Bezos’ ruimtehobby voor 90 dollar ( excl. verzendkosten) te sponsoren.
Toen ik via mijn vroegere werkgever nog toegang had tot de digitale tijdschriften van de Universiteitsbibliotheek bleek daar soms lelijk handicap aanwezig te zijn. Veel uitgevers hadden de gewoonte om de digitale versie van hun tijdschriften pas na een jaar of zelfs langer digitaal te beschikbaar te stellen. Alleen als er een gedrukte versie van het tijdschrift ergens aanwezig was kon je het allerlaatste nummer lezen.
Ter aanvulling: een tijdschrift moet eerst een artikel accepteren voor publicatie. Dat kan met revisies wel een jaar duren en wordt dan pas gepubliceerd. Wie pech heeft kan nog een paar jaar wachten. Dus eigenlijk is een artikel bij verschijnen altijd verouderd. Publicatie is eigenlijk alleen maar een formele bevestiging van je onderzoek en goed voor je citatie-index. Maar dat laatste duurt ook weer jaren. Andere onderzoekers zijn dan allang op de hoogte van je resultaten. Maar dat hangt af van de discipline en de wetenschappelijke netwerken, onder andere via conferenties.
Misschien moeten we af van het idee dat het internet “gratis” is, dwz betaald door advertenties. Ik betaal ook voor wikipedia en de Mainzer Beobachter, die gelukkig geen advertenties hebben. Want zoals Bert van der Spek terecht opmerkt: Voor niets gaat de zon op
“De burger moet betalen, niet méér.”
Sorry… maar ik begrijp werkelijk niet wat je hiermee bedoelt (best knap, voor maar zes woorden..:))
Zei ze het in het Engels? “Nothing more..”?
Dus bedoelde ze “de burger moet betalen, meer niet.”?
Of bedoelde ze “de burger moet betalen – ok -, maar niet méér betalen ..” (dan wie? dan voorheen?)
De zin wordt gepresenteerd als een catchy onliner… maar ik begrijp ‘m niet.
Ik ook niet.
Het kostte me wat moeite, maar volgens mij is het dit:
“De burger moet betalen, …..”
via belastingheffing
“….. niet méér.”
via betaalmuren.
” (dan wie?)”
dan zichzelf (via belastingen).
Ik interpreteerde het als “de burger moet betalen, verder zijn mond houden en niet teveel in ruil verwachten”.
Ja, dat was de strekking van de woorden van mijn gespreksgenote, die haar onderzoek in alle rust wilde doen en vloekte op de burger in plaats van haar baas.
Het is niet alleen een kwestie van geld, maar ook: wie maakt de nieuwe 21e-eeuwse academische inzichten toegankelijk voor mensen die niet in deze universitaire sector zitten. Een daarvan, en een van de weinige, ben jij Jona. Want ook dat moet je maar kunnen, zo’n vertaalslag maken voor het ‘gewone’ publiek. Dat is toch wat een wetenschapsjournalist doet.
Aan de andere kant: terwijl bij onderzoeken op het gebied van natuurkunde de bevindingen zich (op termijn) vertalen naar praktische toepassingen, of medische wetenschap naar het indammen van ziektes, is het de vraag wat de nieuwste inzichten in oudheidkunde opleveren als dit niet naar een breder publiek wordt gebracht? En dus zou het dan met die insteek inderdaad ook een taak van de universiteit moeten zijn daar wat aan te doen.
En tegelijk begrijp ik ook dat je zegt dat de universiteiten een rol hebben om de oude 19e-eeuwse ideeën over de oudheid, die nu nog steeds de ronde doen, een halt toe te roepen.
Dit is het PWC rapport waar WOinActie naar verwijst:
https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=fbe755a8-18a9-49f6-987b-64001a22ce6b&title=Toereikendheid%2C%20doelmatigheid%20en%20kostentoerekening%20in%20het%20mbo%2C%20hbo%20en%20wo_o.pdf
Men heeft het daarin over de wetenschap in het algemeen. Terwijl er dus geklaagd wordt over het feit dat geld wordt overgeheveld van de geesteswetenschappen naar de beta wetenschappen. PWC begreep goed wat de opdracht was: het gewoon niet hebben over wat er feitelijk aan de hand is.
“is het de vraag wat de nieuwste inzichten in oudheidkunde opleveren”
Opmerkelijk toch dat die vraag nooit gesteld wordt mbt wiskunde.
Wat levert een formule op die priemgetallen genereert? Het zoveelste bewijs van de Stelling van Pythagoras? Onderzoek naar tiendegraadsfuncties? Enz. enz.
Of nog een andere fiets: wat leveren recreatieparken op? De Olympische Spelen?
Simpel: mensen vinden het leuk.
Mbt oudheidkunde komt daar nog iets bovenop: antwoorden op de eeuwige vraag waar wij vandaan komen.
Maar wie die vraag stelt geeft daar bijna nooit om. Het moet onmiddellijk, nu en hier iets tastbaars opleveren, liefst in de vorm van harde pecunia. De rest telt niet. Behalve als het, geheel toevallig uiteraard, om persoonlijke voorkeuren gaat. Dan spreekt één en ander vanzelf.
Zelfs al bent u wellicht een uitzondering, uw vraag blijft armzalig.
Priemgetallen zijn belangrijk voor cryptografie en computer algebra; https://en.wikipedia.org/wiki/Finite_field Maar hieronder wordt over het Higgs deeltje gesproken, wat wel een nutteloos onderwerp is. Dat is ook de motivatie voor het Vulpen boekje: belangstelling wekken.
Leuk om een reactie van u te krijgen, FrankB. U haalt een deel van mijn zin eruit, waardoor het een iets andere betekenis krijgt. Want ik vraag niet wat de oudheidkunde oplevert, maar wat dit oplevert “… als dit niet naar een breder publiek wordt gebracht ?”.
De publicaties over de oudheidkunde leveren op dit moment ongetwijfeld enthousiaste universitaire medewerkers en hoogleraren op, die het vast heerlijk vinden om zich te baden in deze onderwerpen (ik ook trouwens). Maar is dat hét doel van de wetenschap en de universiteit? Of zou het een doel moeten zijn om de in de universiteiten ontwikkelde nieuwe kennis en inzichten juist te delen met de buitenwereld, met een groter publiek dat geen deel uitmaakt van de universitaire wereld. Zoals Jona dat bijvoorbeeld doet met deze blog.
Toch heeft FrankB het over het juiste punt. De overheid wil belastinggeld alleen uitgeven aan wetenschappen waar wij iets aan hebben. De mensen bij WOinActie doen alsof hun neus bloedt, men weet zogenaamd niet waar het over gaat. Daarom doet men alsof het over alle wetenschappen gaat, maar dat is niet zo: https://woinactie.blogspot.com/2021/03/toekomstvisie-woo.html
Dan schrijft men ook nog “Er is meer dan voldoende onderzoek dat onze standpunten onderbouwt, meest recent nog dat van PwC.” terwijl het duidelijk is dat PwC op bestelling heeft geschreven.
Welkom op dit forum… 🙂
Goede blog maar verkeerd voorbeeld. Ik vond met een simpele zoekslag al 2 artikelen gratis op Achemenet.com http://www.achemenet.com/en/table/?/on-line-publications/in-press/tableau-des-articles/1/24/date- Het aangekondigde boek is een hardcover, met kleurenfoto’s vast, voor een zeer beperkt publiek. Niet vreemd zo’n prijs.