Caesar in Tarragona

De republikeinse stadsmuur van Tarragona

Als ik u zeg dat het van 25 september tot en met 1 oktober was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Marcellus en Lentulus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 23 tot en met 28 augustus 49 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij kwam aan in Tarraco, het huidige Tarragona, de hoofdstad van de provincie Hispania Citerior. In zijn eigen commentaar heeft hij daarover, in de vertaling van Hetty van Rooijen, het volgende over te melden:

Zelf bereikte hij met de schepen die Marcus Terentius Varro en, op zijn order, de bewoners van Cadiz  hadden gebouwd, in enkele dagen Tarraco. Daar wachtten delegaties van bijna de hele provincie op Caesars komst. Nadat hij er op dezelfde manier persoonlijk en officieel aan enkele gemeenten eer had bewezen, vertrok hij uit Tarraco en begaf zich over land via Narbo naar Massilia.

Landdag

Eigenlijk is dit wel een grappige passage. Caesars legioenen hadden, na een wat moeizaam begin, het Iberische Schiereiland vrij rap onder de voet gelopen. Net als in Italië was het gezag van de Senaat volkomen geïmplodeerd. De bevolking moet volstrekt geterroriseerd zijn geweest. De legers rukten sneller op dan ze zich konden bevoorraden en plunderden daarom overal. De mensen in de gemeentes in Hispania Citerior zullen maar wat blij zijn geweest dat Caesar oprukte naar Ulterior. Nu was hij echter terug en op een landdag maakten de Spaanse steden hun onderwerping formeel.

Dat Caesar de gebeurtenis presenteert alsof hij de steden, heel beleefd, persoonlijk en officieel eer bewees, is een fraai eufemisme. Wat niet wegneemt dat hij voor de steden die hem het snelst hadden gesteund, heus wel een woord van lof zal hebben overgehad. Hij zal ook zeker een toespraak hebben gehouden waarin hij zijn militaire acties rechtvaardigde.

Nadat de vertegenwoordigers van de diverse steden hun eden van trouw hadden afgelegd, zullen zaken zijn gedaan. Nieuwe magistraten werden aangesteld, schattingen opgelegd en geïnd, afspraken gemaakt over rekrutering. We weten dat er in dit jaar een Legio XXX Classica was, wat betekent dat hij nu zesentwintig legioenen commandeerde. (De nummers één tot en met vier waren gereserveerd voor de consuls.)

Legaliteit

Het probleem was de legaliteit. Hij was de Tweede Burgeroorlog begonnen omdat de Senaat hem had geweigerd om zich, met de persoonlijke onschendbaarheid van een gouverneur, kandidaat te stellen voor een consulaat. Caesar was dan ook geen consul geworden. Zijn commando kende geen andere rechtvaardiging dan het gouverneurschap van Gallia Cisalpina (de Povlakte) en Gallia Comata (de door hem veroverde gebieden). Hij was echter in Hispania. Daarvandaan reisde hij, zoals we hierboven zagen, door naar Gallia Narbonensis. Ook daar had hij geen bevoegdheden.

Er moest een oplossing komen. Binnen enkele weken zou die er zijn en we mogen aannemen dat Caesar in deze dagen menige brief heeft geschreven naar zijn bondgenoten in Rome, om hun instructies te geven voor de formalisering van zijn staatsgreep.

De Grieks-Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio vertelt over de tocht naar Narbonne nog iets opmerkelijks: Caesar wijdde in de Pyreneeën een altaar aan de goden. Het is een van de zeer weinige keren dat we iets vernemen over zijn religieuze opvattingen.

[Een overzicht van de reeks over Julius Caesar is hier.]

Deel dit: