
Ik heb de laatste weken regelmatig geblogd over Irak, waar ik in oktober een interessante rondreis heb kunnen maken. Hoewel ik ook wel eens over milieuvervuiling heb geschreven, heb ik geprobeerd de nadruk te leggen op de leuke, mooie dingen. Het land komt al zo vaak zo negatief in het nieuws. De mensen daar verdienen dat er naast die sombere verhalen ook wat aandacht is voor leuke dingen.
Vandaag het voorlaatste stukje. Een stukje zonder veel structuur met wat aantekeningen, leuk en niet leuk, die ik ter plekke heb gemaakt.
Kopermarkt
Elke toerist loopt een keer over de kopermarkt van Bagdad, al was het maar omdat het Bagdadmuseum er tegenover en een mooie madrassa ernaast ligt. Veel koperwerk leek me Made in China te zijn en er wordt onderhands bier verkocht. In elke oosterse souq of bazar word je geconfronteerd met kooplieden die hun waren op brommers of met veel te brede wagens door de smalle gangen vervoeren, zodat je je voortdurend afvraagt waarom er nooit eens iets omvalt. Nergens waren de wagens breder en de brommers luidruchtiger dan in Bagdad. De kar is koning.

De soefi’s van Irak
Saddam Hoessein steunde op de seculiere Baath-partij maar was niet blind voor religie. Hij liet zich erkennen als afstammeling van Mohammed omdat hij wist dat dit bij de sji’ieten goed viel. Ik was gefascineerd door een door hem gebouwd gebedshuis voor de soefi’s, de islamitische mystici. Asghar Seyed-Gohrab heeft erop gewezen dat Khomeiny hun verlangen naar eenwording met God makkelijk kon misbruiken door ze aan het front de dood in te sturen. Ik wil niet uitsluiten dat ook Saddam Hoessein het zo wilde benutten.
Museumbeleid
Het is geen geheim dat het museum in Bagdad is geplunderd. Na een amnestie zijn veel voorwerpen teruggebracht, zoals de Warka-vaas. Nu zie je overal posters als deze.
Ik dacht: het zou een heel, heel goed idee zijn als we in de Nederlandse en Vlaamse musea ook zulke posters hadden hangen, om mensen erop te wijzen dat wie unprovenanced voorwerpen aankoopt, vrijwel zeker een heler is.
Soldaten (1)
Overal zijn mannen in uniform. Deels van het officiële leger, deels van milities. Vaak zijn het besnorde heren van een zekere leeftijd en een zekere lichaamsomvang. Kistjes lijken niet te behoren tot de PSU, want iedereen heeft ander schoeisel. Wij hadden regelmatig een escorte en hoewel ik niet het idee had dat het noodzakelijk was, keek ik wel op toen we op weg naar Kerbala ineens perfect uitgeruste, atletische begeleiders hadden. Dit was hardcore.
Soldaten (2)
Je vraagt je af: als Irak de helft van zijn beveiligingspersoneel ander werk zou laten doen, zou het talent van al die mannen dan niet beter zijn aangewend? Ik bedoel dit niet als geborneerd grapje over het leger, want ik trek nut en noodzaak van het leger allerminst in twijfel. Maar in Irak denk je: wat een ongelooflijke verspilling van middelen en talent.
Eten in Irak
In Irak hebben ze toffees, gevuld met kokos. Ze zijn heerlijk. Ook de bananen zijn er smakelijker dan in onze contreien.

Ontbijt
Volgens mij heeft elk hotel in het Midden-Oosten in het restaurant een CD liggen van Fairuz. Waar je ook ontbijt, je hoort die Libanese zangeres. Ik ben er niet kapot van, maar je hoort tenminste verschil in volume, en muzikanten gebruiken niet voor niets hard en zacht. Liever Fairuz dus dan de muzak die je in Nederlands hotels alle eetlust ontneemt.
Architectuur
Irak is stoffig, er is weinig stedelijk groen, overal ligt rommel en langs elke straat hangen elektriciteitsdraden. Anders gezegd: de omgeving lijkt niet op wat wij gewend zijn. Daardoor herken je vaak niet dat moderne huizen en bedrijfsgebouwen eigenlijk precies hetzelfde zijn als in Nederland.

Goedlachse mensen
De Iraki’s die ik ontmoette waren zo nu en dan wat afwachtend, maar het afnemen van je hoed was voldoende om het ijs te breken en een glimlach op een gezicht te tekenen. Als het gaat om goedlachsheid, doen Iraki’s niet onder voor Egyptenaren. Even goed weet je van iemand die je zojuist een grappig verhaal heeft verteld, dat ISIS zijn broer heeft vermoord en dat hij nu de zorg heeft voor de kinderen van twee gezinnen.
Toerisme in Irak
Toerisme is niet makkelijk, al is het mogelijk. De sji’itische heiligdommen hebben een toegankelijke, Efteling-achtige schoonheid. Hatra is een kleinere versie van Palmyra en Bagdad is een echte stad, met alles erop en eraan. De zuidelijke moerassen vergen ook geen voorbereidende studie. Maar laten we eerlijk zijn: de opgravingen die mij interesseerden, zijn lastig. Je moet bereid zijn kilometers te rijden over zanderige wegen om te komen op zanderige plekken waar in het zand vage zanderige structuren zijn te herkennen. Evengoed sta je dan plotseling bij Woolley’s Pit, op een plek waar wetenschapsgeschiedenis is geschreven. Kortom: bereid je voor en je zult ervoor beloond worden.

Istanbul
Op de nieuwe luchthaven van Istanbul wachtten we op een verbindende vlucht. We aten een ijsje. Ergens hoorde ik Leaving on a Jet Plane van John Denver. Ik zou nog even over de muziekkeuze hebben nagedacht.
Mooie afronding. Bedankt voor het leuke en interessante verslag van jullie belevenissen.
“Asghar Seyed-Gohrab heeft erop gewezen dat Khomeiny hun verlangen naar eenwording met God makkelijk kon misbruiken door ze aan het front de dood in te sturen. ”
Wat ik van mensen die in het leger van Iran vochten tijdens de oorlog met Irak is dat de martelaren leden van de revolutionaire garde waren, en dat deze organisatie geheel los stond van het leger.
Jonge mannen met een groene band om het hoofd werden met bussen tegelijk naar het front gebracht, na enig gezang en gebed stormden ze recht op de vijand af en ’s avonds waren ze allemaal dood. Zij waren veelal afkomstig van het platteland en geïndoctrineerd door de imams. Er was geen enkel militair doel en het leverde niets op.
Kan je zoiets misbruik noemen ?
Je kunt het ook islamitisch fanatisme noemen tot je bedenkt dat het in 14-18 net zo ging.
Ik denk eerder dat al die mannen die nu bewaker zijn, anders werkloos waren geweest. Verborgen werkloosheid komt veel voor in ontwikkelingslanden. In Kenya zie je bijvoorbeeld geen meisjes achter de kassa van de supermarkt, maar volwassen mannen en er staan ook mannen bij de kassa om je boodschappen in te pakken in een plastic zakje, wat dus betekent dat er ook daar heel veel afval was. Maar ik heb vernomen dat plastic zakjes in Kenya inmiddels verboden zijn.
En wat die posters betreft: ik zou het juist heel raar vinden als die in Nederlandse musea zouden hangen. Alsof iedere bezoeker een potentiële verdachte is. Volgens mij zijn museumbezoekers over het algemeen hele brave mensen.
Ik weet het niet hoor. Er is toen nooit tegen de soldaten gezegd dat na hun opoffering het paradijs zou volgen.
Ergens in de jaren negentig liet een bekende die in Iran was geweest een foto zien van de begraafplaats in Teheran vol met foto’s van de jonge gevallenen. Dat was wel vrij bizar.