
De naam “Hatra” is Aramees en betekent waarschijnlijk zoiets als “omheining”. Het moet verwijzen naar de muur (temenos) rond de tempel van de zonnegod Šamaš. De Hatrenen zelf noemden de stad Beit Elaha, “huis van god”. Er is geen bewijs voor bewoning van de plaats vóór de Parthische tijd (c.140 v.Chr. – c. 225 na Chr.), al kunnen verscheidene beelden uit de daaraan voorafgaande eeuw dateren, toen het gebied behoorde tot het Seleukidische Rijk.
Gelegen tussen enerzijds de vruchtbare vlakten van Assyrië in het oosten en de vallei van de Eufraat in het westen, was Hatra een belangrijk handelscentrum, vergelijkbaar met Palmyra. Handel was destijds vaak gecentreerd rond heiligdommen – denk aan de Wierookroute over het Arabische Schiereiland – en ook de tempel van Šamaš zal zo hebben gefunctioneerd. Hatra had hierdoor contacten met de hele wereld. Het verbaast niet dat er allerlei mensen woonden: afstammelingen van de oude Assyriërs en Babyloniërs, Arameeërs uit Syrië, Griekse en Macedonische veteranen, Iraniërs, en dit alles onder een Arabische dynastie. Hatra geldt daarom als de eerste Arabische stadstaat, maar je mag de vraag stellen wat daarmee is bedoeld.

Tempels en muren
Hatra was gebouwd in de vorm van een cirkel, met een enorme buitenmuur. Dat plattegrondtupe kennen we vooral uit Iran (vgl. Firuzabad). Het door een tweede, vierkante muur omgeven hoofdheiligdom bevond zich in het centrum. Behalve Šamaš vereerden de Hatrenen daar ook Nergal – ik blogde er al eens over – en de Griekse Hermes, de Syrische Atargatis, de Fenicische Ba’al Šamem (“heer van de hemelen”), en de Arabische Allat.
Archeologen hebben zich vooral beziggehouden met het heilige stadscentrum vol herkenbare monumentale architectuur met levensechte decoratie, maar de stad zelf bleek moeilijker te onderzoeken. Alleen die enorme buitenmuur, met een omtrek van ongeveer twee kilometer en versterkt met meer dan 160 torens, leende zich voor onderzoek. Evengoed vonden ze wonderlijke altaren.

De diverse koninkrijkjes in het oosten vormden belangrijke bufferstaten tussen het Romeinse en Parthische Rijk. Desondanks probeerden de Romeinen steeds meer controle over hen te krijgen. Commagene aan de Eufraat, het rijk van de Nabateeërs rond Petra, Palmyra in Syrië, Edessa, Nisibis en Singara moesten er vroeg of laat aan geloven. Hatra was uitzonderlijk omdat het zijn onafhankelijkheid behield, ondanks belegeringen door de keizers Trajanus (116/117) en Septimius Severus (197/198). De stadswal was te groot en sterk, schrijft de Grieks-Romeinse auteur Herodianus. Uiteindelijk was het de Sasanidische vorst Shapur die de stad in 241 innam en zo een vooruitgeschoven basis had om de Romeinse provincie Mesopotamia aan te vallen.

Het huidige Hatra
Een filmpje over de schade die de zogenaamd Islamitische Staat, die hier autobommen vervaardigde, heeft aangericht, vindt u hier. Die schade leek mij bij mijn recente bezoek eigenlijk wel mee te vallen. De vandalen hadden het gemunt op de opvallendste monumenten zonder in de gaten te hebben dat dit moderne reconstructies waren. Italiaanse archeologen hebben het gebied inmiddels weer opgeknapt en willen in februari naar buiten komen met nieuws dat nu nog even onder embargo is.
En hieronder is nog een leuke ichthyokentaur (een zeewezen met een mensenlijf, paardenhoeven en een vissenstaart), vervaardigd door een beeldhouwer die de zee nooit zal hebben gezien.

PS
Voor een stukje over Hatra geldt nog een genreconventie. Het is immers incompleet als niet ergens staat vermeld dat het begin van de film The Exorcist hier is opgenomen. Maar daarover blog ik morgenmiddag.
Naschrift 18 november 2021
Inmiddels bezochten we Hatra en we maakten er een filmpje.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.