De Bergrede (16): de Mammon

Het is zondag en u bevindt zich weer in de reeks over het Nieuwe Testament, meer in het bijzonder in het deel over de Bergrede. De samensteller daarvan wijdt, na zijn behandeling van het vasten, enkele opmerkingen aan rijkdom en bezit. Het is een beetje een rommelig stukje.

De Mammon

Hier is het begin:

Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. (Matteüs 6.19-21; vgl. Lukas 12.33-34; NBV21)

Het vervolg:

Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de Mammon. (Matteüs 6.24; vgl. Lukas 16.13)

Mammon is de verpersoonlijking van het kapitaal. Het verband tussen deze zinnen is dus duidelijk. Wat ik niet snap is het zinnetje er tussenin.

Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis! (Matteüs 6.22-23)

Rijkdom en armoede

We zullen die lamp verder laten wat ’ie is want de opmerkingen over de Mammon zijn interessant genoeg. Voor ons eenentwintigste-eeuwers is het vanzelfsprekend dat er zoiets is als economische groei. Wij zijn welvarender dan onze ouders, die weer rijker waren dan onze grootouders. In de Oudheid was men zich daar niet zo van bewust: de machthebbers sneden de koek en als de een rijker was, was de ander armer. Het inzicht dat de koek als geheel kon groeien, ontstond pas in de zeventiende eeuw.

Jezus en zijn volgelingen, peasants aan de onderkant van de samenleving, hadden een alleszins begrijpelijke afkeer van rijkdom. Niet omdat ze in armoede een deugd herkenden, maar omdat ze meenden dat de rijken per definitie anderen in armoede hielden. Ongeveer zoals de vrijheid van de meester mogelijk was door de onvrijheid van de slaaf. In dit opzicht zijn Jezus’ uitspraken tegen de rijken precies wat we zouden verwachten. Er zijn dan ook volop parallellen.

Henoch over geld

Neem de Gelijkenissen van Henoch, een tekst uit het begin van onze jaartelling. Op het Laatste Oordeel worden de heersers, koningen en landbezitters bestraft. Weliswaar pleiten ze, min of meer zoals de rijke man in Lukas’ gelijkenis over de arme Lazarus, voor respijt, maar de Mensenzoon gunt het ze niet. “Onze zielen waren vervuld van het onderdrukkende geld,” erkennen ze, “maar dat zal ons niet redden nu we in de Sheol worden geworpen.” (1 Henoch 63.10).

Een andere tekst, de Brief van Henoch uit de tweede eeuw v.Chr., adviseert de mensen gerechtigheid te beoefenen en haalt uit naar degenen die door middel van zonde – lees: woeker – het kapitaal verwerven om huizen te bouwen, want die zullen tot op de funderingen worden gesloopt. “Wee jullie, rijke mensen, die jullie vertrouwen in geld stellen” gaat de auteur verder, “jullie zullen je rijkdommen uitzweten.” En: “toen jullie rijk waren, waren jullie onderdrukkend en nu zijn jullie voorbestemd voor de dood”.

Andere parallellen

De Henochitische literatuur is niet de enige parallel. Het Damascusgeschrift (een van de Dode-Zee-Rollen) noemt rijkdom als een van de drie netten waarmee de duivel de mensen verstrikt. De twee andere zijn ontucht en de ontering van de tempel (4.17). Het zijn allemaal uitwerkingen van een oeroude, joodse gedachte, die we ook vinden in Spreuken 11.7: “Wanneer een goddeloze sterft, gaat al zijn hoop verloren, van zijn rijkdom hoeft hij niets te verwachten.”

Er zijn talloze andere parallellen. Voor een rijke was er, in het denken van de arme Joden, maar één hoop: alles verkopen en de opbrengst geven aan de armen. Dat is – Jezus erkent het in Matteüs 19.24 – voor rijke mensen niet eenvoudig. Het was nu eenmaal gemakkelijker voor een dromedaris om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om een plaats te hebben in de wereld die zou komen.

[Een overzicht van de reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deel dit:

12 gedachtes over “De Bergrede (16): de Mammon

      1. Klaas Krab

        Even La Fontaine citeren:

        “le premier qui vit un chameau
        s’enfuit à cet objet noveau
        le second approcha, le troisième osa faire
        un licou pour le dromedaire”

        Waarom? Chagall (jawel) heeft een illustratie voor dit gedicht gemaakt, die er volledig op gericht is om Jona te vriend te houden:

        1. De kleurenkladder heeft in zwart-wit gewerkt;
        2. Hij vermeed het door La Fontaine aangelegde mijnenveld (eerst ‘kameel’, dan ‘dromedaris’) door het dier op de afbeelding weg te laten:

        https://georgetown-frame-shoppe.myshopify.com/collections/the-fables-of-jean-de-la-fontaine-book-i-1952-marc-chagall/products/marc-chagall-the-camel-and-the-floating-sticks-from-les-fables-de-la-fontaine-volume-i

        Het monster van Loch Nes lijkt er overigens wel zijn opwachting te maken.

  1. FrankB

    “Mammon is de verpersoonlijking van het kapitaal.”
    In de dagelijkse betekenis van het woord. In de economie betekent kapitaal geïnvesteerd geld met als doel opbrengsten te genereren. Een boer die een werktuig koopt is daar een voorbeeld van. Ik denk niet dat Mammon daar de verpersoonlijking van is. En zoals bekend stopt Noord-Korea graag kapitaal in wapensystemen ten koste van menselijke basisbehoeften.
    Zo wordt duidelijk dat kapitalisme nog weer iets anders betekent: productiemiddelen (zoals dat werktuig van de boer) zijn in privaat en niet in gemeenschappelijk eigendom (zoals in het staatssocialistiche Noord-Korea, waar de staat de belichaming pretendeert de belichaming van de gemeenschap te zijn). Je hebt er terecht vaak op gewezen dat men in de Oudheid geen goed begrip had van de economische wetenschap. Dat gold ook voor Jezus en zijn aanhang. Wat ze wel hadden begrepen is dat het privaat bezit van productiemiddelen en grote hoeveelheden kapitaal gemakkelijk tot machtsmisbruik kan leiden.
    Het is dan wel weer grappig dat een kerk gefinancierd door gelovigen eveneens kapitaal vertegenwoordigt. Ik zou toch niet willen stellen dat die gelovigen op zondag Mammon aanbidden.

  2. Dirk Zwysen

    Het traditionele onderwijs, met drie uur godsdienst en 0 uur economie, heeft zijn sporen nagelaten want ik heb het ook niet zo voor de rijken. De koek mag dan wel groeien en ik.weet niet wat hongersnood is, maar er zijn er nog steeds die kruimels krijgen. Of mijn kinderen het beter zullen hebben dan ik, daar vrees ik vaak voor.
    De Mammon heeft zich in de Kerk zeker een plaats gekocht. Gelukkig bestaan er nog paters trappisten, die niet enkel goed bier brouwen maar bescheiden voorleven hoe Kerk en economie anders kunnen. Ik denk concreet aan die van Chimay die in hun zakelijke beslissingen hun bestaansreden trouw blijven en kiezen voor de plaatselijke werkgelegenheid. Men klopt er ook niet tevergeefs aan voor hulp. Bedrijven sponsoren en verwachten reclame, de abdij steunt in stilte.

  3. Saskia Sluiter

    Tja. 1% van de wereldbevolking bezit de helft van al het vermogen op aarde. 1%! Geld heeft de merkwaardige eigenschap naar boven te rollen en hoe meer kapitaal er boven is samengebald. hoe harder het rolt.
    Lees ‘Wereldwijde Ongelijkheid : welvaart in de 21e eeuw’ van Branko Milanovic over welvaart binnen landen en tussen landen onderling. Marten Toonder had er ook het een en ander over te zeggen; ik herinner me althans een paar meesterlijke Bommels over het onderwerp.

  4. Huibert Schijf

    In negentiende-eeuws Engeland werden joodse financiers regelmatig geassocieerd met Mammon. Dat was antisemitisch bedoeld. Als ik me goed herinner biedt Anthony Trollope in zijn novelle The way we live now over die kwestie een verontwaardigde satire.

    1. Geerke Simons

      Is het niet dat als je oog helder is, je goed het verschil ziet tussen goed en kwaad? Maar als je oog troebel is, zie je niet dat je verkeerd bezig bent? Dat je achter geld aanjaagt en niet de dingen ziet die echt belangrijk zijn?

Reacties zijn gesloten.