De Bergrede (19): De Tweesprong

Vandaag mijn voorlopig laatste stukje over de Bergrede. En omdat het de laatste dag is van de Week van de Klassieken, kijken we opnieuw naar een passage met een klassieke parallel. Hier is Matteüs 7.13-14 in de onlangs herziene Nieuwe Bijbelvertaling.

Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.

Voor de liefhebbbers: er is een parallel in het evangelie van Lukas (13.24), maar daar is de regel, vrijwel zeker afkomstig uit Q, geplaatst in een andere context.

Lees verder “De Bergrede (19): De Tweesprong”

De Bergrede (18): De gulden regel

Herodotos (Agora Museum, Athene)

Het is de Week van de Klassieken en het komt goed uit dat ik in mijn reeks over het Nieuwe Testament een regel uit de Bergrede kan behandelen met een klassiek Griekse parallel. Maar eerst even terug naar de bron Q, de door de auteurs van het Matteüs- en het Lukas-evangelie gedeelde bron. We komen bij een passage waar we mooi kunnen zien hoe de twee auteurs met de stof omgaan. De vertaling is NBV21.

Matteüs 7.1-2 Lukas 6.36-38
Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden.
Want op grond van het oordeel dat je velt, zal over jou geoordeeld worden, Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden.
Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld.
en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.

Terwijl Lukas de woorden wat uitbreidt, lijkt Matteüs de eenvoudige oertekst weer te geven. De opmerking over de maat waarmee je gemeten zult worden, vinden we tevens bij Marcus (4.24) en bewijst dat, ook als een wat langere passage uit Q lijkt te komen, we rekening moeten blijven houden met andere relaties tussen de evangeliën. Misschien delen Q en Marcus hier een woord van Jezus, maar het kan ook heel goed een spreekwoord zijn geweest. Er zijn vergelijkbare opmerkingen in het Mishna-traktaat Sotah (1.7) en in de Babylonische Talmoed (Sabbat 127b).

Lees verder “De Bergrede (18): De gulden regel”

De Bergrede (17): De bloemen in het veld

Een van de mooiste passages uit het Nieuwe Testament, waarover ik op gewoonlijk op zondag blog, volgt meteen op de passage uit de Bergrede dat niemand én de goede zaak én het kapitaal kan dienen. Het is óf God of de Mammon. Na deze constatering, begrijpelijk als we weten dat het gaat om een wereld zonder noemenswaardige economische groei, verandert de tekst (Matteüs 6) van karakter en gaat over in iets dat ook poëzie had kunnen zijn.

Maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? (NBV21)

Lees verder “De Bergrede (17): De bloemen in het veld”

De Bergrede (16): de Mammon

Het is zondag en u bevindt zich weer in de reeks over het Nieuwe Testament, meer in het bijzonder in het deel over de Bergrede. De samensteller daarvan wijdt, na zijn behandeling van het vasten, enkele opmerkingen aan rijkdom en bezit. Het is een beetje een rommelig stukje.

De Mammon

Hier is het begin:

Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. (Matteüs 6.19-21; vgl. Lukas 12.33-34; NBV21)

Lees verder “De Bergrede (16): de Mammon”

Bergrede (15): Het vasten

Iets wat je niet doet (namelijk eten en drinken), kun je ook niet illustreren. Bij gebrek aan echt plaatje dus maar een afbeelding van een niet werkende broodoven uit Kerkouane.

Even voor uw oriëntatie: u bevindt zich in een reeks waarin ik het Nieuwe Testament plaats in zijn joodse context. Meer in het bijzonder loop ik door de Bergrede, een door Matteüs grotendeels uit Q-materiaal samengestelde, aan Jezus toegeschreven toespraak. We hebben de afgelopen weken het Onze Vader besproken en nu ga ik verder met de rest van de Bergrede. (Tussen haakjes: ik las ergens dat het een van de lievelingsteksten was van Gandhi en voelde me beschaamd dat ik te weinig Indische literatuur heb gelezen om een lievelingstekst te kunnen noemen.)

Wanneer jullie vasten, doe dan niet als de huichelaars met hun sombere gezichten, want zij vertrekken hun gezicht om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (Matteüs 6.16; NBV21)

Lees verder “Bergrede (15): Het vasten”

Brokerless kingdom

Dit beeldje staat bekend als “The young peasant” en komt uit Gadara – u weet wel, van de dwaas. Het is niet alleen interessant omdat het een boer afbeeldt, maar omdat het ook de Hollywood-mythe weerlegt dat de Joden en hun buren gekleed gingen zoals Arabieren in het Ottomaanse Rijk.

Het Onze Vader, waarover ik al vaker blogde (één, twee, drie), begint met – u raadt het al – het woord “vader”, abba. Er is wel beweerd dat dit iets was dat zo weinig parallellen heeft dat het echt op Jezus moet teruggaan. Dat is niet waar. De aanspreekvorm is in de apocriefe literatuur gedocumenteerd (Tobit 13.4, Sirach 23.1, 51.10). Ze is buiten het jodendom zelfs goed bekend. Tijdens de slag bij Kadesh riep Ramses II Amon aan als zijn vader. De Grieken noemden Zeus “vader van goden en mensen”. Ook de joodse charismaticus die bekendstaat als Honi de Cirkeltrekker, ging uit van een zoon-vader relatie. Uniek is de aanspreekvorm dus niet. Ze is echter wel significant.

Peasants

Het punt is dat de gelovige een directe relatie met God claimt. Dat klinkt na twee millennia christendom vanzelfsprekend, maar in het tempeljodendom was de normale gang van zaken dat iemand zich tot God richtte met een offer in de tempel. Dat gebeurt in het Onze Vader dus niet. Dat is enerzijds onverwacht, maar tegelijk precies wat we zouden verwachten. Jezus kwam namelijk uit Nazaret, dat wil zeggen van het platteland. Dit was de wereld van de peasants, de zelfvoorzienende kleine boeren. Mensen waarover we dankzij vergelijkingen met andere culturen wel het een en ander weten, zelfs als ze, zoals in Galilea, weinig op schrift hebben gesteld.

Lees verder “Brokerless kingdom”

De messiaanse maaltijd

De eindtijd, zoals afgebeeld in het Bachkovo-klooster. De drie aartsvaders zitten links.

In deze reeks, waarin ik het Nieuwe Testament probeer te plaatsen in zijn joodse context, waren we beland in een al acht maanden durende subreeks over de Bergrede, en daarbinnen zijn we bezig met het Onze Vader. Vorige week kondigde ik aan dat ik zou terugkomen op de bede om het dagelijks brood. Er is geen enkele reden die niet letterlijk te nemen, maar er is vrijwel zeker ook een overdrachtelijke betekenis. Ik schreef

dat het woord dat we als “dagelijks” weergeven, een hapax is, een woord dat slechts één keer in de antieke letteren voorkomt. Het is dus moeilijk om ἐπιούσιος zomaar te vertalen. Mogelijk is het een verwijzing naar een toekomstige maaltijd, als de mensen in de Eindtijd mogen aanschuiven bij een door de messias aangeboden maaltijd.

Lees verder “De messiaanse maaltijd”

Het Onze Vader (3)

Reliëf met iemand in gebed, vrijwel zeker niet het Onze Vader (Makthar)

Ik had vorige week een beginnetje gemaakt met het Onze Vader, een onderdeel van de Bergrede uit het Matteüsevangelie (6.9-15), ook bekend is uit het evangelie van Lukas (11.2-4) en de Didache 8. Ik heb erop gewezen dat er allerlei criteria zijn waaraan valt af te lezen dat het Aramese origineel mogelijk teruggaat op Jezus zelf. Het is in elk geval ouder dan de drie bronnen waarin de tekst is overgeleverd.

Het Onze Vader

Vandaag iets meer over de inhoud, die bestaat uit enkele simpele verzoeken:

  1. dat Gods koninkrijk komt,
  2. dat er dagelijks brood zal zijn,
  3. dat schulden worden vergeven,
  4. dat men niet beproefd zal worden.

Lees verder “Het Onze Vader (3)”

Het Onze Vader (2)

Een van de beden in het Onze Vader betreft het dagelijks brood (Ezinge)

In de Bergrede, zoals bekend door de auteur van het Matteüsevangelie samengesteld uit Q-materiaal en dus per definitie voorzien van een parallel in Lukas, is ook het Onze Vader opgenomen. Beide auteurs hebben een Aramees origineel, waarover ik al eens heb geschreven, vertaald in het Grieks.

Twee à drie versies

Er is bovendien een buitenbijbelse overlevering van dit gebed. Die is opgenomen in de Didache, een tekst die heeft gecirculeerd onder een groep volgelingen van Jezus die de Wet van Mozes bleven onderhouden. Ze worden wel aangeduid als joodse christenen. De Griekse versie in de Didache lijkt op die van Matteüs, maar daar waar ze ervan afwijkt, komt ze overeen met de Koptische versie. Dit kan het beste verklaard worden met de aanname dat de Didache en de Koptische versie teruggaan op hetzelfde origineel, dat niet Matteüs is. Het is allemaal niet 101% zeker, maar ik wil serieus overwegen dat we te maken hebben met een onafhankelijke, buiten-bijbelse overlevering. Ik zet ze hieronder naast elkaar: tweemaal de Nieuwe Bijbelvertaling en de Didache in de vertaling van Arjan de Kok.

Lees verder “Het Onze Vader (2)”

De Bergrede (14): Aalmoezen

Museumpark Orientalis

Een nieuwe zondag, een nieuw stuk over de Bergrede in mijn reeks over het Nieuwe Testament. Mocht die reeks u boeien: ik heb deze pagina aangemaakt om alle stukken bij elkaar te hebben. Vandaag het beroemde advies om bij het geven van aalmoezen de linkerhand niet te laten weten wat de rechterhand doet. In de Nieuwe Bijbelvertaling is de passage, Matteüs 6.1-4, als volgt weergegeven:

Let op dat jullie je gerechtigheid niet tentoonspreiden om door de mensen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus wanneer je iemand iets geeft uit barmhartigheid, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Als je iets uit barmhartigheid geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je gift in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Lees verder “De Bergrede (14): Aalmoezen”