
In het vorige filmpje over de (oude) geschiedenis van Byblos legde ik uit hoe de eerste mensen er in de Prehistorie waren komen wonen. Dat was ergens in het zevende millennium v.Chr. We slaan twee millennia over en komen dan, ergens rond 4500 v.Chr., aan bij het Chalcolithicum. Dat betekent letterlijk “kopersteentijd” maar we zeggen vaak Kopertijd.
Die naam is wat misleidend. Het betekent alleen dat men in die tijd – en niet per se in Byblos – in staat was ovens te bouwen waarmee men temperaturen kon halen om koper te bewerken. Dat zegt vooral veel over het technologisch potentieel van die tijd en vertelt iets over de oplossingen die de mensen kiezen konden. Ook als je geen koper gebruikte, waren er bepaalde opties die eerder niet hadden bestaan en dus is “Kopertijd” een redelijke typering voor een bepaalde type samenleving. Zelfs als daar geen koper of ander metaal wordt gebruikt.
Pas na ongeveer 3500 v.Chr. deed metaalgebruik in Byblos zijn intree. En dan vooral zilver. Dat duidt op een vorm van ruilhandel, want de dichtstbijzijnde ader is 300 kilometer ten noorden van de nederzetting. Wat Byblos heeft teruggegeven, weet ik niet. Koper deed eveneens zijn intree en diende om wapens en vishaken te maken.
De handel moet hebben geleid tot enige welvaart en welvaart leidt vrijwel altijd tot sociale stratificatie. Zie het plaatje.

Gek genoeg ontbreken in Byblos de maatschappelijke tegenstellingen. Alle huizen en graven – nog steeds in kruiken – zijn ruwweg hetzelfde. Hier en daar een importstuk. Ook waren er geen verdedigingswerken om de welvaart te beschermen tegen afgunstige buren.
Goed. Ik leg het u uit in het filmpje. Verwacht, van een filmpje dat is gemaakt met een telefoon en een simpel microfoontje, geen hoge kwaliteit. De horizon ligt inderdaad scheef, ik weet het. We gaan een gimbal kopen en wie weet wat er daarna mogelijk is.
PS
Eigenlijk zou het verhelderend zijn een indeling te maken in Broodtijd (220°), Aardewerktijd (800°), Kopertijd/Bronstijd (1100°) en IJzertijd (1600°).
Het oplopen van de temperatuur geeft aan hoe dit steeds meer welvaart en sociale ontwikkeling mogelijk maakt, maar tevens het vermogen tot destructie verveelvoudigt.
Uiteindelijk gaat alles in rook op.
De gerichte pijlen in het plaatje suggereren dat er sprake is van een causaal model. Op sommige plekken is er echter sprake van wederzijdse beïnvloeding, met andere woorden samenhang zonder duidelijke causaliteit. Strikt genomen moet er voor iedere pijl een toetsbare hypothesen zijn. Maar dat laat ik rusten. De hoeveelheid potentieel ontginbare grond kan gelezen worden als de onafhankelijke variabele in de flowchart. Door nieuwe technieken, irrigatie, daalt de hoeveelheid potentiële grond. Een dynamiek die niet goed zichtbaar is, maar wel van belang omdat er daarmee grenzen aan bijvoorbeeld de bevolkingsgroei zijn. De natuurlijke omgeving betrekken bij maatschappelijke ontwikkeling is een goed idee. Maar er zal ook niet overal sprake zijn van een longue durée. De dichotome variabele oorlogsvoering hangt wat mij betreft nogal in de lucht. Er zijn duidelijk samenhangen met andere variabelen, maar hoe dan?
Nee, die pijlen duiden op wisselwerkingen. Het is een poging om een genuanceerdere vorm van causaliteit te visualiseren.
Wisselwerkingen staan nu in het plaatje aangegeven door twee gerichte pijlen die ieder een andere kant op wijzen, bijvoorbeeld bij oorlog. Dat zou je dan ook bij de andere gerichte pijlen moeten doen. Of je geeft wisselwerking overal aan door lijnen die aan beide kanten een pijlpunt hebben.
Zien we daar Beiroet aan de horizon, of is dat net wat te ver? Wat een mooie plek.
Ja, dat is Beiroet.