
Sommige wegen in de Lage Landen zijn eeuwen-, eeuwenoud. Ze zijn regelmatig te herkennen aan rijen graven, zoals de weg van het Drentse Exloo naar Odoorn langs de hunebedden D31, D33, D34 en D35. Op de Veluwe kennen we de Hessenweg, in Duitsland is er de Hellweg van Krefeld aan de Rijn naar Maagdenburg, en in wat nu België is kennen we de IJzertijdweg die we Chaussée Brunehaut noemen.
Door het Overijsselse Dalfsen liep ook zo’n weg, ruwweg langs het riviertje de Vecht, naar het oosten. Er is wel aangenomen dat het Romeinse leger van generaal Tiberius in 4 na Chr. over deze route naar de Eems is opgerukt. De weg was toen al drie millennia oud. Al in de Trechterbekertijd woonden hier mensen die door een uitgestrekt handelsnetwerk in contact stonden met verre landen. Niet alleen voorwerpen, maar ook ideeën reisden zo door het oude Europa.
Het Trechterbekergrafveld van Dalfsen
In 2015 kwam het deel van deze route dat tegenwoordig Oude Middenweg heet, internationaal ineens in de schijnwerpers te staan. Archeologen ontdekten niet alleen een Trechterbekergrafveld, maar ook een boerderij. Nu kennen we wel meer begraafplaatsen uit die tijd. Dalfsen bezit in feite een hunebeddengrafveld zonder hunebed. Met 137 of 142 bijzettingen was deze begraafplaats echter wel het grootste Trechterbekergrafveld van Noordwest Europa. De boerderij was zelfs een unicum. Ik geloof dat we in Nederland geen parallel hebben.
Het grafveld, gelegen op een dekzandrug en zo’n 125 meter lang en zo’n 20 meter breed, is twee eeuwen in gebruik geweest: van pakweg 2900 tot 2700 v.Chr. Acht generaties. Omdat er minimaal 137 kuilgraven zijn opgegraven, zijn dat dus zeventien bijzettingen per generatie. We mogen ervan uitgaan dat er verschillende boerderijen in de omgeving hebben gestaan, en dat enkele families hier generatie na generatie hun doden kwamen bijzetten. Wie weet worden nog eens andere boerderijen in de omgeving geïdentificeerd.
De grafkuilen oversnijden elkaar niet, wat bewijst dat de graven herkenbaar zijn geweest. Misschien met kleine heuveltjes en/of palen. De opgravers vonden aardewerk, stenen bijlen, vuurstenen objecten en een barnstenen armbandje (of een enkelbandje). Dat laatste is een aanwijzing voor langeafstandshandel over de weg die hier lag. Er was contact met het Oostzeegebied. Misschien sporadisch en vrijwel zeker indirect, maar toch.
Dalfsen na de Trechterbekertijd
Net als in Drenthe bleven de bewoners van de regio hier terugkomen om hun doden eervol te begraven, op een plek waar al zoveel eerder mensen waren bijgezet. De mensen van de Enkelgraf- en de Klokbekerculturen zochten dus bewust aansluiting bij oudere bewoners. Dat ging zo door tot in de IJzertijd. Een prehistorisch lieu de mémoire.
Na pakweg 500 v.Chr. waren er minder bewoners, maar de graven langs de weg bleven zichtbaar en rond 550 na Chr. was hier de begraving van een Merovingische krijger en zijn echtgenote, bijgezet in houten kamers. Ook hun nabestaanden zochten dus aansluiting bij voorgangers.

Er ligt nu een nieuwbouwwijk met straatnamen als Trechterbeker, Hamerbijl en Steentijd. Leuk is de kunstmatige grafheuvel middenin het wijkje, waarvan ik vermoed dat die nog met gras zal worden begroeid. Er loopt een gang doorheen met teksten die uitleggen wat er is gevonden. Ik zie wel vaker met welke visualisaties men archeologie probeert uit te leggen, en dat wil nog weleens mislukken, maar dit is zonder meer een van de succesvolste pogingen de bewoners te laten weten dat ze wonen op de plek van een unieke en belangrijke opgraving. Aan de rand van de wijk zijn nog wat borden met uitleg die via een QR-code doorverwijzen naar een website.
Literatuur
Henk van der Velde e.a., Making a Neolithic Non-Megalithic Monument (2022)
Leuk stukje, dank!