Searching for Utopia

“Searching for Utopia” (Namen)

Bij het kunstevenement ArtZuid plaatst men in het Amsterdamse stadsdeel Oud-Zuid allerlei contemporaine sculptuur. Die staat er dan een tijdje en gaat dan weer weg, waarna twee jaar later weer andere beelden worden geplaatst. Vaak is het  aanbod geslaagd, in 2017 was het onthutsend voorspelbaar en meestal is er een absolute publieksfavoriet. Geen enkel kunstwerk maakte meer en positievere reacties los dan “Searching for Utopia”, dat in 2011 stond aan de Apollolaan. Een gigantische schildpad, waarop een mannetje zat, langzaam zoekend naar een betere wereld.

De populariteit kwam misschien door de locatie. Het beeld stond meteen achter een oorlogsmonument. Een prachtige aanvulling die bij menigeen de associatie opriep met Bloems’ constatering “zo moeizaam triomfeert gerechtigheid”. Het kunstwerk was echter ook uit zichzelf geweldig en mocht wat langer blijven staan om ArtZuid de gelegenheid te geven de fondsen te verzamelen om het aan te schaffen. Dat is dus niet gelukt.

Ik fiets zes keer per week langs de plek waar “Searching for Utopia” heeft gestaan. Regelmatig denk ik eraan hoe Amsterdam een mooi kunstwerk misliep. Twee jaar geleden zag ik het onverwacht terug: het staat tegenwoordig in Namen, halverwege de heuvel waarop Menno van Coehoorn de citadel bouwde. U ziet het beeld hierboven. Ik gun de hoofdstad van Wallonië het allerbeste, maar het steekt. (Er schijnt een ander kopie van het beeld te staan in Nieuwpoort.)

Jan Fabre

De maker van het kunstwerk is Jan Fabre. Ik heb het altijd een weerzinwekkende man gevonden. Medio jaren tachtig maakte hij een voorstelling, “De macht der theatrale dwaasheden”, waarin acteurs op het podium kikkers vertrapten. Wie zoiets verzint, heeft een zieke geest. Ik was dan ook geen seconde verbaasd dat Fabre werd beschuldigd van grensoverschrijdend seksueel gedrag en dat hij twee maanden geleden is veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf. Over beide aspecten – mooie kunst, lelijk karakter – schreef ik tien jaar geleden ook eens.

Inmiddels is Fabre persona non grata. Gecanceld, zoals men dan zegt. In het Museum voor Schone Kunsten in Brussel bevindt zich sinds 2013 in een trappenhuis een kunstwerk, dat u hier kunt zien. Men heeft inmiddels de lichten in dit trappenhuis uit gedaan. Er hangt een briefje waarop staat dat het museum afstand neemt van de veroordeelde kunstenaar en er, letterlijk, geen licht op wil werpen.

Het lijkt me dat deze verduistering te laat komt. Iedereen wist dat Fabre een problematische man was. Als student wist ik het in de jaren tachtig. De mensen in de kunstsector moeten het zeker hebben geweten en het museum heeft Fabre desondanks ruimte gegeven. Willens. Vermoedelijk ook wetens. Ik vermoed dat men genoeg geweten heeft om niet méér te willen weten.

Jean-Paul Marat

Het verduisteren van Fabres kunstwerk is ook weinig consequent. Even verderop in hetzelfde museum hangt “De dood van Marat”, het hommage dat de schilder Jacques-Louis David bracht aan Jean-Paul Marat. Hieronder ziet u het origineel en nog vier kopieën. In een aangrenzende zaal toont het museum hommages aan dit schilderij, gemaakt door contemporaine kunstenaars.

Davids Marat in Museum voor Schone Kunsten (Brussel)

Maar eh, Marat, was dat niet de archetypische populist, was dat geen demagoog van het zuiverste water? Terwijl de Franse Revolutie was begonnen doordat diverse partijen samenwerkten om de problemen van het land op te lossen, creëerde hij in zijn krant l’Ami du Peuple een tegenstelling tussen burgers en aristocraten. Hij riep op tot de executie van de laatste groep. Een citaat van 26 juli 1790 is zo beroemd geworden omdat de beul Marat niet veel later op zijn wenken zou bedienen.

Vijf- of zeshonderd afgehakte hoofden zouden uw rust, uw vrijheid en uw geluk hebben verzekerd; een valse menselijkheid heeft uw wapens tegengehouden en uw slagen opgeschort: het zal miljoenen van uw broeders het leven kosten. Zo gauw uw vijanden triomferen, zal het bloed in grote stromen vloeien; ze zullen genadeloos uw kelen doorsnijden, ze zullen uw vrouwen van hun ingewanden ontdoen, en ze zullen voor altijd uw vrijheidsliefde doven.

L’ami du peuple (26 juli 1790)

Zulke oproepen tot geweld tegen een gecreëerde vijand kennen we uit de twintigste eeuw uit het communisme en het fascisme. We horen ze momenteel ter rechterzijde. Naast zulke oproepen bevatte l’Ami du Peuple deels verzonnen correspondentie, halve waarheden, hele leugens en insinuaties. Het is minder journalistiek dan een dagelijks schotschrift. En het is altijd onaangename lectuur.

Wanneer je als museum geen licht wil werpen op wat onaangenaam is, prima, maar wees dan consequent. Werp dan ook geen licht op een hitser, plaats Davids “Dood van Marat” in het donker, leg uit dat je afstand neemt van Davids verkeerd gerichte hommage en haal een aantal van die afgeleide kunstwerken weg. Zoals de museumdirectie moet hebben geweten wie Fabre was, zo weet ze ook wie Marat was.

De slachtoffers

Ik kan overigens een goede reden bedenken om inconsequent te zijn en dus wél Fabre te geselen maar Marat niet. De slachtoffers van Fabre moeten hun verdriet al jaren dragen en dan is een teken van solidariteit wel zo gepast. Dat vind ik een respectabel argument. Degenen die onderstaand affiche in Namen ophingen, distantiëren zich dan ook minder van Fabre als mens dan dat ze oproepen tot een explicietere bestrijding van seksistisch geweld.

Kortom

U merkt, ik weet niet goed wat ik ervan denken moet. Ik wil mooie kunstwerken los kunnen zien van lelijke mensen. Als ik een analogie mag gebruiken: een goede wetenschapper kan wegens machtsmisbruik zijn baan aan een universiteit verliezen, maar niemand eist een retractie van zijn publicaties. Ik zou het liefst zeggen “haat de zonde, niet de zondaar, en respecteer wat uit zondige handen komt”, maar de slachtoffers hebben ook rechten. Dan is het wat moeilijk vol te houden dat we mooie kunstwerken (ter ere) van lelijke mensen maar moeten handhaven.

Enfin. Ik kom er niet goed uit. Vermoedelijk is er geen echte oplossing of is, als het gaat om het vinden van een evenwicht tussen de diverse meningen, het proces van Searching for Utopia langzaam. Ik ben benieuwd naar uw mening.

Deel dit:

19 gedachtes over “Searching for Utopia

  1. Dirk Zwysen

    Dit is hoe de kathedraal omgaat met Fabres “De man die het kruis draagt”.

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/04/29/antwerpse-kathedraal-laat-standbeeld-jan-fabre-bewust-staan-gr/

    Kunstencentrum De Singel nam Fabres “De man die de wolken meet” wel weg. In Gent bleef hij staan. Luister in onderstaand artikel naar het radiofragment voor de argumentatie:

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/09/10/fabre-beelden/

    De inkompoort van de Zoo is aan de binnenkant ook versierd met twee mozaïeken van schildpadden van Jan Fabre. Die hebben naar mijn weten nooit ter discussie gestaan, vermoedelijk wegens moeilijker te verwijderen en minder opvallend.

    Ik denk dat we het gemakkelijker vinden om naar gedrag van kunstenaars te negeren als zowel zij als de slachtoffers al lang dood en begraven zijn. Net zoals in de discussie over beelden van Leopold II of Godfried van Bouillon ben ik meer voor laten staan en kaderen. Dat kan door begeleidende info of nog beter door een aanvullend, uitdagend beeld erbij te plaatsen.

  2. Saskia Sluiter

    Een voorbeeld uit de literatuur: Celine. Ik kan me er nog steeds niet toe zetten hem te lezen. Terwijl ik toch echt vind dat je de maker van de kunst moet scheiden. Maar bij Celine lukt me dat tot nog toe niet.

  3. Karel van Nimwegen

    De muziek van Marco Borsato en Ali B. heeft eindeloos veel mensen plezier gedaan. Je hoort het nauwelijks meer terwijl de muziek nog altijd vrolijk stemt.

      1. Frans Buijs

        Als Marvin Gaye nog had geleefd was hij zo onderhand ook wel gecanceld, al was het alleen maar vanwege zijn minderjarige vriendin.

  4. Rob Alberts

    Je beschrijft het dilemma helder en duidelijk.

    Maar ook ik heb geen eenduidig antwoord.

    Stille groet,

  5. Huibert Schijf

    Ik kan me dat beeld Searching for Utopia aan de Apollolaan goed herinneren. Het had iets geinigs (ik gebruik dat woord expres) waar je een beetje om kon lachen. Toen ik het zag wist ik niets van de maker. Nu ik dat wel weet is mijn mening niet veranderd. Het is gewoon gelikte kitsch, passend in de tijd van Damien Hirst en Jeff Koons. Het beeld was populair, maar uiteindelijk had niemand er genoeg geld voor over om het voor Amsterdam te behouden. Daar treur ik niet om.

  6. FrankB

    Mijn mening is ongeveer hetzelfde. Wel neig ik er naar toe mooie kunstwerken en hun lelijke kunstenaars samen te laten gaan. Oftewel: laat de kunstwerken ook een monument voor de slachtoffers worden.
    Iets soortgelijks geldt voor sport. Het Nederlands herenvoetbalelftal boycot ik nu al een jaar wegens de duizenden slachtoffers van Qatar.

  7. Ben Spaans

    Op dat schilderij is Marat wel dood…

    Het was nou ook weer niet zo dat er geen tegenstellingen waren in het revolutionaire Frankrijk. In dat soort situaties krijgen types als Marat juist hun kans.

  8. Roger Van Bever

    …Enfin. Ik kom er niet goed uit. Vermoedelijk is er geen echte oplossing of is, als het gaat om het vinden van een evenwicht tussen de diverse meningen, het proces van Searching for Utopia langzaam. Ik ben benieuwd naar uw mening…

    Ik kom er ook niet goed uit, Jona. Het probleem is dat Jan Fabre mooie dingen gemaakt heeft, maar zoals met die kikkers ook weerzinwekkende kunst heeft geproduceerd. Hij is nu dus ‘gecancelled’ vanwege grensoverschrijdend gedrag.
    In Wikipedia lees ik: “Cancelcultuur (Engels: cancel culture), soms ook afrekencultuur, is een modewoord voor het fenomeen dat mensen worden geboycot nadat zij in de publiciteit aan kritiek zijn blootgesteld. Dit gebeurt meestal na een storm van verontwaardiging op sociale media.”
    In sommige gevallen nadert het de ‘damnatio memoriae’. Dan wordt het kind met het badwater weggegooid.

    Neem nou schrijvers: In Frankrijk, Engeland, Duitsland en andere Europese landen heerste er voor en na de oorlog een virulent antisemitisme. Maar ook in Oost-Europese landen, bvb. in Hongarije. Om een paar Franse schrijvers te noemen: Céline, Brasillach, Drieu de la Rochelle. Stuk voor stuk goede schrijvers, maar antisemieten en/of collaborateurs.
    Maar ook (le maréchal) Pétain, oorlogsheld in WO II en collaborateur in WO II. De Fransen worstelen nog steeds met het Vichy-syndroom.

    Nog een opmerking over het schilderij van David: De dood van Marat.
    Zowel met de afgebeelde als met de kunstenaar is er iets niet in de haak: David heeft een belangrijke rol tijdens de Terreur gespeeld en was iemand die altijd de huik naar de wind hing. Marat was minder radicaal en had meer oog voor de minder bedeelden, maar werd later steeds radicaler.
    Overigens is het de moeite waard om het volgende artikel te lezen over Marat:
    https://www.persee.fr/docAsPDF/ahrf_0003-4436_1996_num_306_1_2011.pdf

  9. Fried Deelen

    Heeft J.J. Rousseau niet een prachtboek over opvoeding geschreven terwijl hij van de opvoeding van zijn eigen kinderen weinig terechtbracht? Hoor ik zeggen; kan het niet bevestigend zeggen maar het is wel de moeite waard om uit te zoeken.
    Oproepen tot geweld horen we momenteel ter rechterzijde? Er loopt altijd wel een skinhead rond die door niemand serieus genomen wordt. Wat dat beteft zijn Antifa, BLM, en Volkert v.d. G. veel overtuigender.
    Overigens is die cancelculture rampzalig. In Bogotá is de stichter van de stad Jiménez de Quesada van zijn sokkel getrokken; Isabela van Castilia en Columbus werden door het stadsbestuur verwijderd. Vooral dat eerste was een mooie plaats om te bezoeken. Gelukkig zijn ze nu weg en heeft de conquista dus niet meer plaatsgevonden.
    Affijn. Mooi, die Searching for utopia; ik kende het niet. Mijn utopia is grote kans een andere dan die van de maker, maar de in beeld uitgedrukte overweging is goed.

    1. Fried Deelen

      Veel heeft het met het onderwerp niet te maken maar goed: daar ben ik blij mee ja. Het wordt tijd dat er een paar dingen veranderen.

Reacties zijn gesloten.