Hunebed van de dag: D52 (Diever)

Hunebed D52 bij Diever

Het op twintig na zuidelijkste hunebed in Nederland is ook een van de mooiste. Ik heb het over hunebed D52, even ten noordoosten van Diever. Met een breedte van 4¾ meter en een lengte van 14½ meter was is het best wel groot. Het aardewerk is te dateren tussen 3250 en 2975 v.Chr. en tegenwoordig in het Hunebedcentrum in Borger.

Archeoloog Albert van Giffen, die het naast dit hunebed gelegen landgoed Heezeberg bezat, heeft het graf in 1953/1954 laten restaureren, zodat de bezoeker een redelijk beeld heeft van het geheel. Toen ik er was, bleek dat iemand er bloemen had neergelegd.

Hunebed D52 bij Diever

Hunebed D52 heeft gezelschap van een vierhonderd meter verderop gelegen “steenkist”: een klein, uit de tijd van de hunebedbouwers daterend graf zonder dekstenen. Er zouden twee mensen bijgezet zijn geweest, samen met wat pijlpunten, bijlen, trechterbekers en een kraal van barnsteen. In zijn Gids voor de hunebedden  schrijft Wijnand van der Sanden dat, voordat Van Giffen in 1973 op de begraafplaats van Diever ter aarde werd besteld, zijn kist opgesteld heeft gestaan op de heuvel met de steenkist, zodat zijn collega’s hem daar de laatste eer konden komen bewijzen.

Het schijnt dat aan de andere kant van Diever hunebed D52a heeft gelegen, maar dat is al in de achttiende eeuw gesloopt. De grote stenen waren in een tijd van paalworrm te nuttig bij de versterking van waterwerken. De dekheuvel schijnt echter nog herkenbaar te zijn en omdat er weleens scherven zijn gevonden, zou de heuvel ter plekke bekend staan als de Pottiesbargien, “potjesberg”. Ik ben er niet geweest maar Evert van Ginkel vertelt erover op Hunebeddeninfo.nl.

Dit was het laatste hunebed dat ik heb bezocht. Zoals ik al schreef: het mooiste was voor het laatste bewaard. Hunebed D52 was een mooie afsluiting van mijn fietstochtjes, maar natuurlijk niet het einde van deze reeks. We hebben nog twintig trechterbekergraven te gaan.

Meer weten over de Trechterbekercultuur?

Google Earth: hier. Bezocht op 20 augustus  2021, fietsend van Steenwijk naar Hoogeveen.

Alle hunebedden

Hunebed D54 bij Havelte

Het beste was dus tot het laatste bewaard. Deze zomer vinkte ik de drie laatste exemplaren af op mijn lijstje van hunebedden. Anderhalf jaar daarvoor had ik het plan opgevat ze allemaal eens te bezoeken. Dat plan beloofde immers leuke fietstochtjes voor de perioden zonder lockdown, en dat in een van de mooiste gebieden van Nederland: Drenthe. Het laatste deel van de buit haalde ik binnen op 20 augustus in Havelte, waar twee van die oude grafmonumenten zijn, en in Diever, waar ook hunebeddenvorser Albert van Giffen (1884-1973) begraven ligt. Dit drietal behoorde tot het mooiste en lag in een zonovergoten, schitterend landschap. Fiets van Diever verder via de radiotelescoop van Dwingeloo en je dag is goed.

Trechterbekercultuur

Vermoedelijk ten overvloede: hunebedden zijn van enorme zwerfkeien gemaakte grafmonumenten en behoren tot de zogeheten Trechterbekercultuur. Die moet u tussen 3350 en 2750 v.Chr. plaatsen, dus terwijl in Egypte de Naqada-tijd overgaat in het Oude Rijk en terwijl in Mesopotamië de stedelijke cultuur zich ontwikkelt. De bouw van de hunebedden staat daarvan los, maar Drenthe was via Roemenië, waarvandaan de hunebedbouwers incidenteel metaal importeerden, verbonden met het Nabije Oosten.

Lees verder “Alle hunebedden”

Van Giffen, bioloog en archeoloog

Die Fauna der Wurten

Ik heb weleens verteld hoe de Lachmannmethode, waarbij classici en andere filologen de tekstvarianten in middeleeuwse handschriften gebruiken om de antieke originelen te reconstrueren, het model was voor de evolutietheorie van Charles Darwin. Evolutiebiologen gebruiken immers op analoge wijze hedendaagse diersoorten om te komen tot plausibele reconstructies van uitgestorven voorgangers. Een soortgelijke kruisbestuiving zien we bij Albert van Giffen (1884-1973).

Als je afgaat op hoe archeologen spreken over deze invloedrijke archeoloog, was zijn voornaam Professor, maar hij heette eigenlijk Van Giffen. En hoewel hij beroemd is geworden als archeoloog, was hij van huis uit bioloog. Zijn leermeester was Jan-Willem Moll. Het door Albert van Giffen opgerichte instituut in Groningen heette dan ook het Biologisch-Archeologisch Instituut – de huidige naam doet die traditie niet zoveel recht.

Lees verder “Van Giffen, bioloog en archeoloog”