[Tweede deel van een stukje over Alexander van de Bunts boek Wee de overwonnenen. Het eerste deel was hier.]
De DNA-revolutie
Een derde ontwikkeling: de DNA-revolutie. Door twee nieuwe technieken, het DNA- en het isotooponderzoek, wordt steeds duidelijker dat de mensen vroeger heel mobiel zijn geweest. Van de Bunt noemt dit onderzoek als het gaat om de genocide bij Kessel – opnieuw een kwestie waar discussie mogelijk is – en bij het Meisje van Egtved, dat in Denemarken overleed maar afkomstig bleek uit het Zwarte Woud.
Van de Bunt typeert deze mobiliteit als bijna hedendaags. Ik aarzel. Ik denk dat wij degenen zijn met de vaste woon- en verblijfplaatsen. De ouden waren vermoedelijk mobieler. Of Van de Bunt of ik gelijk krijg, zal de volgende estafetteloper zeggen.
Die zal ook heel anders kijken naar teksten. Waar mensen verhuizen, verhuizen hun ideeën en de DNA-revolutie zal vooral de bestudering van de antieke literatuur veranderen. Er behoren nieuwe hermeneutische strategieën te ontstaan, waarbij rekening wordt gehouden met literaire motieven uit een veel bredere wereld. Het zou zomaar kunnen dat deze of gene anekdote over de Germanen, die Van Es en Van Dockum/Van Ginkel en Bosman/Lendering en Van de Bunt nog accepteerden als feit, een literair motief zal blijken te zijn uit een deel van de antieke wereld waar we nu nog niet kijken. Ik verwacht veel van een diepere kennismaking met de Aramees.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.