Wee de overwonnenen (1)

Het vorige week verschenen boek van Alexander van de Bunt over de vestiging van het Romeinse gezag in de Lage Landen, Wee de overwonnenen, begint met Tacitus. Alexander legt uit dat zijn Romeinse voorganger veel heeft geschreven over onze contreien – Tacitus zal regelmatig terugkeren in het boek – en dat die teksten de beeldvorming over Romeins Nederland sterk hebben bepaald. Terecht wijst Alexander er vervolgens op dat we Tacitus niet al te serieus moeten nemen. Hij was een man van zijn tijd. Hij had een agenda. En vooral: hij schreef niet om onze vragen te beantwoorden.

Omdat Tacitus geen wetenschapper is en ook geen historicus in de normale betekenis van dat woord, moeten we zijn informatie – vertekend, verdraaid – vergelijken met andere gegevens en Van de Bunt wijst terecht op de archeologie. Dat geldt vanzelfsprekend voor alle antieke auteurs. We moeten ze toetsen. Als het gaat om Strabons beschrijving van de rauwe rituelen van de Germaanse Kimbren wijst Van de Bunt bijvoorbeeld op de Man van Grauballe, een Deens veenlijk waarvan de keel is doorgesneden. Van Plinius’ beroemde beschrijving van de terpenbewoners uit het Waddenzeegebied vertelt Van de Bunt dat ze hun woonplaatsen niet hadden gebouwd uit armoede, maar als reactie op de getijden. Soms klopt antieke informatie, soms niet, en je moet kritisch blijven.

Een discussie zonder eind

Een overzicht van het aanbreken van de Romeinse periode in Noordwest-Europa bestaat dus voor een deel uit het vergelijken van teksten en vondsten. En omdat er steeds meer vondsten zijn, omdat er soms nieuwe teksten opduiken, omdat er desondanks altijd te weinig informatie zal zijn en omdat onze vragen aan het verleden voortdurend veranderen, gaat dit vergelijken eindeloos door. Er is steeds een nieuw beeld van de overgang van Prehistorie naar historie. Geschiedenis is nu eenmaal een discussie zonder eind.

Daarom bestaat het definitieve overzicht van Romeins Nederland niet. Het kan niet bestaan. Eigenlijk is het een estafette. Op De Romeinen in Nederland van W.A. van Es volgde Romeins Nederland van Evert van Ginkel en Saskia van Dockum, waarop Arjen Bosman en ik het estafettestokje overnamen met De rand van het Rijk. Nu is het stokje de beurt voor Van de Bunts Wee de overwonnen.

Wie die boeken leest, herkent in het eerdere vaak de aanzetten van het latere. Er moeten in Van de Bunts boek dus stukken zijn waarover nu nog discussie bestaat maar die straks, als de volgende estafetteloper zich aandient, als onaantastbare feiten gelden. En omdat Wee de overwonnen een goed boek is – ik zeg het maar even, opdat u niet denkt dat het niet zo is – kunnen we vermoedelijk al wat dingen aanwijzen.

Een nieuw Romeins Rijk?

Om te beginnen denk ik dat onze opvatting van het Romeinse Rijk gaat veranderen. De reden is de enorme nadruk die de laatste jaren wordt gelegd op de limes, de reeks forten langs de Rijn. Dat het Romeinse Rijk een grens heeft gehad, terwijl de Romeinen met hun woord imperium een invloedssfeer bedoelden, is een negentiende-eeuws idee. Toen werden de nationale staten gecreëerd, met centrale regeringen, hoofdsteden, reguliere belastingen, staande legers en gedefinieerde grenzen. Allemaal niet vanzelfsprekend in de oude wereld.

Het momenteel lopende project om de limes tot werelderfgoed te maken kan heel goed leiden tot bewustwording van het feit dat het Romeinse imperium geen territoriaal afgebakende eenheidsstaat was maar een invloedssfeer en het is leuk te zien dat Van de Bunt al vooruitwijst naar zo’n vernieuwd beeld, bijvoorbeeld als hij aangeeft dat de invloed in de materiële cultuur reikt tot in Scandinavië. Correspondeert dit met politieke invloed? Er is discussie mogelijk over de vraag hoe politieke invloed valt af te leiden uit de materiële cultuur.

Het is óók denkbaar dat het limesproject het negentiende-eeuwse idee van een territoriaal begrensde staat helpt verankeren in het collectieve bewustzijn. Ik geloof in de wetenschap en wil hopen dat uiteindelijk de eenentwintigste eeuw wel zal winnen van de negentiende, maar het hoeft de einduitkomst niet te zijn. Wie weet waar we over tien jaar staan.

Meer data

Een tweede ontwikkeling waardoor ons beeld van Romeins Nederland gaat veranderen is de groei van het databestand. Er zijn steeds meer vondsten. Interessant is momenteel Krommenie, waar een Romeinse wachttoren is gevonden, vér benoorden de limes. Even verderop is de vlootbasis van Velsen. Volgens de gangbare visie heeft die bestaan van 16 tot 28, is het gebied toen ontruimd – een spannend verhaal in Van de Bunts boek – en keerden de Romeinen terug in 40 tot 47, maar het lijkt erop dat de Romeinen tussen 28 en 40 wel degelijk aanwezig zijn gebleven en het is mogelijk dat ze langer zijn gebleven.

Zoiets wordt bewezen met vondsten die lange tijd niet bestudeerd zijn geweest, maar ook de herinterpretatie van het schrijfplankje van Tolsum is hierbij relevant. Het suggereert Romeins gezag in het Friezenland in 29, één jaar nadat dat ten einde zou zijn gekomen. Terecht schrijft Van de Bunt dat het schrijfplankje vooral vragen oproept.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

7 gedachtes over “Wee de overwonnenen (1)

  1. Ben Spaans

    Op welk punt wordt denken in invloedssferen wensdenken?. Adrian Goldsworthy stelt in zijn boek over de Muur van Hadrianus (ga voor de oorspronkelijke Britse uitgave, die is veel mooier dan de vertaling) dat de Romeinen zich ook als meesters/eindbazen beschouwden van de Parthen en zelfs van India (India???), overigens zonder daarvoor een bron te geven.

    Ook kunnen we in Xerxes in Griekenland van Jona Lendering lezen hoe de Perzen van mening bleven dat de Europese Grieken hun onderdanen bleven.

    Het is niet echt hetzelfde, maar tussen 1453 en 1801 bleven de Engelse/Britse vorsten zich koning van Frankrijk noemen.

    1. FrankB

      “dat de Romeinen zich ook als meesters/eindbazen beschouwden”
      Lijkt me niet zo’n handig criterium. Elke malloot kan zich tot meester/eindbaas van het hele Universum uitroepen.
      Uiteindelijk draait het allemaal om macht. Nederland behoorde in de jaren 1980 tot de invloedssfeer van de VSA. Bewijs: de kruisraketten die hier werden gestationeerd.
      Als ik JonaL goed begrijp probeert hij iets anders duidelijk te maken. Dankzij paspoortcontroles en douaneposten enz. zijn wij gewend in hokjes te denken. Deze plek hier is Duitsland; een halve millimeter verderop is Nederland. De Romeinen deden daar niet aan. Willen we het over de grenzen van het Romeinse Rijk hebben, dan moeten we in de gaten houden dat er geen sprake was van een scherpe machtsafbakening, maar van geleidelijke overgang.

  2. FrankB

    “Soms klopt antieke informatie, soms niet, en je moet kritisch blijven.”
    Geldt wat mij betreft voor alle tijden. Zie voor een 20e eeuws voorbeeld de sigarettenfabrikanten.

    “de invloed in de materiële cultuur … Correspondeert dit met politieke invloed”
    Laat ik aftrappen. Politiek draait om verdeling van macht en geld. Tav Scandinavië 20 eeuwen geleden zullen we daar niet snel empirische data van verkrijgen. Ik stel daarom voor na te gaan of de wereldwijde verspreiding van Coca Cola met politieke invloed correspondeert, om te beginnen.

    “en invloedssfeer”
    Invloedssfeer of staat (natiestaat is onzin, omdat ten eerste de term natie vaag is en ten tweede, voor zover ze betekenis heeft, totaal niet van toepassing op de Oudheid) zullen eerst gedefinieerd moeten worden, al is het provisorisch, voor men er iets zinnigs over kan schrijven. Daarbij spreek ik niet bij voorbaat een voorkeur uit voor de ene of de andere definitie.

    “territoriaal begrensde”
    Geldt hetzelfde voor. Onze moderne opvatting van territoriaal begrensd is ook nog maar zo’n 200 jaar oud. Dus zal men moeten specificeren wat een grens is. Ik heb wel eens voorgesteld belastingheffing als criterium te nemen. Behalve praktische problemen (waar ik nooit zo van onder de indruk ben) bedacht ik later dat de Romeinen ook schattingen (dwz middels afpersing) oplegden aan stammen buiten grenzen, zoals meestal herkend. Het simpelste is dan misschien naar militaire bezetting te kijken.
    We moeten niet de fout maken grenscontroles als criterium te nemen. Hoewel sommigen dat graag zouden willen is die nooit perfect geweest. Talloze hedendaagse territoriale grenzen zijn zo lek als een mandje; hoe dicht grenzen ook zijn, mensen slagen er altijd in er doorheen te glippen.

    “vér benoorden de limes”
    Alweer is dit een kwestie van definitie. Definiëren we limes in militaire termen dan behoorde de Krommeniese wachttoren er automatisch toe en lag er dus niet ten noorden van. De limes lag iig een paar decennia noordelijker dan we altijd dachten. Nou, dat is niet schokkend, we weten al lang dat de Romeinen hun verdedigingslinies aanpasten als dat hun verstandig leek.

  3. Roger Van Bever

    … Het is niet echt hetzelfde, maar tussen 1453 en 1801 bleven de Engelse/Britse vorsten zich koning van Frankrijk noemen…

    Hoewel inderdaad off-topic, is het aangehaald voorbeeld inderdaad tekenend voor het begrip invloedssfeer, dat soms alleen maar ‘wensdenken is’. De koningen van Engeland en Groot-Britannië hebben sinds het einde van de Honderdjarige Oorlog niet meer gestreefd om daadwerkelijk op de Franse troon te komen. Zij claimden inderdaad nog wel de titel. Nadat ze ook Calais als laatste deel van het Franse territorium kwijtgeraakt waren in 1558, zijn ze toch doorgegaan met het claimen van de titel en dat werd eigenlijk steeds onrealistischer en zelfs een beetje belachelijk. Ook in het koninklijke wapen bleven ze de fleurs-de-lys behouden.

    Pas op 1 januari 1801 heeft George de toevoeging Koning van Frankrijk uit de formele titulatuur verwijderd. Er was toen natuurlijk ook al een decennium l een republiek in Frankrijk zodat het ook weinig zin had om zijn titel zo te laten. Het inmiddels gevormde United Kingdom of Great Britain and Ireland gaf formeel zijn aanspraak op het regeren van Frankrijk heeft opgegeven. De fleurs-de-lys werd wel uit het koninklijk wapen van het Verenigd Koninkrijk verwijderd, maar later weer in het Canadese wapen opgenomen, meer als symbool voor de Franse invloed die Frankrijk in dat Britse Dominion had gehad. Ook tijdens de restauratie (1814-1848) is er door het UK nooit meer een claim op de Franse troon gelegd.

  4. Roger Rymen

    “… en dat die teksten de beeldvorming over Romeins Nederland sterk hebben bepaald” – Een typisch “Hollands” chauvinisme zou ik durven zeggen. Ik meende dat de Romeinse invloed van “Wee de Overwonnenen” zich slechts beperkte tot een eerder klein gedeelte van Nederland. Elders in de tekst is sprake van de “Lage Landen” waartoe ook Vlaanderen en een groot gedeelte van Wallonië behoren. Deze laatste geologische benadering is in verband met dit boek heel wat beter op zijn plaats dan het erg beperkende “Nederland”. Maar misschien ben ik een oude knar.

Reacties zijn gesloten.