De dood van de messias (7)

De opstanding (George Bandele)

We hebben in deze reeks een paar keer geconstateerd dat de bronnen over de dood van Jezus van Nazaret, de evangeliën van Marcus en Johannes, elkaar soms tegenspreken. Dat bewijst dat ze onafhankelijk zijn, al is de situatie iets complexer dan volledige onafhankelijkheid: Johannes kende (direct of indirect) het verhaal van Marcus, maar had daarnaast eigen informatie. De rechtszaak bij Pilatus was niet in de ochtend, zoals Marcus aangaf, maar was volgens Johannes rond het middaguur. Het gebeurde ook niet met Pesach, maar op de dag die daaraan voorafging. Het is niet onvergelijkbaar met een rechtszaak, waarin getuigen elkaar voortdurend op dit soort punten tegenspreken terwijl ze het over de hoofdlijn eens kunnen zijn.

Andere aspecten zijn verontrustender. Doden plegen niet op te staan uit de dood en zonsverduisteringen vinden alleen plaats bij nieuwe maan, niet bij de volle maan die verondersteld is bij Pesach. Overigens zijn dit soort onmogelijkheden precies dat wat we zouden verwachten. In de oude wereld circuleerde veel minder informatie dan in onze maatschappij en mensen konden berichten zelden controleren. Wonderbaarlijke verhalen bleven dus onweersproken en behoorden daarom bij de antieke belevingswereld. In een andere context heb ik beschreven hoe het nieuwtje “keizer Constantijn heeft een visioen gehad” al tijdens zijn leven in de vertrouwde mallen werd gegoten: hij had bovennatuurlijke ruiters gezien die hem te hulp kwamen. Het is hoe mondelinge samenlevingen werken.

Lees verder “De dood van de messias (7)”

De dood van de messias (6)

De graflegging

Het laatste stukje van vandaag kan alleen gaan over de graflegging, zoals hierboven afgebeeld door de Nigeriaanse kunstenaar George Bandele, wiens werk de aanleiding was tot deze reeks. Volgens Marcus stierf Jezus tijdens het negende uur, rond een uur of drie in de middag. Misschien was het in feite wat later, want degenen die het lichaam van het kruis haalden hadden haast om het nog voor het vallen van de avond te doen. Bij zonsondergang zou immers de sabbat beginnen, waarop werk niet was toegestaan.

Zo staat het althans in zowel Marcus als Johannes, waarvan ik al aangaf dat ze onafhankelijk van elkaar ruwweg hetzelfde vertellen. Beide auteurs vermelden ook Jozef van Arimatea, een lid van het Sanhedrin, als degene die het lichaam bij Pilatus opvroeg. Marcus voegt toe dat Pilatus verbaasd was over Jezus’ snelle dood en het lijk pas afstond toen een centurio dit had bevestigd. Marcus noemt verder Maria van Magdala en Maria de moeder van Joses als aanwezig bij de graflegging. Johannes maakt daar een mannenzaak van: Jozef kreeg hulp van Nikodemos.

Deze bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer honderd pond. Zij namen het lichaam van Jezus en wikkelden het met de welriekende kruiden in zwachtels, zoals bij een Joodse begrafenis gebruikelijk is. Op de plaats waar hij gekruisigd werd, lag een tuin en in die tuin een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was neergelegd. Vanwege de voorbereidingsdag van de Joden en omdat het graf dichtbij was, legden zij Jezus daarin neer.

Lees verder “De dood van de messias (6)”

De dood van de messias (5)

De kruisiging (George Bandele)

Als we Marcus 15.25 mogen geloven, werd Jezus tijdens het derde uur gekruisigd, dat wil zeggen rond een uur of negen in de ochtend. Johannes 19.14 corrigeert het: het gebeurde rond het zesde uur, rond het middaguur. Beide auteurs vermelden waarom Pilatus Jezus ter dood veroordeelde: hij was “Koning der Joden”. Als Jezus deze titel inderdaad heeft gedragen, had hij zich schuldig gemaakt aan wat ooit perduellio had geheten, “hoogverraad”, en waarvoor in deze tijd de term maiestas in zwang aan het raken was. Het begrip bleek tijdens de regering van Tiberius nogal rekkelijk.

De vraag is in welke zin een timmermanszoon uit Nazaret koning kan zijn geweest. Uiteraard heeft dat iets te maken met het feit dat hij claimde de messias te zijn, de persoon van wie een deel der Joden geloofde dat hij Israël zou herstellen.

Lees verder “De dood van de messias (5)”

De dood van de messias (4)

De kruisdraging

Pilatus veroordeelde Jezus tot het kruis. Hierboven ziet u hoe hij, in de weergave van de Nigeriaanse houtsnijder George Bandele, het instrument van zijn dood naar Golgotha droeg. Wat tegenwoordig in Jeruzalem wordt aangewezen als de Via Dolorosa, de “lijdensweg”, gaat ervan uit dat Pilatus verbleef in de burcht Antonia, wat niet juist is: het praetorium was bij de Davidsburcht, vlakbij de huidige Jaffapoort, en Jezus droeg de dwarsbalk van zijn kruis door wat nu David Street en Muristan Street heet.

Althans, dat zal zijn route zijn geweest als de plaats van executie werkelijk was waar men het traditioneel aanneemt: in de huidige Grafbasiliek. Daaraan bestaat overigens weinig twijfel. De kerk in kwestie is gebouwd in de vierde eeuw op de plek van een tempel voor Afrodite die op zijn beurt weer rond het jaar 130 was gebouwd op de plaats waar de christenen het graf van Jezus vereerden. Wie tegenwoordig de Syrische kapel bezoekt, zal zien dat er diverse graven zijn, gemaakt aan het begin van de jaartelling.

Lees verder “De dood van de messias (4)”

De dood van de messias (3)

Jezus voor Pilatus

Als het gaat om de laatste uren van Jezus’ leven, spreken de evangeliën elkaar op enkele punten tegen. Dat roept vragen op. Als het de tempelwacht was die Jezus arresteerde, begon het allemaal als een intern-Joodse kwestie en was hogepriester Kajafas de initiatiefnemer. Als Jezus echter door Romeinse soldaten werd aangehouden, lag het initiatief bij gouverneur Pontius Pilatus. In het ene geval had Jezus vermoedelijk een religieuze regel overtreden (maar welke?) en in het andere geval werd hij gekruisigd wegens opstandigheid of verraad.

Een andere vraag: stierf Jezus tijdens Pesach (15 nisan) of op de voorbereidingsdag voor Pesach (14 nisan)? Het antwoord op deze vraag helpt, in combinatie met het feit dat het een vrijdag was, om het jaar van Jezus’ dood te bepalen. Als Jezus stierf op Pesach, zoals de drie eerste evangeliën aannemen, dan was het dus vrijdag 15 nisan en die datum kwam voor in het jaar 33. Als Jezus stierf op de voorbereidingsdag, zoals de evangelist Johannes aangeeft, dan was het vrijdag 14 nisan en moet het gaan om het jaar 30. Dit is een situatie waarin conflicterende informatie niet valt te harmoniseren: minimaal een van de twee data is fout. We moeten kiezen en ik voor mij denk dat vrijdag 14 nisan 30 het meest aannemelijk is.

Lees verder “De dood van de messias (3)”

De dood van de messias (2)

De bruiloft in Kana

Je kunt een boom opzetten over de vraag of “het” Jodendom heeft bestaan. Er lijkt namelijk niet één thema te zijn geweest waarover de Joden het eens waren. Wat hield het nu precies in dat ze het “uitverkoren volk” waren? Welke Bijbelboeken waren canoniek? Moest je die normatieve teksten letterlijk nemen of waren er andere leesstrategieën? Was er leven na de dood? Allemaal vragen waarover de toenmalige schriftgeleerden discussieerden. Het is niet vreemd dat er boeken zijn met in de titel het meervoud “Judaisms”.

Mij lijkt de aanname dat er Jodendommen zijn geweest, wat overdreven. De Joden mochten het dan oneens zijn over de omvang van de canon, ze waren het erover eens dát God zich liet kennen via een boek, een ongebruikelijk idee. Dat een volk uitverkoren was, dat was ook al zoiets: Joden konden het erover oneens zijn wat die uitverkiezing inhield, maar ze wisten dát ze bij God een streepje voor hadden. Niettemin: de verdeeldheid was een gegeven en als Jezus de stichter was van een religieuze stroming, heeft hij aan deze discussies deelgenomen. Ik stipte gisteren enkele van zijn opvattingen aan.

Lees verder “De dood van de messias (2)”

De dood van de messias (1)

Jezus’ prediking

Toen Ivo de Wijs de Woutertje Pieterse hertaalde voegde hij aan Multatuli’s boek een slothoofdstuk toe waarin de titelheld natuurlijk trouwt met Femke en ook een echte baan vindt: pater Jansen zorgt ervoor dat de jongen conservator wordt in een etnografisch museum. Een briljante vondst. Ik meen me te herinneren dat De Wijs Woutertje maakte tot conservator van het Missiemuseum in Steyl, waar ik vorige week ben wezen kijken en de foto nam die u hierboven ziet. Dit schitterende houtsnijwerk maakt deel uit van een kerkdeur, vervaardigd door een Yoruba-kunstenaar uit Nigeria, George Bandele. Gemaakt in 1962 is het ongeveer een eeuw te jong om te zijn verworven door conservator Pieterse, maar soit: ik heb het toch maar mooi gezien en het vormde aanleiding voor de blogstukjes van de komende dagen.

***

Hierboven ziet u dus Jezus’ prediking. Wat hij predikte, is in één zin samen te vatten:

De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.

God zou persoonlijk komen om de wereld te besturen, de natuur zou veranderen, de zondaars en de rijken zouden worden bestraft en de laatsten zouden de eersten zijn.

Lees verder “De dood van de messias (1)”