Manuscript met drakendoder

Middeleeuws Ovidius-manuscript (Vaticaanse Bibliotheek, Rome)

Scherp als uw ogen zijn en paraat als uw kennis van de Latijnse poëzie is, had u het bovenstaande natuurlijk terstond geïdentificeerd als de regels 27 tot en met 58 uit het derde boek (zie het cijfer bovenaan) van de Metamorfosen van Ovidius. Dat is het begin van een heel mooi verhaal dat ik hieronder aan u zal geven in de vertaling van Marietje d’Hane-Scheltema. Het manuscript is afkomstig uit de Vaticaanse Bibliotheek.

Het verhaal? Jupiter (zoals de Romeinen Zeus noemen) heeft van het strand bij de Phoenicische stad Tyrus – ik blogde er al eens over – het meisje Europa ontvoerd. Haar broer Cadmus gaat haar zoeken. Diens naam is overigens Semitisch: qedem betekent zoiets als “oosterling”. Hij belandt met wat vrienden in Griekenland en wil daar een stad gaan stichten. Hieronder leest u wat er toen gebeurde. Daarna, nog verder naar onder, nog een enkel woord over de slang in de boom.

Lees verder “Manuscript met drakendoder”

Hoe kennen we de Romeinen? (1)

De geleerde Jean Miélot verricht kopiistenwerk

Vandaag een vraag die me een paar jaar geleden, toen ik op een basisschool in Hengelo een les verzorgde, werd gesteld door een meisje dat in de klas zat bij mijn nichtje: hoe kunnen we eigenlijk iets over de Romeinen weten? Dat is nou eens een écht goede vraag.

We kennen de Romeinen op drie manieren: dankzij geschreven teksten, dankzij opgegraven voorwerpen en door vergelijking met andere volken van vroeger.

Lees verder “Hoe kennen we de Romeinen? (1)”