Ik heb al eerder geschreven over de opgravingen in Sidon, waar een wonderschone opgraving eindelijk licht werpt op het oudste stedelijke verleden. Op de plaats die bekendstaat als “Les Frères” of de “College Excavations” is de hele geschiedenis gedocumenteerd vanaf het immer fascinerende Chalcolithicum (pakweg het vierde millennium v.Chr.) tot en met de komst van de Arabieren. Even verderop ligt een Kruisvaarderskasteel en tussen de opgraving en dat slot ligt een grafveld uit de dertiende eeuw.
Sidon
Het onderzoek is niet alleen interessant omdat Sidon, dat na Byblos en Tyrus altijd een beetje op de derde plaats komt, nu zijn verleden in beeld krijgt. Belangrijk is ook dat hier voor het eerst Kanaänitisch DNA is geïsoleerd uit de Bronstijd. Weliswaar bereikte het de media op een vreemde manier – u moet het hier maar even nalezen – maar het is wel een belangrijke verworvenheid die een basis kan zijn voor nieuw onderzoek naar bijvoorbeeld de Fenicische migratie.
Leuk is bovendien dat de ovale huizen en het paleis uit het Chalcolithicum, de heiligdommen uit de Midden- en de Late Bronstijd, de resten uit de IJzertijd, de hellenistische en de Romeinse vondsten en de middeleeuwse muren niet alleen boven elkaar liggen, maar ook naast elkaar, zodat het mogelijk is een museum in te richten waarin de bezoeker wandelt van oud naar jong. Ik blogde een kleine zes jaar geleden al eens over het begin van de bouw van zo’n museum, waarvoor zo’n negen miljoen dollar nodig was. Later heb ik nog eens geblogd over de eerste bouwfase.
Op visite
Met twee reisgenotes ben ik gisteren even een praatje bij de vriendelijke archeologen wezen maken en we vernamen dat er ruim 1400 voorwerpen getoond zouden worden. Alleen zal de opening nog even op zich moeten laten wachten omdat de stenen die gebruikt zouden worden in de buitenwand nog niet konden worden geïmporteerd. Het uitstel zal echter worden gebruikt voor meer onderzoek, dat binnenkort zal beginnen en minstens twee seizoenen kan duren. Het doel is vooral de enorme tempel uit de Bronstijd, die minimaal 48 meter breed is en mogelijk nog groter. Dat is aanzienlijk groter dan de tempels van bijvoorbeeld Byblos.
Ook DNA-onderzoek is voorzien, al betreft dat de Middeleeuwen. In de tijd van de Zevende Kruistocht (1248-1254) veroverden de Saracenen Sidon en moordden het garnizoen van het Kruisvaarderskasteel uit, maar Lodewijk IX arriveerde enkele dagen later en begroef de doden. De lijken zijn teruggevonden en geïdentificeerd aan het feit dat ze al enigszins vergaan en aangevreten waren toen ze ter aarde werden besteld. Deze botten wil men nu naar het lab sturen om te kijken of vastgesteld kan worden of de garnizoenssoldaten uit Europa kwamen of ook uit het Nabije Oosten.
Later op de dag hoorde ik nog dat in Tyrus, waar een jaar of zes geleden voor het eerste een Fenicische tempel is gevonden, meer heiligdommen (meervoud) waren gevonden, niet ver van de ruïne van de Kruisvaarderskerk. Kortom, er is nog veel meer leuk archeologisch nieuws op komst.
Naschrift
Dat van dat Kruisvaarders-DNA, dat had ik toch niet goed begrepen. Dat was al terug uit het lab: zoals te verwachten hadden de soldaten een genetisch heterogene achtergrond. Er is hier meer.
In een regio waar je meestal negatieve dingen hoort is dit goed nieuws.
Medina-Sidonia in Zuid-Spanje is gesticht door Feniciërs uit Sidon. In ‘De Stierentemmer’ leert tante Sidonia dat zij familie is van de hertogen van Medina-Sidonia. En zo is de cirkel weer rond.