De tempel van Melqart in Cádiz

De nu ontdekte ruïne van de tempel van Melqart bij Cádiz middenin de foto (© Universiteit van Sevilla)

Als een krant kopt dat wetenschappers de “heilige graal” van een vakgebied hebben gevonden, weten we dat de journalist de stof oninteressant vond. Anders zou ’ie geen cliché hebben hoeven gebruiken. Als lezer laat je het ongelezen. Desondanks is dit artikel in El País is wel de moeite waard.

Onderzoekers van de Universiteit van Sevilla en het Andalusisch Instituut voor Historisch Erfgoed hebben namelijk een FenicischKarthaags-Romeins gebouw gevonden dat weleens de tempel kan zijn geweest van Melqart. Dit was een van de beroemdste gebouwen uit de oude wereld. Hannibal heeft er geofferd. Het is waar Julius Caesar in huilen uitbarstte toen hij het beeld zag van Alexander de Grote. De Romeinse magistraat had nog niets voor de eeuwigheid gedaan op de leeftijd waarop Alexander de wereld al had veroverd. Als de anekdote waar is, verraadt ze veel over Caesars ambitie.

De randen van de aarde

De tempel van Melqart was een geschikte plek voor dromen over de wereldheerschappij. De hier vereerde godheid haf namelijk nogal wat territoriale ambities ontwikkeld. De Grieken hadden hem vereenzelvigd met hun Herakles. Die identificeerden ze ook met de Indische Krishna en de Gallische Ogmios, terwijl ze in Egypte zowel Shu als Heryshaf aanduidden als Herakles. Herakles was dus overal en menig filosoof theoretiseerde over een wereldveroveraar die in lang vervlogen tijden de hele wereld had onderworpen, steden had gesticht en beschaving had gebracht. En de verste tempel was die in Cádiz, op de rand van de aarde, bij de Atlantische Oceaan. Het was, zeg maar, de Al-Aqsa van de oude wereld.

Uit antieke beschrijvingen weten we dat bezoekers het terrein rond het heiligdom bereikten door een poort en twee grote zuilen. Zulke zuilenparen kennen we ook uit de Melqarttempel van Tyrus, van de tempel te Baalbek en de tempel van Salomo in Jeruzalem. Daar hadden de zuilen namen: Jachin en Boaz. De twee pilaren in Cádiz stonden bekend als de Zuilen van Herakles, een naam die ook wel gegeven werd aan de Straat van Gibraltar. De façade van het heiligdom was in de Romeinse tijd voorzien van reliëfs met de Twaalf Werken van Herakles. In de vierde eeuw na Chr. lijkt het complex in verval te zijn geraakt en daarna raakte het verzwolgen in het getijdengebied.

Maar waar lag het nou?

Cádiz is ontstaan op enkele eilanden die in de loop der tijden met elkaar en met het vasteland zijn vergroeid. Men is al jaren bezig het oude landschap te reconstrueren. Daarbij maakte onderzoeker Ricardo Belizón gebruik van het Spaanse equivalent van ons digitale hoogtebestand, dieptemetingen en vermoedelijk ook boringen. Allemaal openbare gegevens.

Zo ontdekte hij een structuur die door mensenhanden moest zijn aangelegd en die leek op een rechthoekig bouwwerk van ongeveer 300 bij 150 meter, met daarnaast twee golfbrekers om een halfrond haventje. Zie de foto hierboven (het is dit gebied). Het gebied was al bekend als archeologische vindplaats: er zijn beelden van Romeinse keizers en Punische votiefgiften aangetroffen.

Inmiddels is onderzoek gedaan. Er is een filmpje hier. Bij eb heeft men stenen en aardewerk gevonden, maar dit soort onderzoek is vanzelfsprekend even lastig als dat naar Reimerswaal.

Voor de goede orde: het zou leuk zijn het heiligdom terug te vinden, maar de kop “heilige graal” is natuurlijk onzin. Ik benadruk maar weer eens: wetenschap – en dus ook de archeologie – schrijdt voort als er nieuwe typen inzicht ontstaan, zodat de kwaliteit van onze kennis toeneemt. De verwerving van nieuwe data is alleen relevant als de groeiende kwantiteit ook leidt tot andere soorten inzicht. Maar dat is nu niet aan de orde. De archeologie wordt van deze ontdekking, als wetenschap, niet rijker of beter. Maar leuk is het wel.

Deel dit:

4 gedachtes over “De tempel van Melqart in Cádiz

  1. Ik denk dat ze Melqart eerder gaan vinden dan de Brittenburg.

    Maar gaan we nu de twee grote zuilen die blijkbaar modieus waren voor tempels uit de Bronstijd gelijk stellen aan de ‘Zuilen van Hercules’? Natuurlijk, een zuil is een zuil, maar Cádiz ligt mij net iets te ver weg van Gibraltar om die associatie te kunnen maken.

  2. Jacob Krekel

    Ik heb het artikel in El País (van gisteren!) gelezen, en het bovenstaande is een mooie samenvatting ervan. Opmerkelijk en knap dat ook artikelen in de Spaanstalige pers de Mainzer Beobachter niet ontgaan.

  3. Bart Schoonaert

    Ik woon in Hellevoetsluis, een plek tussen drie echte of vermeende Romeinse pleisterplaatsen (wat die dan ook mogen zijn: fort, marine- of handelsplaats).
    1) Zeker, want opgraving in Goedereede, Oude Oostdijk: nederzetting met handelsartikelen langs een oude kreek met export voor Gr Britannie: https://www.sidestone.com/books/goedereede-oude-oostdijk; De Bruin et al. 2012
    2) Fort of kleine nederzetting in de omgeving van Oostvoorne, ten zuiden van het Helinium, tegenover Naaldwijk aan de overkant van de Maas. Waarschijnlijk helemaal verspoeld nu of onder de bodem van het Brielse Meer, maar je weet nooit.
    3) “Stad(je)” of grotere romeinse nederzetting in het noordoosten van het dorp Goedereede, beter bekend als “de ouwe waerelt”: in 1618 troffen eilandbewoners op het strand bij laagwater overblijfselen aan van Romeinse gebouwen en vondsmateriaal. De beschrijvingen zijn vergelijkbaar met die van Brittenburg bij Katwijk…
    Ik heb het hier vooral over 3). Ik weet zeker dat ergens onder het zand of strand van Goeree de overblijfselen van een Romeinse stad liggen. Duizenden keren al ben ik er overheen gewandeld in de hoop…. Maar tevergeefs. Maar misschien kan LIDAR hier is vinden. Dat zou toch PRACHTIG zijn?

Reacties zijn gesloten.