Een Fenicisch scheppingsverhaal

Mot, de antiheld uit het Fenicische scheppingsverhaal (relief uit Ugarit; Archeologisch museum van Aleppo).

U heeft nog ongeveer een week om naar de Byblos-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden te gaan. Misschien is het leuk nog één keer over Byblos te bloggen en daarvoor neem ik nog een citaat uit de Fenicische Geschiedenis van Filon van Byblos. De expositie legt de nadruk vooral op de Bronstijd, wat een perfect te verantwoorden keuze is, maar bij elke keuze vallen dingen overboord. Zoals de aanwijzingen die we hebben voor de godenverhalen die circuleerden.

Aanwijzingen. Méér is het niet. Over Filon heb ik al verteld dat hij een Griekstalige Romein was die schreef over het oude Fenicië. Zijn geschiedwerk bevatte euhemeristische delen, dat wil zeggen dat Filon – op gezag van een eerdere auteur Sanchouniathon? – de goden presenteerde als verdienstelijke stervelingen. Dit is een hellenistische interpretatie van de aloude mythen, maar dat laat onverlet dat die mythen dus wel ouder zijn en kunnen teruggaan op de IJzer- of Bronstijd.

Lees verder “Een Fenicisch scheppingsverhaal”

De stèle van Yehawmilk

Stèle van Yehawmilk (Louvre, Parijs)

De bovenstaande stèle is meestal te zien in het Louvre in Parijs, maar momenteel in Leiden. Daar is immers een grote Byblos-expositie en dit monumentje komt uit Byblos. Gemaakt van kalksteen, stelt het reliëf koning Yehawmilk voor, die offert aan de Dame van Byblos. Wat betreft die godin: ze is eigenlijk naamloos maar velen herkenden er de Egyptische Hathor in. En zo is ze hier ook afgebeeld. Wat betreft de koning: die moet u dateren in de eerste helft van de vijfde eeuw v.Chr. Hij is dus een tijdgenoot dus van de Perzische koning Xerxes en wie weet nam Yehawmilk deel aan de expeditie naar Griekenland. Op het plaatje hierboven draagt de Feniciër een Perzisch gewaad. En hij offert dus aan een in Egyptische stijl afgebeelde godin.

Onder de afbeelding is een Fenicische inscriptie. We noemen elk door/voor een vorst vervaardigd inschrift een koningsinscriptie, maar dat is eigenlijk een zó vage term dat het weinig zegt over het genre. Toevallig heb ik de vertaling van Edward Lipiński bij de hand, waaruit ik wat fragmenten citeer (iets aangepast). Zoals te doen gebruikelijk stelt de koning zich eerst voor.

Lees verder “De stèle van Yehawmilk”

Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie

We weten niet hoe de schepen van Hanno de Zeevaarder eruit zagen. Dit Karthaagse scheepsmodel  is niet heel informatief. (Archeologisch museum, Sousse)

Een van de “vragen rond de jaarwisseling” die u me voorlegde betrof ontdekkingsreizen en ik bedacht toen dat ik nog nooit had geblogd over Hanno de Zeevaarder. En dat is maf, want (a) Karthago heeft mijn belangstelling, (b) er is een leuke vertaling door Floris Overduin en Vincent Hunink (gepubliceerd in Hermeneus 87/1 [2015]) en (c) er is fascinerend Nederlands onderzoek over de topografie gedaan.

Dat fascinerende onderzoek is W.F.G. Lacroix, Africa in Antiquity. A Linguistic and Toponymic Analysis of Ptolemy’s Map of Africa (1998). De auteur toont dat Ptolemaios’ kennis van Afrika groter is dan veelal wordt aangenomen. Daardoor heeft hij redelijk wat van de door Hanno genoemde plaatsen kunnen identificeren. En passant heeft hij ook een opvallend vroege datering geopperd.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie”

Filon van Byblos over Jahweh

Twee tempels in Romeins Byblos (munt, te zien in het RIjksmuseum van Oudheden, Leiden)

Een tijdje geleden stelde ik Filon van Byblos aan u voor. Ik attendeerde in latere stukjes op zijn euhemerisme en op zijn uitvindingenreeks. Hij vat ook enkele oude mythen samen. Filon is ook bekend omdat hij enkele opmerkingen maakt die passen bij de verering van Jahweh.

En voor u nu denkt “het jodendom dus”: nee. Aan het begin van de IJzertijd was Jahweh een van de vele goden, ook in het gebied van de koninkrijkjes Israël en Juda. Er was in die twee staatjes wel een neiging Jahweh als enige te vereren, en daaruit is het jodendom in een voor ons herkenbare vorm voortgekomen; ook eiste Jeruzalem dat de plaatselijke tempel de enige cultusplaats zou zijn, maar dat wilde natuurlijk niet zeggen dat andere heiligdommen zich zomaar lieten opheffen. Er is bewijs voor andere Jahweh-tempels tot in de eerste eeuw na Chr. Kortom, het is op voorhand plausibel dat een auteur uit Fenicië ook iets te zeggen heeft over een niet op Jeruzalem gebaseerde, niet-monotheïstische verering van Jahweh.

Lees verder “Filon van Byblos over Jahweh”

Het badhuis van Tyrus

De zogenaamde Mozaïekstraat in Tyrus

Door de corona was ik de afgelopen drie jaar niet in Tyrus geweest – sorry voor dit blasé begin – en in die tijd is er allerlei archeologisch onderzoek gedaan. Dat heeft een leuke conclusie opgeleverd die in elk geval ik niet zag aankomen. Maar eerst even iets over die site. Die bestaat uit twee delen: enerzijds de hippodroom en het grafveld ten oosten van de dam die Alexander de Grote heeft laten bouwen om de eilandstad in te nemen, en anderzijds de opgraving op dat eiland.

Op dat eiland (overigens sinds de vloedgolf van 365 na Chr. grotendeels verzwolgen door de zee) zijn enkele Romeinse ruïnes te zien. Afgezien van een overwoekerd tempeltje is er weinig dat herinnert aan de Fenicische tijd. De toerist loopt over de Mozaïekstraat en passeert links een glasatelier, een badhuis en de palaestra, d.w.z. het sportveld waar mensen zich in het zweet werkten alvorens naar het badhuis te gaan. Tegenover die gebouwen liggen aan de andere zijde van de Mozaïekstraat een vierhoekige arena en cisternen.

Lees verder “Het badhuis van Tyrus”

Een geschiedenis van Sicilië

Ik ken maar weinig mooiere en interessantere plekken dan Sicilië. Iedereen die iets is geweest in de Mediterrane wereld is er weleens aangespoeld: Feniciërs dus en Grieken, Karthagers, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen. Later Arabieren, Normandiërs, Fransen, Spanjaarden, Piëmontezen. Ik zou de Duitsers, Britten en Amerikanen bijna vergeten. Het erfgoed is even gevarieerd als de bezoekers. Aanspoelen gebeurt trouwens nog volop: denk aan de bootvluchtelingen die in hun wanhoop proberen de zee over te steken van Tunesië of Libië naar Sicilië. Eigenlijk is alleen Cyprus vergelijkbaar met Sicilië.

Je zou denken dat een eiland met zulk rijk erfgoed wel heel veel toeristen trekt. Gek genoeg is dat maar half waar. Het eiland trekt elk jaar duizenden bezoekers, maar slechts weinigen komen nog eens naar Palermo of Syracuse terug. Terwijl toeristen wél terugkeren naar steden als Rome en landstreken als Toscane. Een echte verklaring voor dit verschijnsel heb ik niet, maar ik kan wel een persoonlijke ervaring noemen. Na mijn eerste bezoek – was het 1999? – wilde ik meer weten over de geschiedenis van Sicilië, om zo mijn tweede bezoek voor te bereiden. De enige literatuur die ik destijds vond was óf veel te geleerd óf op het platvloerse af simplistisch. Nu is er echter een fijn boek dat de geïnteresseerde lezer wél serieus neemt zonder hem in de archivalia te verdrinken: Sicilië. Eiland in het midden van Dirk Vlasblom.

Lees verder “Een geschiedenis van Sicilië”

Alexander de Grote: de eerste veroveringen

Alexander de Grote: de Azara-herme is het enige tijdens zijn leven gemaakte portret. Nu te zien in het Louvre, Parijs.

Het is met Alexander de Grote zoals met elke biografie: we moeten beginnen bij de ouders van de gebiografeerde. Wie daar iets over weet, begrijpt de achtergronden van het leven waarover je begint te lezen. Zeker bij Alexander is nuttig te weten dat zijn vader Filippos koning was van Macedonië. Hij had dit achtergebleven gebied gemoderniseerd en veranderd in een sterke staat met een machtig leger. Dat hij al vroeg de goudmijn van Amfipolis had bemachtigd, hielp daarbij buitengewoon. Verder had hij een agressieve buitenlandse politiek gevoerd. Ik noemde zijn interventie in de Derde Heilige Oorlog al. Ieder jaar trok hij ten strijde, steeds keerde hij terug met buit en daar liet hij de Macedonische aristocraten in delen. De gouden voorwerpen in het archeologische museum in Thessaloniki zijn de erfenis. Simpel samengevat: externe expansie garandeerde interne consolidatie, waardoor een achtergebleven regio veranderde in een sterk koninkrijk. Kortom, een “vroege staat”, om de term van Hans Claessen te gebruiken.

Het begin van de oorlog

In 340 v.Chr. was een conflict ontstaan met de Perzen. Filippos zag een kans, zeker toen twee jaar later koning Artaxerxes III Ochos overleed. Een burgeroorlog tussen Artaxerxes IV Arses en de satraap van Armenië was het gevolg, met hier en daar lokale opstanden. Uiteindelijk zou de Armeense satraap onder de naam Darius III Codomannus de oorlog winnen, maar zover was het nog niet. Filippos stuurde zijn voorhoede dus naar Azië, maar hij werd vermoord voordat hij zelf kon vertrekken (336).

Lees verder “Alexander de Grote: de eerste veroveringen”

Filon van Byblos: uitvindingen

Een Fenicisch schip en een zeemonster (Nationaal Museum, Beiroet)

Ik stelde Filon van Byblos al aan u voor: levend in Byblos in de tweede eeuw na Chr. schreef hij een Fenicische Geschiedenis waarin hij een rationele verklaring gaf voor de oude mythen. De goden van weleer waren niets anders geweest dan verdienstelijke koningen en andere stervelingen. Deze visie staat bekend als euhemerisme. Daarover blogde ik een week of drie geleden.

Het is misschien aardig eens te zien hoe Filon van Byblos al die verdienstelijke stervelingen behandelt. Of beter: we kennen zijn verhaal alleen uit citaten, en ik neem aan dat bisschop Eusebios, die het navertelt, wat heeft bekort. Hier zijn Eusebios’ woorden, in de vertaling die Hein van Dolen voor de gelegenheid heeft gemaakt.

Lees verder “Filon van Byblos: uitvindingen”

Archaic survivals

Beeld van een baby uit Bustan-esh Sheikh (Nationaal Museum, Beiroet)

Een halve eeuw geleden was er in Apeldoorn een buurt, niet ver van paleis Het Loo, met een actief buurtcomité dat Koninginnedag vierde in de zomer. Je zou 30 april hebben verwacht, de verjaardag van koningin Juliana, maar men gaf de voorkeur aan 31 augustus. De verklaring is niet moeilijk: men vierde nog de verjaardag van Juliana’s moeder Wilhelmina, die haar laatste levensdagen had gesleten in Het Loo.

Dat je vasthoudt aan een oude gewoonte, terwijl de rest van de wereld iets anders doet, staat wel bekend als een archaic survival. Ik meen dat de eerste die erover heeft nagedacht, de Napolitaanse geleerde Giambattista Vico (1668-1744) is geweest, die er dan een meer welluidende Italiaanse naam aan zal hebben gegeven, maar die ken ik niet. Het is in elk geval een handig concept om in te roepen als je wordt geconfronteerd met een curieus gebruik. Misschien iets té handig, maar daarover straks meer.

Lees verder “Archaic survivals”

Het euhemerisme van Filon van Byblos

Een oeroud beeldje uit Byblos (nu te zien in het Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Een tijdje geleden stelde ik Filon van Byblos aan u voor. Hij leefde in de tweede eeuw na Chr. en schreef een Geschiedenis van Fenicië. Die is alleen bekend uit citaten bij de christelijke auteur Eusebios, maar de zeven of acht passages zijn voldoende om te constateren dat Filon een zogenoemde euhemerist was. Euhemerisme wil zeggen dat een auteur, in een tijd waarin geletterde Grieken zochten naar rationele verklaringen voor de aloude mythen, de goden probeerde te typeren als verdienstelijke stervelingen. Alexander de Grote was het prototype van iemand die dankzij indrukwekkende werken goddelijke eerbewijzen had verworven.

Rationele mythen

Het is een intrigerend verschijnsel, dat euhemerisme. Het dilemma snappen we: je herkent dat de oude mythen ongeloofwaardig zijn maar wil ze ook niet als betekenisloos opgeven. Dan zoek je een rationele manier om ze anders uit te leggen. Je kon dan bijvoorbeeld een natuurwetenschappelijke verklaring geven: als Poseidon ook wel de “aardschokker” heette en als er een mythe was dat hij een kloof had vervaardigd, dan zou wel een aardbeving bedoeld zijn geweest. Of je kon een verhaal weg-allegoriseren, waarbij je een diepe, verborgen betekenis aannam. Het overspel van Ares en Afrodite was dan geen verhaal over ontucht maar bracht tot uitdrukking dat de kosmos ontstond door de afstoting en aantrekking van atomen. Euhemerisme was, naast de natuurwetenschappelijke en allegorische uitleg, een derde strategie.

Lees verder “Het euhemerisme van Filon van Byblos”