Janus

Janus (Rome, Palazzo Massimo)
Janus (Rome, Palazzo Massimo)

Ik heb nu drie stukjes geschreven over de manier waarop we de Romeinen kennen: archeologie, vergelijkingen met andere volken, geschreven teksten. Het blijft echter lastig. Neem Janus, de god met het dubbele gezicht. Hij stond op de oudste Romeinse munten, bronsstukken van ruim drie ons die in geen enkele museumcollectie ontbreken. Elke keer als de Romeinen een offer brachten, begonnen ze met het aanroepen van Janus. Pas daarna deden ze het eigenlijke offer. Als titel had hij divom deus, wat heel oud Latijn is voor “god der goden”. Kortom, een beroemde god.

Misschien is, afgezien van het feit dat hij twee gezichten had, wel het bekendste dat er in Rome een tempel aan Janus was gewijd, die twee poorten had die de Romeinen sloten als er eens een jaar geen oorlog was. Dat was een vrij zeldzame gebeurtenis. In historische tijden gebeurde het alleen in 235 v.Chr. Eén jaar in een lange geschiedenis. De vraag is: waarom sloten ze de poorten?

De archeologie helpt ons niet. Gek genoeg hebben archeologen de tempel nog steeds niet gevonden, hoewel bekend is waar hij stond. Dat deel van Rome is in 1997-2000 grondig onderzocht, maar in plaats van een Janustempel vonden de opgravers een boerderij uit de tijd van Karel de Grote. Vergelijking met soortgelijke goden bij andere volken helpt ook al niet, want de god met de twee gezichten is uniek voor Latium.

We moeten het dus doen met de antieke teksten, en die zijn betrekkelijk laat geschreven, namelijk toen keizer Augustus aan het begin van onze jaartelling voor de tweede keer de poorten dicht deed. Zijn tijdgenoten vertellen ons weliswaar wat zij dachten over Janus, maar dat is vrijwel zeker niet wat de Romeinen in 235 v.Chr. dachten.

Er was in de tussentijd namelijk veel veranderd. In 235 was Rome een agressieve staat. Het aanvallen van andere steden en landen gold als iets goeds. Alleen soldaten waren echte kerels. Vrede was een teken van zwakte. Tweehonderd jaar later, toen Augustus de poort sloot en mensen opschreven wat ze dachten, was het Romeinse Rijk echter afgerond: keizer Augustus streefde naar natuurlijke grenzen langs de Rijn, Donau en Eufraat. Hij geloofde nog wel in verdere expansie, maar vrede gold nu als iets goeds.

De gesloten poort van Janus (Valkhofmuseum)
De gesloten poort van Janus (Valkhofmuseum)

De Romeinse dichter Vergilius, een tijdgenoot van Augustus, geeft een beroemde beschrijving van de gesloten poorten van de tempel van Janus, waarin de oorlogsgod zou zijn opgesloten, achter honderd tralies van brons en zijn armen gebonden in bronzen kettingen. Omdat ook wij vrede iets moois vinden, zien we nauwelijks hoe vernieuwend het was als iets positiefs te presenteren wat lange tijd negatief was geweest. Het helpt niet dat de dichter Horatius ergens opmerkt dat de deuren van de Janustempel dicht werden gehouden om te verhinderen dat de godin van de vrede ontsnapte.

Wie zat er nu in die tempel, de oorlogsgod of de vredesgodin? De simpele waarheid is vermoedelijk dat keizer Augustus, Vergilius en Horatius het ook niet wisten. Ze wisten alleen dat de verering van Janus oeroud was en dat de tempelpoort ooit, in 235, een keer gesloten was geweest omdat er geen oorlog was. Dat was alles wat ze wisten en ze speculeerden over de betekenis. Moderne oudheidkundigen kunnen in feite niet veel meer doen.

[Mijn wekelijkse religiecolumn, afgelopen maandag op Sargasso.]

Deel dit:

4 gedachtes over “Janus

  1. Dirk

    Kan het zijn dat die “goede vrede” vooral over de binnenlandse situatie ging, een vrede tussen Romeinen, na een eeuw van burgeroorlog? Op dat vlak zou Augustus graag als vredevorst gezien worden.
    Het is natuurlijk maar één beeld, maar de Augustus van Prima Porta toont toch een imperator die trots is op militaire successen ten nadele van de buurvolkeren. Die zijn vaak minder imposant dan de keizer zijn onderdanen wil doen geloven, maar ik leid er uit af dat het doelpubliek wat betreft de buitenlandse relaties meer geïnteresseerd was in militaire overwinningen dan in diplomatiek behaalde vrede.

  2. mnb0

    “in plaats van een Janustempel vonden de opgravers een boerderij uit de tijd van Karel de Grote.”
    Dat is toch eveneens een bijzonder informatieve vondst.

  3. Frans

    De Leidse hoogleraar W.B. Kristensen publiceerde in 1933 in het orgaan van de KNAW een artikel over o.a. de betekenis van deur en poort in de antieke godsdiensten. Hieronder een stukje over de dubbele Janus-poort.


    Nu is de symboliek van de deur, niet alleen in Egypte,
    maar ook bij de andere antieke volken, wel bekend. Zij stelt
    de plaats van overgang tussen sacraal verschillende gebieden
    voor, d.i. de overgang van de ene in de andere wereld. Ik
    laat andere Egyptische illustraties daarvan terzijde (bijv. de
    grafstele in de vorm van een deur, ook ‘de poort der twee
    landen’ genoemd) en herinner alleen aan het bekendste
    voorbeeld uit de oudheid: de deur of de poort van de Romeinse
    Janus. Als god van overgang was Janus, zoals men
    weet, de god van ieder nieuw begin, ook van het begin van
    het wereldleven, de overgang van chaos in kosmos, of van
    dood in leven, bij de schepping. Zijn poort was zowel de
    plaats van de vijandelijke ontmoeting als van de verzoening
    der tegenstanders. Janus Quirinus was de god van de strijd;
    maar bij zijn poort werd ook ieder verbond gesloten: Janus
    faciendis foederibus praeest. Hij was de middelaar die de tegenstrijdige machten verenigt: duas vis dispares colligavit.
    De dubbele natuur van deze god van de poort is bovendien zo
    duidelijk mogelijk in beeld gebracht. Zijn poort op bet forum was een dubbele poort: een poort naar bet oosten en een naar bet westen waren onderling verbonden. En Janus zelf werd met een dubbel gelaat afgebeeld.
    Men mag de Romeinse bespiegeling over de natuur van Janus vreemd vinden; zij sluit direct aan bij de antieke symboliek van de poort of de deur en zij blijkt met de Egyptische voorstelling geheel overeen te komen. Ook daar is van strijd en verbond bij de overgang sprake. Het verbond werd gesloten op de overgang (de grens) tussen ‘de twee landen’, en het teken daarvan werd op de poort van de tempel bij de deuropening van het paleis en in de deur van de troon aangebracht. De grens en de deur zijn de plaatsen van overgang, in de zin van verrijzenis; daar zijn de strijdende machten verenigd die tezamen het blijvend leven der aarde bepalen. Ook Horus en Seth werden, gelijk Janus, vanouds als een dubbele god opgevat, en zelfs in de gedaante van een god met twee hoofden afgebeeld.
    ….

    1. Frans

      Nog even een, wat lange, toevoeging.
      Onderstaand teksten van Plutarchus.
      Naar mijn mening snapt hij de goddelijke werking van Janus heel goed. En dat was nagenoeg een eeuw later dan de kletsverhaaltjes van Vergilius en Horatius.
      Ik denk dat de elite al nagenoeg atheïst was en alleen voor de vorm en voor de keizerlijke eis nog offerden.

      Kan iemand daar nog iet over zeggen….

      Teksten van Plutarchus.

      Uit Roman Questions.
      22 1   Why do they suppose Janus to have been two-faced and so represent him in painting and sculpture?
      Is it because, as they relate, he was by birth a Greek from Perrhaebia, and, when he had crossed to Italy and had settled among the savages there, he changed both his speech and his habits? Or is it rather because he changed the people of Italy to another manner and form of life by persuading a people which had formerly made use of wild plants and lawless customs to till the soil and to live under organized government?39
      p39

      Uit: Roman Questions.
      41 1   Why did their ancient coinage have stamped on one side a double-faced likeness of Janus, on the other the stern or the prow of a ship?92
      Is it, as many affirm, in honour of Saturn who crossed over to Italy in a ship?
      Or, since this might be said of many, inasmuch as Janus, Evander, and Aeneas all landed in Italy after a voyage by sea, one might rather conjecture thus: some things are excellent for States, others are necessary;

      and of the excellent things good government is the chief, and of the necessary things facility of provision. Since, therefore, Janus established for them an ordered government by civilizing their life, and since the river, which was navigable and permitted transportation both from the sea and from the land, provided them with an abundance of necessities, the coinage came to have as its symbol the twofold form of the lawgiver, as has been stated, because of the change he wrought, and the vessel as the symbol of the river.
      They also used another kind of coinage, stamped with the figures of a bull, a ram, and a boar, because their prosperity came mostly from their live stock, and from these they also derived their affluence. This is the reason why many of the names of the ancient families are such as the Suillii, Bubulci, Porcii, as Fenestella has stated.

      Uit: Roman Questions.
      But more worthy of credence are they who maintain that it was because Romulus was a warrior and a lover of battle, and was thought to be a son of Mars, that he placed first the month which bore Mars’ name. But Numa, in turn, who was a lover of peace,and whose ambition it was to turn the city towards husbandry and to divert it from war, gave the precedence to January and advanced the god Janus to great honours, since Janus was a statesman and a husbandman rather than a warrior. But consider whether Numa may not have adopted as the beginning of the year that which conforms to our conception of the natural beginning.

      http://penelope.uchicago.edu/
      39 Cf. 274F, infra; Life of Numa, xix (72F); Athenaeus, 692DATHENAEUS692; Lydus, De Mensibus, IV.2LYDUS:MEN4 January; Macrobius, Saturnalia I.7.21, and I.9.

      Uit: Live of Numa (second king of Rome 753–673 BC).
      The first month, January, is so named from Janus. And I think that March, which is named from Mars, was moved by Numa from its place at the head of the months because he wished in every case that martial influences should yield precedence to civil and political. For this Janus, in remote antiquity, whether he was a demi-god or a king, was a patron of civil and social order, and is said to have lifted human life out of its bestial and savage state. For this reason he is represented with two faces, implying that he brought men’s lives out of one sort and condition into another.

      20 He also has a temple at Rome with double doors, which they call the gates of war; for the temple always stands open in time of war, but is closed when peace has come. The latter was a difficult matter, and it rarely happened, since the realm was always engaged in some war, as its increasing size brought it into collision with the barbarous nations which encompassed it round about. But in the time of Augustus Caesar it was closed, after he had overthrown Antony; and before that, when Marcus Atilius and Titus Manlius were consuls, it was closed a short time; then war broke out again at once, and it was opened. During the reign of Numa, however, it was not seen open for a single day, but remained shut for the space of forty-three years together, so complete and universal was the cessation of war. 3 For not only was the Roman people softened and charmed by the righteousness and mildness of their king, but also the cities round about, as if some cooling breeze or salubrious wind were wafted upon them from Rome, began to experience a change of temper, and all of them were filled with a longing desire to have good government, to be at peace, to till the earth, to rear their children in quiet, and to worship the gods.

      http://penelope.uchicago.edu/

Reacties zijn gesloten.