Sintel, literair tijdschrift

voorkant_sintel
Omslag van Sintel

[Vandaag een gastbijdrage van Marcel Ozymantra, beeldend kunstenaar, schrijver en sinds kort hoofdredacteur van een nieuw literair tijdschrift: Sintel.]

Het lijkt vanzelfsprekend dat als je bezig bent met kunst, je ook oog hebt voor het verleden. Niet alleen om te zien dat je weet in welke traditie je werkt, maar ook voor inspiratie. Zo oriënteerde Picasso zich op Afrikaanse maskers, maar vond ook vorm in de oude Iberische kunst. Op die manier wist hij verschillende culturen uit verschillende tijden te verbinden met zijn eigen streven naar vooruitgang. Het oude werd ontdaan van het nostalgische en versterkte zo het nieuwe. Via hem kwam die beeldtaal bij bijvoorbeeld Modigliani. Een van de ergste dingen van deze tijd is de behoefte om altijd maar te vernieuwen en tijdens dat vernieuwen elk spoor van het verleden te vernietigen. Of dit verleden bijdraagt aan de toekomst of niet. De baby en het badwater, zo benoem ik dit probleem.

Als hoofdredacteur van een nieuw literair tijdschrift, Sintel, voel ik mij ten zeerste betrokken bij de geschiedenis van de cultuur en haar toekomst. Wij houden ons graag bezig met trends en patronen die nauwelijks te zien zijn in de wirwar van de waan van de dag, maar die op de lange termijn wel degelijk van invloed kunnen zijn. Noem ons een soort archeologen van het heden. Althans, dat is één van de poten waarop we staan. De andere poot is een ongegeneerde liefde voor de modernen, voor zowel populaire als meer klassieke muziek en De Schoonheid.

Misschien ben ik extra gevoelig voor de kaalslag op cultureel gebied omdat ik zo graag over kunst uit de twintigste eeuw lees. Als ik om me heen kijk lijkt het alsof iemand met een mortier bezig is geweest. Een enorme leegte is ontstaan die vooral wordt gevuld met trendgevoelige kitsch. Als het geld oplevert is het goed. Een kunstenaar die miljoenen verdient moet dus goed zijn. Het zal een schrik zijn geweest voor de Grieken om te zien wat de Romeinen met hun toneelstukken deden. Naast die afbraak is er ook een aanzienlijk verlies ontstaan in het onderwijs. Terwijl ik mijn scholen kon stapelen lijkt dat soort stijgen op de sociale ladder voor steeds meer jongeren onhaalbaar. Plan je leven vanaf de peuterklas is de boodschap van de nieuwe meritocratie.

Dat alles gaat nou eenmaal zo. De wereld verandert en is goed. Nieuw verfrist. Nieuw maakt wakker. Zonder het wetenschappelijke oog zouden we nog steeds in allerlei ziektes verzonken zijn. Of in bepaalde knellende mores. Zonder archeologie zouden we dromen van een verleden in Homerische clichés of skaldische eentonigheid. Zonder sterrenkunde hadden we geen satellieten, geen smartphone, geen inzicht in het universum. Zonder nieuwe manieren van afbeelden had de kunstenaar vastgezeten in een Egyptisch karikatuur.

Als nieuwe generaties niet bereid zijn de kennis van vroeger door te geven dan verzanden we in een eindeloos nieuw waarvan de waarde alleen ligt in wat het opbrengt. Of zijn we daar al? Zo pessimistisch wil ik niet zijn. Maar als ik zie hoe digitalisering zo dominant wordt dat hardcopy kennisoverdracht onder druk staat maak ik mij een beetje zorgen. Natuurlijk vergaat een boek makkelijker dan een kleitablet. We weten zo veel van de Sumerische wereld en zo weinig van de Griekse schilderkunst. Papier is kwetsbaar. Toch is digitaal kwetsbaarder. Van een onlangs gecrashte harddisk kon ik nog maar vier liedjes en drie documenten redden. Al zeker twee keer eerder is de wereldwijde kennis bijna geheel verdwenen. Eén keer rond 1100 v.Chr. zoals in dat prachtige boek van Eric Cline, 1177 BC: The year civilization collapsed, beschreven, en vervolgens toen het Romeinse Rijk in elkaar zakte. Met als tragische voorbeeld het verval van de bibliotheek van Alexandrië. Nee, het was niet de brand, maar gebrek aan geld en een onvermogen om zich voor behoud in te zetten. Klinkt dat bekend in de oren? Natuurlijk is er geen reden aan te nemen dat de geschiedenis zich herhaalt, maar de mens is al die tijd vrijwel hetzelfde gebleven en geneigd tot dezelfde fouten.

Als een soort statement zal Sintel alleen op papier verschijnen. Een geste naar de toekomst, een knipoog naar de contemporaine mens. Digitaal is misschien goedkoop en snel, maar het is niet de enige manier om kennis en kunst over te brengen. Sterker nog, er gaat veel verloren, al was het maar in de nuance. Al was het maar in de omvang. Wij zijn niet anti-digitaal, maar pro-analoog. We zijn zoveel mogelijk non-profit. Een uit de hand gelopen liefde voor het gedrukte woord en de intelligentie van de mensheid.

Deel dit:

4 gedachtes over “Sintel, literair tijdschrift

  1. Op mijn werk groeien de zilvervisjes in de laatste resten van onze papiermaatschappij.
    Toch heb ik meer zorgen over de kwetsbaarheid van het nieuwe digitale tijdperk.

    Vriendelijke groet,

  2. Bert Boijmans

    Ik geniet telkens van je besprekingen. Het opent altijd een horizon waarachter ik nog niet of weinig gekeken had. Maar ’s zondags, lekker op de bank, met een kop koffie en genietend van rust omdat je samen zit te lezen geniet ik het meest. Er vaak herkenning en bewondering voor de aandacht. Dank hiervoor.

  3. mnb0

    “vervolgens toen het Romeinse Rijk in elkaar zakte”
    Dat is een ernstig misverstand. In de eerste plaats zakte slechts de helft van het Romeinse Rijk in elkaar – de minst ontwikkelde helft. In de tweede plaats had de andere helft meer cultuurcentra dan alleen Alexandrië. Constantinopel bleef en Bagdad kwam tot culturele bloei. Niet lang daarna volgde Toledo.
    En natuurlijk was ook in de 5e eeuw de wereld groter dan alleen het Romeinse Rijk. In China en India liepen ook nog een paar slimme mensen rond. Het is erg onaardig hun bijdrage aan de ontwikkeling van kunst en wetenschap te negeren.

    1. Daar ben ik natuurlijk prima van op de hoogte. Mijn voorbeeld was ook dat, een voorbeeld van een beschaving, in dit geval de West-Europese, die een plotselinge ineenzakking van de kennis ervoer. Maar toen waren er nog andere rijken met kennis en toen werd de kennis via Byzantium en de Arabieren enigszins behouden en doorgegeven. Juist daarom zouden we ons nu meer zorgen kunnen maken, want alle kennis wordt op het internet gezet en de hardcopy variant ervan lijkt steeds meer te verdwijnen. Waar is het behoud?

Reacties zijn gesloten.