Antiochos III de Grote

Antiochos III de Grote (Louvre, Parijs)

Jaren geleden, toen ik mijn boek over Alexander de Grote aan het schrijven was, viel me op dat de titel “de grote” nooit opdook in de contemporaine bronnen. Ik beken dat ik het nu niet meer precies paraat heb,  maar volgens mij is de eerste vermelding van die bijnaam een toneelstuk van de Romeinse auteur Plautus uit de tweede eeuw v.Chr. Op dat moment heerste een andere koning die deze titel eveneens droeg: Antiochos, die u hierboven ziet. Ik heb destijds bedacht dat het mogelijk was dat Antiochos de bijnaam heeft geïntroduceerd en dat die vervolgens met terugwerkende kracht aan Alexander is toegekend, maar ik heb het nooit uitgezocht.

In elk geval: Antiochos III was een groot heerser in het Seleukidische Rijk, die het honderd jaar oude conflict met de Ptolemaiën om het bezit van “het holle Syrië” besliste in Seleukidisch voordeel en vervolgens in de oostelijke gewesten orde op zaken stelde. Maar alles gaat een keer fout: toen de Romeinen de Macedoniërs hadden verslagen, lieten ze Griekenland aan zijn lot over door de steden “vrij en onafhankelijk” te verklaren. Wat Rome had voorzien, gebeurde inderdaad: de Grieken kregen natuurlijk ruzie, riepen bondgenoten als Antiochos te hulp en – presto! – Rome kon oorlog voeren tegen het Seleukidische Rijk in een krijgstheater dat de Romeinen al kenden en de Seleukiden nog niet. Antiochos werd in 188 v.Chr. gedwongen een enorme schatting te betalen.

Het portret hierboven is ooit in Italië gekocht door Napoleon, die meende dat het Julius Caesar voorstelde. De neus en een oor zijn restauraties uit die tijd. Later werd, aan de hand van muntportretten, vastgesteld dat het Antiochos de Grote voorstelde. Waarschijnlijk is het een kopie van het portret op een ruiterstandbeeld waarvan de sokkel is gevonden op Delos. Dat beeld dateert uit de laatste jaren van de derde eeuw, toen Antiochos op het hoogtepunt stond van zijn macht.

Maar: de diadeem is een beetje wonderlijk. Eigenlijk is ’ie wat kaal. De meest nabije iconografische parallel is het portret van een priester  uit Athene, gemaakt aan het begin van onze jaartelling. Het is dus denkbaar dat het in feite een portret is van een religieuze gezagdrager, want het is altijd lastig een “match” te maken tussen een munt- en een sculptuurportret.

[Dit was de 199e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

Een gedachte over “Antiochos III de Grote

  1. eduard

    Zou dat kale diadeem, zo te zien met een ronde doorsnede, de drager kunnen zijn geweest van een rond gebogen goot, getooid met een stralenkrans, zoals je die ook wel op sommige munten ziet?

Reacties zijn gesloten.