De wreedheid van Assyrië

Soldaten uit Assyrië branden een Arabisch dorp plat

Weer eens een stukje over Assyrië vandaag, over een niet zo heel erg bekend museumvoorwerp dat gek genoeg door honderden mensen per dag wordt gezien: het bovenstaande reliëf, dat afkomstig is uit het paleis van de Assyrische koning Aššurbanipal (r.668-627) in Nineveh. De reliëfs met zijn leeuwenjacht in het British Museum (zie plaatje) zijn veel beroemder dan de strijd tegen de Arabieren hierboven, dat is te zien in de Vaticaanse Musea in Rome. Dagelijks sloffen daar honderden bezoekers langs, maar ze zien het niet meer omdat ze volstrekt murw zijn gebeukt door een menigte van andere, even murw gebeukte toeristen.

Zoals te doen gebruikelijk weten we ook over Aššurbanipals oorlog tegen de Arabieren minder dan we zouden willen. Het woord “Arabieren” werd in de Oudheid gebruikt voor vrijwel alle nomaden die vanaf het Arabische Schiereiland naar het noorden kwamen. In dit geval lijkt het echter te gaan om een groep in het gebied dat wij Jordanië noemen, verwant met de Nabateeërs, met wie ze soms in één adem worden genoemd. Aššurbanipal was trots toen hij deze Arabieren had onderworpen en vertelde hoe hij de Arabische koning Ya’uta’ had vernederd:

Aššur, de koning der goden, groot als een berg, gaf mij Ya’uta’ in gevangenschap. Om de majesteit van Aššur en de andere goden, mijn meesters, bekend te maken, legde ik hem een zware straf op: ik sloot hem op in een hondenkooi. Ik bond hem vast bij de jakhalzen en honden en liet hem de poort van Nineveh bewaken die bekendstaat als Toegang voor de Menigte der Naties.

Dit soort teksten hebben de Assyriërs een reputatie gegeven van intense wreedheid. En anders zijn het afbeeldingen als de bovenstaande wel. Helemaal rechts ligt een gedode Arabier op zijn dromedaris, links liggen twee lijken onder wat gebroken palmen, die door de Assyrische soldaat in het midden met een fakkel in brand worden gestoken. Eigenlijk is dit nog een onschuldig plaatje: op andere reliëfs zien we hoe mensen worden gespietst en hoe Aššurbanipal zit de picknicken onder een boom waarin het hoofd is opgehangen van een verslagen vijand.

Nee, lieve jongens waren die Assyriërs niet. Maar die wreedheid lijkt voor een deel gecalculeerd te zijn geweest: bedoeld om vijanden te imponeren en onderworpenen in het gareel te houden. Het was een optie die alle antieke volken hadden en toepasten. Er zijn voldoende teksten om soortgelijke wreedheden te documenteren voor de Babyloniërs, Perzen, Grieken en Romeinen. Dat zij niet dezelfde reputatie hebben gekregen, is misschien omdat ze er minder afbeeldingen van maakten.

Of misschien: omdat de Babylonische, Perzische, Seleukidische en Romeinse heersers konden voortbouwen op de fundamenten die de koningen van Assyrië hadden gelegd. Het blijft hoe dan ook opvallend dat toen Assyrië vanaf 620 begon aan zijn doodsstrijd, de volken uit het rijk niet massaler in opstand kwamen tegen de tirannieke heersers. De enige die juicht om de val van Nineveh is de joodse profeet Nahum. Het is heel goed mogelijk dat de bevolking van het Nabije Oosten zich erbij had neergelegd dat er geen ruimte meer was voor de kleine IJzertijd-staatjes van weleer, en dat ze de voordelen herkenden van wereldrijken als het Assyrische. De daarop volgende staten kunnen daarvan hebben geprofiteerd.

[De expositie over Nineveh in het RMO duurt van 20 oktober tot en met 25 maart 2018. Meer stukjes over Assyrië vindt u hier. Dit was het 227e voorwerp in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

8 gedachtes over “De wreedheid van Assyrië

    1. Dat lijkt me een misverstand. Ik kan me verdiepen in de mentaliteit van iemand uit het verleden om te begrijpen wat hij doet of denkt. Daarmee hoef ik zijn behandeling van slaven en zijn attitude tegenover vrouwen nog niet goed te keuren. Ik kan me in Donald Trump verdiepen om te begrijpen dat hij bewondering nodig heeft, maar daarmee vergeef ik hem zijn gebrek aan zelfkennis nog niet.

      Vergelijk het met een agent die een daderprofiel maakt: die probeert een crimineel te begrijpen, om de opsporing en veroordeling te vereenvoudigen.

      1. Ben Spaans

        Alleen is opsporing en veroordeling van oude Assyriërs niet meer aan de orde…☺
        Verder een citaat uit een oud jeugdboek:

        “Als men de loop der gebeurtenissen door de eeuwen hen beschouwt, dan ziet men dat wanneer een volk op het toppunt van zijn macht is aangekomen, het onvermijdelijk een terugslag krijgt en vaak zelfs door de eigen slachtoffers veroverd wordt. De geschiedenis herhaalt zich en het enige wat men ervan kan leren is dat niets definitief of eeuwigdurend is: iets dat een begin heeft, heeft ook een einde.”

        En dan toch nog geschiedenis gestudeerd…

  1. Jona
    Die afsluitende bespiegeling zou je mi verder kunnen en eigenlijk moeten uitwerken, want het kan een les voor het heden of recente verleden zijn en dat maakt het wat smeuiiger/actueler:
    is een mammoet-staat beter dan balkanisering bijv., en hoeveel dwang is er (voor) nodig om zo’n staat in stand te houden (Oostenrijk-Hongarije, Turkse rijk, Sovjet-Unie)?
    Harry ten Brink

    1. Otto Cox

      Het is een interessante vraag, maar het lijkt me relavanter daarvoor naar het Habsburgse en Turkse Rijk te kijken dan naar de Assyriërs. Het Habsburgse rijk bijvoorbeeld had zijn problemen, maar het was niet de uitgeputte “zieke man” die de propaganda van de andere mogendheden ervan maakte.

  2. Laurens

    Wanner is een volk op het toppunt van zijn macht? Door dat een volk dat zelf voelt? Lijkt me erg voorbarig. Alleen terugkijkend in de geschiedenis in goede boeken kan het begrepen worden. Om daar nou een jeugdboek voor te gaan citeren…..

    1. Ben Spaans

      Een beetje speelsheid houdt het allemaal nog een beetje dragelijk. Hoe dan ook, ik vond het citaat wel passen bij het lot van het Nieuw-Assyrische Rijk.

Reacties zijn gesloten.