
In mijn reeks vertaalde bronnen, hier gepresenteerd in het kader van de Week van de Klassieken, vandaag een stukje dat ik, anders dan de eerdere stukjes, niet aan de datum kan ophangen. Het is meer algemeen geldig: een beschrijving van een Grieks huwelijk. Het fragment komt uit de tragedie Medeia van Euripides, een van de allerklassiekste teksten van een van de allerklassiekste auteurs. Ik durf de plot daarom wel bekend te veronderstellen: Medeia is naar Griekenland gekomen om te trouwen, maar door haar echtgenoot verstoten. De enige manier waarop ze nog wraak kan nemen is het doden van haar eigen kinderen. Voordat ze die wanhoopsdaad ten uitvoer brengt, maakt ze duidelijk wat het huwelijksleven voor haar inhield.
Of het representatief is, weet ik niet. Ik zou denken dat veel huwelijken weliswaar waren gearrangeerd, maar dat ze daarom niet per se ongelukkig waren. Dat vermoeden baseer ik echter op niet meer dan enerzijds de twee gearrangeerde huwelijken die ik ken (maar je kunt de eenentwintigste eeuw niet vergelijken met de Oudheid) en anderzijds de aanname dat mensen niet met elkaar kunnen samenleven als er niet minimaal enige sympathie is. Dat laatste is natuurlijk een ongeldige redenering: je zegt in feite “het is niet zo want ik geloof het niet”. Daarmee kun je rector magnificus worden aan de universiteit van Groningen maar dat maakt het nog niet tot een geldige redenering.
***
Van alles wat een ziel en bewustzijn heeft
zijn wij vrouwen het slechtst bedeeld.
Eerst moeten wij voor een man
een grote bruidsschat betalen,
en hem daarna de macht over ons lichaam geven,
het een nog erger dan het ander.
Dan het kritieke punt:
is het een slechte of een goede, die je krijgt.
Want scheiding kost een vrouw haar goede naam
en afwijzen mag zij hem niet.
In een nieuwe omgeving met andere zeden gekomen,
moet zij wel helderziend zijn om te weten
wat zij thuis niet heeft geleerd:
hoe haar man te hanteren.
Zijn wij daarin goed getraind,
draagt de man zonder weerzin het huwelijksjuk,
gelukkig is dan ons leven.
Anders kan een vrouw beter sterven.
Een man die zich ergert in huis,
gaat de deur uit, verzet dan zijn zinnen.
Maar wij zijn steeds op dezelfde persoon aangewezen.
Men zegt wel van ons dat wij thuis
zonder risico leven,
terwijl zij de oorlog in gaan.
Een domme gedachte.
Liever driemaal naar het front gestuurd
dan één keer te bevallen van een kind.
***
[Die laatste opmerking is maar al te juist. Er was een kans van ongeveer zeven procent om bij een bevalling te overlijden. Een vrouw kreeg gemiddeld zo’n zes kinderen, waarvan er twee zelf de huwbare leeftijd bereikten, want ook de kindersterfte lag hoog. Van de getrouwde vrouwen was ongeveer een derde overleden voor haar veertigste. Ik zou u graag verwijzen naar vervolgliteratuur maar ken die niet.
Vertaling Gerard Koolschijn. De (uitgestelde) Week van de Klassieken, met als thema “controverses”, is van donderdag 3 tot en met zondag 13 september.]
Geheel off-topic: DvhN heeft een leuk artikel in de zaterdagbijlage.
https://www.dvhn.nl/groningen/Friezen-en-Groningers-vochten-in-Romeinse-legioenen-25973521.html
De kop is wel een minpuntje – “Friezen en Groningers” is een ietwat betekenisloze benaming. In de papieren versie staan nog wat meer leuke foto’s.
Voor perinatale sterfte en kindersterfte in het verleden is deze aan de University of Oxford gelieerde website een aardig begin:
https://ourworldindata.org/child-mortality-in-the-past
Hoe het vandaag in Nederland zit met perinatale sterfte lees je hier:
https://www.knov.nl/over-de-knov/tekstpagina/777-3/perinatale-sterfte/hoofdstuk/1091/perinatale-sterfte
Cijfers moet je overigens in context zien. Perinatale sterfte tellen we tegenwoordig gelukkig in promillen, maar in het Oostgroningse ziekenhuis waar ik in de jaren ’80 op de kraamafdeling werkte telden we doodgeboorten in sommige jaren in procenten. Uiteraard telden we dan niet mee wat er thuis gebeurde, maar het aantal was zowel absoluut als relatief hoog. Een langjarig onderzoek van het UMCG (toen nog AZG) vond geen duidelijke oorzaak, behalve ‘familiale factoren’.
Pas eind 19e eeuw kwam er verandering in de man-vrouw verhouding. De voorlaatste paragraaf is lang een argument geweest om vrouwen geen kiesrecht te geven. De bruidschat is daar ook een symbool van: een vrouw moet een man vinden die haar onderdak geeft en economisch onderhoudt, daar moet wel wat tegenover staan: bruidschat en “de macht over ons lichaam geven”. En over de eerste paragraaf zullen we het maar niet hebben.
Kom ik dit tegen:
In sommige culturen werd de bruidsschat door de man opgebracht, zoals in veel codificaties van ‘Germaans’ recht in de late Oudheid/vroege Middeleeuwen gesuggereerd wordt. Ik betwijfel of de bruidsschat wel een goede indicatie is voor onderzoek naar de positie van de vrouw in een bepaalde tijd. Je zou misschien beter naar erfrecht of testamenten kunnen kijken.
Klopt. Een bruidsschat kan iets zijn wat de familie van de bruid aan de familie van de bruidegom moet betalen of iets wat de familie van de bruidegom aan de familie van de bruid moet betalen. In beide gevallen lijkt het erop dat er aan een bruid een prijskaartje hangt. Maar ja, dat is natuurlijk altijd zo.
Goed van Euripides.
En dan gaat het hier nog om een legaal huwelijk. (Hoe ging dat trouwens? Was er nog een aparte ceremonie of was de overdracht van de bruidsschat ceremonie genoeg?)
Zijn er ook teksten die buitgemaakte vrouwen en andere slavinnen een stem geven?
Wat dacht je van Vrouwen van Troje (van dezelfde schrijver, Euripedes)?
Dank!
“Die laatste opmerking……graag verwijzen naar vervolgliteratuur maar ken die niet”: dat is nou jammer, en merkwaardig. Hoe komen die getallen van moeder- en kindersterfte dan in je hoofd? Die zijn zeer interessant, ik vind ze, gezien tropenervaring en kennis van de laatste eeuwen, voor de oudheid geloofwaardig, maar zou er meer van willen weten…
Over die bronnen had ik een reactie ingestuurd, maar die zie ik nog niet terug.
Hoeveel kans dan te overlijden na 3x naar het front gestuurd te zijn?
(2x dus al overleefd)
Patiént: ‘Dokter, kom ik goed door deze operatie?’
Dokter: ‘Negen van de tien niet. De vorige negen gingen fout, dus u maakt een heel goede kans.’
Wellicht meer dan één link ingevoegd? Ik stuur een email naar JonaL.
Twee links, inderdaad. Mea culpa.
Tip voor de volgende keer: plaats twee aparte reacties. We duiden dat niet euvel.
Omdat er veel links in zaten. Dan wordt het geïdentificeerd als spam.
…dus nog een keer. Een aardige start vind je hier:
https://ourworldindata.org/child-mortality-in-the-past
En hoe het vandaag zit in Nederland lees je hier:
https://www.knov.nl/over-de-knov/tekstpagina/777-3/perinatale-sterfte/hoofdstuk/1091/perinatale-sterfte
Heel kort: in de Oudheid en tot aan de 20e eeuw telde men perinatale sterfte in procenten, vandaag in promillen.
Bedankt, zeer informatief! die eerste link.
Oudheid, Middeleeuwen: de situatie was nog niet veel beter in Nederland 1900 en Ghana 1970. Wereldwijd tegenwoordig een gigantische vermindering in moeder- en kindersterfte, enkele landen blijven nog achter.
Uit het blote hoofd: de belangrijkste oorzaken van kindersterfte voor en tijdens de geboorte of in het eerste levensjaar waren (en zijn): slechte voeding van moeder en/of kind, infectieziekten en gebrek aan kennis rond zwangerschap en bevalling. Het eerste komt een samenleving teboven door voldoende goed voedsel te produceren. Kunstmest en koepestvaccinatie, alsmede armoedebestrijding, hebben veel kinderlevens gered.
De tweede grote winst komt van schoon drinkwater, fatsoenlijke riolering en goede huisvesting. TBC was op die manier al op z’n retour nog voor er medicijnen tegen waren. En de toegenomen medische kennis was het sluitstuk. Boeren en bouwers deden dus het meeste werk, daarna kwam de dokters.
In Nederland is rond de bevalling vanaf het einde van de 19e eeuw bovendien de meeste winst behaald door vroedvrouwen, gevolgd door huisartsen. Dat begint in de laatste decennia pas te verschuiven nu het aantal thuisbevallingen substantieel vermindert. Lees bv. het schitterende dagboek van Catharina Schrader uit de 18e eeuw:
https://www.dbnl.org/tekst/schr057memo01_01/schr057memo01_01_0003.php
…ik denk dat de URL’s in mijn reactie nog in de filters blijven hangen…
Ik herinner me die cijfers uit Tim Parking, Demography and Roman society (1992). Ik zeg niet dat mijn geheugen onfeilbaar is!
OK, bedankt, zal Parking nagaan.
Bedankt, zal Parking nagaan.
Het is natuurlijk alweer een andere tijd maar mij schoot het leven van Galla Placidia te binnen.
Gevangenneming, gedwongen huwelijken, bevallingen en dan toch regentes/keizerin worden.
Ze zal zich misschien herkend hebben in de tekst van Euripides maar nog beter de mogelijkheden. Ze zal ongetwijfeld een goede machtsdenker geweest zijn en charisma hebben gehad.
Het Laurentius-mozaïek in haar mausoleum geef misschien toch haar situatie weer “Ik ben al gaar, keer mij om en eet me op.”
https://mainzerbeobachter.com/2020/08/12/galla-placidia/#respond
Kwam dit nog tegen via Spui25.
Het onbehagen van antieke heldinnen
Mieke de Vos
Wanneer kun je iemand een held noemen? Als hij monsters verslaat en het onmogelijke presteert. Mieke de Vos schrijft over Helden van Patrick Lateur en Heldinnenbrieven van Ovidius, werken die van het bekende pad afwijken. Ze verhalen over vrouwelijke helden, voor wie het patriarchaat het monster is, en het onmogelijke gehoord worden.
https://www.nederlandseboekengids.com/20200626-mieke-de-vos/