
Ik heb een paar helden. Montesquieu, Winckelmann, de cirkel rond Von Humboldt, Droysen, Schliemann, Weber, Millar, Sancisi-Weerdenburg. En Cornelis de Bruijn. Lees de biografie van de Haagse reiziger en tekenaar die als eerste tekeningen van Jeruzalem en Persepolis naar Europa bracht en u begrijpt waarom.
In 1681 bezocht hij Giza. Ik geloof niet dat hij zich realiseerde dat drieënveertig eeuwen naar hem terugkeken, maar hij ging de piramiden binnen en tekende bijvoorbeeld de Grote Galerij die leidt naar het oorspronkelijke graf van Cheops. Dat is nog decennia lang uniek beeldmateriaal gebleven. De schets hierboven heeft hij toen ook gemaakt. En er is natuurlijk iets raars mee aan de hand. De piramiden zijn te puntig.
Zelftwijfel
De reden is vermoedelijk dat De Bruijn, eenmaal terug in Holland, zijn eigen waarnemingen en schetsen was gaan wantrouwen. Elke tekening die hij hier in Europa bekeek, toonde hem veel smallere en hogere piramiden dan hij had geschetst. De reden voor de spitse Europese piramidetekeningen is dat die allemaal zijn gebaseerd op de enige twee piramiden die kunstenaars hier in Europa konden bekijken: twee antieke monumentjes in Rome, waarvan er een, de piramide van Cestius, nog steeds te bewonderen is. De ander, die niet ver van het Vaticaan heeft gestaan, is sindsdien gesloopt.
De hele Europese artistieke traditie heeft die twee graven als voorbeeld genomen. De kunstenaars die de mozaïeken legden in de San Marco in Venetië, de Renaissance-schilders, iedereen die daarna kwam: te puntige piramides. Dat was wat De Bruijn zag in de boeken die hij in Holland raadpleegde en dat is waarom hij zijn betrouwbaardere schets verkeerd verbeterde.
Kerstmis in Giza
Er is nog iets grappigs. De kleine groep mensen rechts. De graficus die De Bruijns schets uitwerkte – ik meen dat het Jan Luyken was – kende uit het Nabije Oosten alleen kerstgroepen. Dus dat is wat hij ervan heeft gemaakt. Een soort os en ezel dus, bij de sfinx van Giza.
Expositie
Aanstaande zaterdag begint in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een kleine expositie over “de verbeelding van Egypte“. Daar komt ook Cornelis de Bruijn aan de orde.
De eerste druk (1698) van zijn reisverhaal vindt je online op de UBU website
http://objects.library.uu.nl/reader/index.php?obj=1874-240473
Conformity bias is natuurlijk zeer menselijk. Is er nog iets van zijn schetsen bewaard, of kennen we enkel de gravures?
Helaas niet, maar we kunnen redelijkerwijs aannemen dat die niet puntig waren.
Ik had eigenlijk verwacht dat je ook Vivant Denon tot je heldenkring zou gerekend hebben. Een goed overzicht van zijn leven staat op https://www.inha.fr/fr/ressources/publications/publications-numeriques/dictionnaire-critique-des-historiens-de-l-art/denon-dominique-vivant.html
Ach weet je, de lijst is zo lang als ik zin heb om te schrijven.
Opvallend is dat de sfinks helemaal vrij van zand is. Ik heb vroeger geleerd dat die helemaal ondergestoven was en dat alleen zijn (haar?) kop nog boven het zand uit stak.
Ik dacht verder dat er drie grote piramiden zijn, maar de Bruijn tekent er vier
Van de sfinx steekt toch alleen de kop en een stukje nek boven het zand uit? Er is volgens mij geen romp zichtbaar.
Nee, hij is nooit helemaal onder het zand geweest.
Achter de kleine pyramide van Menkaure staan nog drie veel kleinere: de pyramiden der koninginnen. Daarvan is er blijkbaar een op de prent van de Bruijn terecht gekomen. Maar hij is te groot weergegeven.
Ja, mooi die prenten. En welke Von Humboldt? Die van het onderwijs of die van de ‘Naturgemälde’?
De bovengetoonde gravure uit CdB’s werk is in hoge resolutie hier online te zien
https://www.rijksmuseum.nl/en/collection/RP-P-1896-A-19368-1207
Op dezelfde webite nog meer oude prenten en foto’s van de pyramiden van Giza en elders.
Een os en een ezel zie ik echter niet op de gravure, wel drie ezels in de voorgrond en een in de achtergrond.
webite => website
Jona verwijt de etser hier iets wat hijzèlf doet; invullen volgens een hem bekend sjabloon…
Ja, ik verschreef me, zittend in een wat rumoerige trein. Ik bedoelde dat het was GEÏNSPIREERD op kerstgroepen.
Dus de NS heeft nog geen schietstoelen geïnstalleerd.
Oke, jij hebt je punt weer gemaakt, Jona…
Is er bij Griekse of Romeinse schrijvers/reizigers een beschrijving al of niet met commentaar (of ezels) over de piramiden te vinden?
Begin maar met Herodotos. (Boek II, De koningen Cheops en Chephrèn en de Pyramiden).
Het is erg leuk zijn naam te lezen in de poort van Persepolis die hij daar heeft ingekrast
De verwijzing is naar Wilhelm von Humboldt, maar toch even iets over diens jongere broer Alexander. Die was in 1804 pas terug van zijn reis door de Amerika’s toen hij in zijn Parijse kring Simón Bolívar ontmoette. Over die ontmoeting zijn allerlei legendes de ronde gaan doen, maar het mag wel vaststaan dat Bolívar, toen 21 en op dat moment nog weinig anders dan een losbol van het vrolijke leven, onder de indruk van hem was. Men stelt zich Humboldt voor die de kring over Amerikaanse plantenkunde, geografie, ethnografie, en politiek onderhoudt terwijl Bolívar, die daar toch vandaan kwam, met open mond luisterde. Daarna is hij zijn verblijf in Europa gaan gebruiken om zich in de de filosofie van de tijd en al wat dies meer zij te verdiepen. Hij heeft dan ook nooit een kwaad woord over Humboldt willen horen. ‘Humboldt heeft mij de ogen geopend’ –staat wel vast dat hij later gezegd heeft.