De Nijl (1)

De Nijl

Ik heb de laatste tijd geblogd over antieke rivieren en rond vandaag en morgen af met de grootste van de oude wereld: de Nijl. Enigszins afhankelijk van de wijze waarop je de lengte berekent, is de 6850 kilometer lange stroom de langste rivier op deze planeet of de langste na de Amazone. Als je kijkt naar het afwateringsgebied, heel noordoostelijk Afrika dus, hoeft de Nijl alleen de Amazone en de Congo voor zich te laten.

Noordelijk Afrika bestaat grotendeels uit de onherbergzame Sahara. Als de Nijl geen vruchtbare corridor zou bieden door deze dorre zone, zou het vrijwel onmogelijk zijn om te reizen vanuit Sub-Saharisch Afrika naar het Middellandse Zeegebied of het Nabije Oosten. De Nijl is daarom een cruciale verbindingsweg en dat maakt het verleden van Nubië en Egypte tot het collectieve verleden van de gehele mensheid.

Lees verder “De Nijl (1)”

De zeven wereldwonderen

De piramiden van Giza zijn het enige van de zeven wereldwonderen dat nog iets voorstelt.

De oudste vorm van wetenschap, nog ouder dan het herkennen van patronen, is het maken van lijstjes. We kennen uit het oude Nabije Oosten opsommingen van houten voorwerpen, van steden, van gebeurtenissen, van woorden in vreemde talen en van pythagorese getallen, en we spreken wel van Listenwissenschaft. De Nederlandse geleerde M.A. Beek opperde eens dat die lijstjes “wijsheid” heetten en dat de Bijbelse constatering dat koning Salomo “veel wijsheid” bezat, niets meer is dan een verwijzing naar een grote mand vol kleitabletten.

Hellenistische lijsten

De oude Grieken deden hetzelfde. In HomerosIlias vinden we de Scheepscatalogus, in de Odyssee een overzicht van vrouwen die iets met Zeus hebben gehad en HesiodosTheogonie is een schitterende lijst van goden en godinnen. Ik vertelde al eens dat in de hellenistische tijd lijsten ontstonden van bewonderenswaardige en navolgenswaardige Griekse auteurs, onderverdeeld naar genre (epische dichters, tragische toneelschrijvers, geschiedschrijvers enz.).

Lees verder “De zeven wereldwonderen”

Cornelis de Bruijn in Giza

Cornelis de Bruijn, Piramiden en Sfinx van Giza

Ik heb een paar helden. Montesquieu, Winckelmann, de cirkel rond Von Humboldt, Droysen, Schliemann, Weber, Millar, Sancisi-Weerdenburg. En Cornelis de Bruijn. Lees de biografie van de Haagse reiziger en tekenaar die als eerste tekeningen van Jeruzalem en Persepolis naar Europa bracht en u begrijpt waarom.

In 1681 bezocht hij Giza. Ik geloof niet dat hij zich realiseerde dat drieënveertig eeuwen naar hem terugkeken, maar hij ging de piramiden binnen en tekende bijvoorbeeld de Grote Galerij die leidt naar het oorspronkelijke graf van Cheops. Dat is nog decennia lang uniek beeldmateriaal gebleven. De schets hierboven heeft hij toen ook gemaakt. En er is natuurlijk iets raars mee aan de hand. De piramiden zijn te puntig.

Lees verder “Cornelis de Bruijn in Giza”

De piramiden, Kleopatra en wij

Als u dit leest, heb ik het waarschijnlijk even te druk om te bloggen, want het stukje van vandaag is voorbereid om ook iets te hebben voor als ik de tijd eens niet heb. Bladvulling. Hierboven ziet u een pizzeria / grillroom met de elegante naam Kleopatra. U weet wel, de laatste koningin van Ptolemaïsch Egypte, de geliefde van Julius Caesar, de echtgenote van Marcus Antonius, verslagen in de zeeslag bij Actium en gedood door een adder door een moordenaar die was gestuurd door de latere keizer Augustus.

Om het Egyptische karakter te benadrukken hebben de eigenaren van deze zaak, waar ik overigens met smaak heb gegeten, de piramiden op hun uithangbord gezet. En dat was misschien niet zo handig.

Lees verder “De piramiden, Kleopatra en wij”

Meer NWA: tunnels bij de piramiden

De piramiden van Giza

Ik vertelde gisteren dat de oudheidkundige disciplines te maken hebben met een gierend gebrek aan data en dat er door de empirische zwakte nogal wat subjectiviteit is geslopen in de verbanden tussen die data. Die verbanden laten zich, door datzelfde datagebrek, moeilijk weerleggen en zo zitten we opgezadeld met enkele achterhaalde negentiende-eeuwse sjablonen (superieur Europa versus inferieur Azië, humanisme versus religie, imperium versus barbaren) en met enkele begrippen die ook al niet passen bij de antieke verhoudingen. Ik noemde het koningschap, steden en de staat.

Het dringt niet echt door dat die sjabloons achterhaald en die begrippen geproblematiseerd zijn, zodat de oudheidkunde blijft worstelen met de negentiende eeuw. Dat geldt voor de wetenschappers zélf, die al een halve eeuw streven naar interdisciplinariteit maar er almaar niet in slagen de historisch gegroeide grenzen van hun vakgebieden te slechten, en dat geldt voor het grote publiek. Dat merken we bij deze nagekomen vraag uit de Nationale Wetenschapsagenda (NWA):

Ligt er een tunnelsysteem onder de piramiden van Gizeh?

Antwoord: nee.

Lees verder “Meer NWA: tunnels bij de piramiden”

Piramide

De piramide van Cheops
De piramide van Cheops

Cairo, maandag 7 januari 2008. Ik ben voor het eerst in Egypte. We rijden naar de piramiden en ik zit naast de chauffeur. De weg maakt een bocht en ineens klopt er iets niet meer aan mijn uitzicht. Recht voor me zie ik een grauwe driehoek, vaag en ver weg. Zo enorm groot dat ik een “wauw” niet kan onderdrukken. Als je dingen door hun afstand vaag ziet, zijn ze meestal klein. Maar dit keer past de vaagheid niet bij de omvang.

Er zijn vier echt grote piramiden – ik bedoel met een inhoud van meer dan een miljoen kubieke meter. Twee daarvan zijn gebouwd door koning Snofru (de knikpiramide en de rode piramide in Dashur), de grootste werd in Giza gebouwd door diens zoon Cheops en daarnaast verrijst de piramide van diens kleinzoon Chefren. (Egyptologen hebben het over Sneferu, Khufu en Khafre.) Eerdere en latere piramiden waren aanzienlijk kleiner.

Lees verder “Piramide”