
Je hebt oudheidkundige musea en oudheidkundige musea. Er is een wereld van verschil tussen de musea in West-Europa en die in het voormalige Oostblok, zoals Sofia of Tasjkent. Die laatsten leggen vaak de nadruk op de groei van de menselijke cultuur, waarin we de invloed herkennen van de opeenvolgende productiewijzen, welbekend uit de marxistische leer. Dat is iets heel anders dan de beeldschone afdeling Griekenland in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden of de pluriforme Romeinse afdeling van het Allard Pierson-museum in Amsterdam.
Hoewel al deze musea bekendstaan als archeologische musea, zijn ze dat niet. Ze tonen voorwerpen. De verhalen die ze daarmee vertellen kunnen kunsthistorisch zijn of sociaalhistorisch, maar ze vertellen niet wat archeologie is. Een echt archeologiemuseum was er tot voor kort in Brugge, maar het is onlangs gesloten. Ik denk echter dat er in de Benelux ruimte is voor een museum dat uitlegt wat archeologie is. En als dat niet kan, dan toch minstens een afdeling in een van de bestaande musea.
Het belang van opgegraven potten en pannen
Wat zou ik in een archeologiemuseum graag zien? Om te beginnen iets over het belang van de bestudering van het verre verleden. Dat er zoiets bestaat als vooruitgang – dat wil zeggen: groeiende economische voorspoed en dus meer mogelijkheden om andere ethische keuzes te maken – is een van de belangrijkste conclusies van het oudheidkundige onderzoek. Bezoekers kunnen na afloop discussiëren over de vraag of “meer voorspoed” echt “dus” leidt tot “andere ethische keuzes”.
Een ander uit te leggen inzicht is dat van de diepte van de tijd. Het is in feite het chronologische equivalent van het ruimtelijke inzicht dat ons is geschonken door de ruimtevaart: wij mensen zijn maar heel, heel kleine wezentjes in de grote zee van tijd en ruimte. Verder zou ik als museum twee inzichten van de DNA-revolutie tonen: de mens als reiziger en de verbondenheid van de mensen.
Dit alles dus voor Halbe Zijlstra, die zich afvroeg wat hij moest met musea vol opgegraven potten en pannen. En ook voor de leden van de Commissies Van Oostrom en Kennedy, voor wie het teveel moeite was te overleggen met onderzoeksschool Archon. Ik ben er vrij zeker van dat een archeologiemuseum helpt de minachting voor wetenschap weg te nemen.
De techniek
Ook zou ik aandacht willen hebben voor het technische aspect. Voor de opgraving zelf natuurlijk, maar ook voor alles wat daaraan voorafgaat. De expositie die ik onlangs bezocht in het Groningse Universiteitsmuseum toont dat het prima mogelijk is de rol van digitalisering uit te leggen. Ik zou in het archeologiemuseum ook willen zien wat we kunnen afleiden uit de chemische analyse van bijvoorbeeld de klei waarvan aardewerk is gemaakt.
De vraag “Hoe oud is het?” is sowieso voldoende voor een complete expositie, maar leg in ons gedroomde archeologiemuseum maar eens uit wat een seriatie is, zoals ze in het Musée Grand Curtius in Luik doen. Richt ook een vitrine in die toont hoe een aardewerkchronologie tot stand komt. In de Espace Gallo-Romain in Ath zag ik prima uitleg van dendrochronologie, dus dit is best te doen; leg ook de betekenis uit voor de klimaatwetenschap. Verder de laboratoriumtechnieken, zoals de koolstofdatering. Als ze het in het Evoluon zaliger nagedachtenis konden uitleggen, kunnen onze oudheidkundige musea het zeker ook.
Halflege kasten
Maar wat ik in een archeologiemuseum vooral zou willen, en wat museaal goed te doen is, is een wand vol halflege kasten. Die moeten inzichtelijk maken wat er niet meer is.
Door natuurlijke en culturele factoren is datgene wat we uit het bodemarchief halen geen rechtstreekse afspiegeling van wat ooit de materiële cultuur is geweest. Aardewerk overleeft wel. Het kan breken maar is eigenlijk onverwoestbaar. Hout verbrandt daarentegen. Leer en textiel vergaan in de meeste milieus. Mensen zijn bereid hun leven te wagen om zilver en goud uit een brandend huis te halen. Maak dus een kast met zwart/witte afbeeldingen van wat we weten dat er is geweest maar zelden opgraven, terwijl je het aardewerk en stenen voorwerpen wel toont. Zo maken de bezoekers kennis met de reconstructietheorie. Maar vooral, heel vooral, leren de bezoekers begrijpen wat onzekerheid is.
Zo’n archeologiemuseum, zo’n expositie, en dat met de titel “onzekere wetenschap” – die zou ik nou graag willen.
Hear, hear.
Er is een piepklein museumpje – veel te klein voo jouw archeologische ambities – waar ze toch iets laten zien van wat archeologen eigenlijk doen.
https://www.archeologischmuseumhaarlem.nl/
Na meer dan zes maanden dicht te zijn geweest door de Corona-perikelen, is het Archeologisch Museum Haarlem weer geopend voor publiek. Leuk om te bezoeken in de herfstvakantie.
‘Dit alles dus voor Halbe Zijlstra, die zich afvroeg wat hij moest met musea vol opgegraven potten en pannen.’
Gewoon vermalen en gebruiken als wegenfundering, jôh! Halbe weet er wel raad mee, hoor. Net zoals met granulietdepositie. Hij werkt dan ook voor wegenbouwer VolkerWessels. Altijd handig als je de kanalen als oud bewindsman weet te benutten…
https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/Topambtenaren-schonden-alle-integriteitsregels-in-granulietdossier
Gek genoeg zou dat (in wezen) nog historisch verantwoord zijn ook- de Romeinen deden dat immers zélf ook…
En wat Halbe betreft; laat dat zielige excuus for a human being svp in zijn gore materialistische sop gaarkoken! Maw- zwijg hem voortaan dood…
Ik denk echt dat je meer mensen bereikt door van die uitleg wat youtube-filmpjes (met een potentieel wereldwijd bereik) te maken- zo’n museum is te plaats- en taalgebonden.
Er is wat onderzoek naar gedaan. Eén conclusie haalde laatst zelfs de pagina’s van het Handelsblad: laat video maar zitten, audio is beter. Denk aan al die podcasts.
Een tweede punt, verwant met het vorige: filmpjes zijn vrijblijvend, musea kunnen wat meer diepte bieden.
‘Verder twee inzichten van de DNA-revolutie: de mens als reiziger en de verbondenheid van de mensen.’
Zeker. Als er iets is dat het DNA-onderzoek aantoont, dan is het wel hoe nauw genetisch wij moderne mensen met elkaar verbonden zijn, ook al hebben we ons in pakweg 70.000 jaar tot in alle uithoeken van de planeet gevestigd. Wij verschillen onderling slechts 0,1% in onze DNA-volgorde en daarmee in allerei oppervlakkigheden, zoals de kleur van onze huid, ons haar of onze ogen. We zijn echter voor 99,9% identiek aan elkaar.
Die 0,1% maakt ons ‘uniek’, althans we geloven graag in het idee dat we daarbij hebben. We zijn ons echter van die feitelijke verbondenheid – anders dan in ideologische zin – totaal niet bewust. De mensheid is tot op het bot verdeeld, omdat wij dat zelf innerlijk zijn.
Die verdeeldheid hoeft er niet te zijn, mits we bereid zijn de oorzaak in onszelf te zoeken. Dat is een buitengewoon serieuze en dringende aangelegenheid!
Doen we dat niet, dan zal de wal het schip keren en zal onze ‘vooruitgang’ ook onze ondergang betekenen, inclusief alles wat we in onze val meeslepen.
Daar zou in jouw gedroomde museum ook aandacht voor moeten zijn.
https://tpo.nl/2020/10/07/nederlandse-jongeren-maken-seksistische-beroepskeuzes-gendernormen-moeten-kapot/
Statistieken zijn hardnekkig. En niet alleen die over beroepskeuze. Dan kun je wel zeggen dat 0,1% heel weinig is, maar in digitale codering (DNA). is dat niet zo.
Die 0,1% zijn pakweg 3 miljoen DNA-bouwsteentjes die net iets anders zijn gestapeld en maakt dat we van er verschillen, niet dat we anders zijn.
We zijn deels genetisch bepaald; daar valt weinig aan te veranderen, tenzij we zelf aan die bouwstenen gaan prutsen.
We worden echter voor een groot deel gevormd door de omgeving waarin we opgroeien en die onze sociale, maatschappelijke, culturele en gender-identiteit bepaalt. Die wereld komt voort uit ons gedeelde bewustzijn en daar valt wel iets aan te doen.
https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2020/10/07/verkenning-sekseverschillen-onderwijs
“Het onderwijs heeft een taak om de verschillen in school- en beroepsloopbanen van jongens en meiden te verkleinen, maar kan dat niet alleen. Ook genderstereotiepe gedrag bij de overheid, op de arbeidsmarkt en in de bredere samenleving moet veranderen.”
De realiteit deugt dus niet. En waarom zou het onderwijs die taak moeten hebben? Het onderwijs moet de capaciteiten van elke leerling optimaal ontwikkelen. De onderwijsraad wil iets geheel anders; er zijn sekseverschillen en dat mag niet want genders zijn gewoon een sociale constructie, een stereotiep. Als een meisje niet de electrotechniek of de werktuigbouw in wil, dan schoppen we haar erin. Wat vreemd toch dat ik totaal geen vertrouwen heb in die onderwijsexperts. En met hun curriculum.nu kunnen ze de boom in.
Er zijn genetische verschillen tussen man en vrouw en alles wat daartussen zit. Open deur. Feit. So what…
Wij brengen echter het onderscheid aan in ‘gender’ en het daarbij horende cultureel bepaalde en aangeleerd stereotiep gedrag en waardering. Waarom maken we dat toch zo ontzettend belangrijk?
Daardoor zitten we nu naast ‘hetero’ mannen en vrouwen ook nog eens ‘opgescheept’ met de kleurrijke en logische reactie van de LHBTI-gemeenschap. We zien en behandelen elkaar niet meer zoals we zijn, maar aan de hand van het label dat wij elkaar opplakken of dat we onszelf opplakken. Maar wie of wat zijn we eigenlijk?
Opvoeding en onderwijs zouden erop gericht moeten zijn een veilige omgeving te creëren waar kinderen èn hun opvoeders zich in vrijheid kunnen ontwikkelen tot de imagovrije, zorgzame mensen die ze van nature zijn, zonder onderscheid en zonder ze in culturele dwangbuizen te stoppen. Op die manier laat je zonder waardeoordeel een ieders talent tot bloei komen, want in een werkelijk sociale gemeenschap is niemand belangrijker dan een ander.
Rob Duif “De mensheid is tot op het bot verdeeld”: ik maakte vele tientallen jaren heel iets anders mee.
Een schromelijke overdrijving, die kennelijk past in je wereldbeeld.
Iets een schromelijke overdrijving noemen op basis van louter je eigen ervaring is van hetzelfde laken een pak, maar dan omgekeerd.
Maar in ‘wereldbeelden’ zit precies het probleem. Wat Rob Duijf volgens mij probeert te zeggen is dat wetenschappelijke feiten nog zo mooi gepresenteerd kunnen worden, maar dat culturele ideeën – ideologieën, zo je wilt – in sommige gevallen sterkere beeldvormers zijn. Hij heeft gelijk als hij zegt dat ondanks onze grote onderlinge genetische verwantschap – en onze kennis daarover – mensen meer dan bereid zijn te geloven in het (al dan niet fictieve) bestaan van onze onderlinge verschillen – en daaraan soms gruwelijk consequenties verbinden. (En het is even goed waar dat mensen die consequenties niet altijd verbinden aan vermeende verschillen.)
Ik weet alleen niet of dat een plek moet krijgen in een archeologiemuseum?
Nog een plaats waar ze een verdienstelijke poging doen: het prehistorie-museum in Flemalle (tussen Luik en Namen), met een hele verdieping waar vooral voor scholen de archeologische methoden worden uitgelegd en getoond, en waar ook workshops worden georganiseerd. Zie https://www.prehisto.museum/nl. Het is enkele jaren geleden dat ik er was, maar als ik de huidige intro-tekst van de site lees: “Het avontuurpark van de Prehistorie, Maak de primitief wakker die in je slaapt!”, dan hou ik wel mijn hart vast…
Dank u wel! Ik had er langs gewild tijdens mijn fietstocht, enkele maanden geleden, door Wallonië maar het was toen tijdelijk gesloten. Het staat dus al/nog op mijn wensenlijstje.
Ik zou toevoegen: hoe kan archeologie objectieve kennis krijgen (en hoe vaak ook niet) met behulp van haar technieken en theorievorming? Als we archeologie serieus willen nemen als wetenschap moet dat erbij.
Ik steek niet graag meer over ‘vooruitgang….. En Batavia, scheepsarcheologie? je noemt het niet.
Een discussie over vooruitgang valt, zoals ik aangeef, te voeren. Maar ik voor mij zie eerlijk gezegd niet waarom wij, die een fatsoenlijke behandeling voor bijvoorbeeld zwakgebegaafde mensen kunnen financieren, niet meer mogelijkheden zouden hebben gecreëerd om het goede te doen. Toekomstige generaties zullen weer opties hebben geschapen die wij nog niet hebben.
Het is de vraag of ik er een wereldbeeld op na houd, maar kennelijk zie jij eenheid die mij ontgaat. Help me even uit de droom.
Rob Duif en anderen, ik lees de reacties wat laat.
“”Mensheid tot op bot verdeeld” miskent dat er meer samenwerking tussen mensen is dan tegenwerking. Dat zie ik ook terug bij archeologische vondsten.
Komt nog wel eens terug, dit onderwerp!
Ik ontken ook niet het vermogen tot samenwerking. Mensen zijn sociale dieren en tot praktische samenwerking in staat. Die samenwerking heeft door de ontwikkeling van het denken een grote vlucht genomen.
Ik wijs op een ander punt, namelijk dat de psychomechanika van het denken ook leidt tot psychologische verdeeldheid. Het is een proces van vele duizenden jaren geweest, waarin we die verdeeldheid hebben gecultiveerd. Daardoor zijn we uit het oog verloren wat ons als mensen werkelijk verbind. Niet alleen onderling, maar ook met de wereld, de natuur, waar we niet boven staan, maar waarvan we de deel uitmaken.
Als we dat niet beseffen, dan richt datzelfde denken ons ten gronde. We worden als mensheid geconfronteerd met gigantische problemen! Die problemen staan niet op zichzelf, maar we treden ze wel als zodanig tegemoet. Als we niet beseffen wat de werkelijke oorzaak is en daarmee het ontstaan wegnemen, dan lossen we niets op.
Verdeeldheid is afgescheidenheid en daaruit ontstaan egocentrisme, psychologische angst en conflict. Omdat we van nature behoefte hebben aan veiligheid, werpen we muren op tussen onszelf en de ander, omdat we bang zijn voor elkaar; omdat we bang zijn om te kort te komen, vergaren we wat we aan de ander onthouden. Op die manier creëren we juist meer onveiligheid en daarmee de vicieuze cirkel van de menselijke tragedie.
Om ons vermogen tot samenwerking werkelijk ten volle te kunnen benutten, is dus eenheid nodig. Die eenheid heeft niets met enige ideologie te maken, niets met politiek of godsdienst, die juist exponenten zijn van verdeeldheid. Eenheid kan nooit uit verdeeldheid voortkomen, maar is er op het moment dat de verdeeldheid eindigt.
Het is buitengewoon belangrijk te beseffen, dat echte, zuivere samenwerking begint bij onszelf. Als we zelf niet feitelijk beseffen hoe het denken verdeeldheid schept en hoe we van onze geboorte af aan worden geconditioneerd om aan te nemen en te geloven dat dat normaal is, dan houden we de verdeeldheid en daarmee het conflict in stand.
We hebben het vermogen, we zijn er toe in staat.
Museon in Den Haag biedt een cursus archeologie voor schoolkinderen aan, waarschijnlijk de enige in Nederland. Er is ook een aardige afdeling archeologie, kan ik mij van decennia terug herinneren,
Dat heb je op zich goed geformuleerd, Robbert. Genetisch is er meer dat ons bindt, dan ons verdeeld houdt. Maar wat houdt ons dan verdeeld? Wat maakt dat we elkaar naar het leven staan, dat we elkaar de meest verschrikkelijke dingen aandoen? Het mechanisme dat daar achter schuil gaat, is de psychomechanika van het menselijk denken dat zich in de loop van pakweg 200.000 jaar heeft ontwikkeld (ik laat me op dit punt graag corrigeren).
De mens ‘denkt’ zich los van de werkelijkheid; van zichzelf, van de ander en het andere, van de wereld. We leven in verbeelding, in ideeën, in ideologieën. Of het nu om wereldbeelden gaat, of om zelfbeelden: het zijn identiteiten die wie aanmeten en aangemeten krijgen. We zien de werkelijkheid niet zoals deze is, maar zoals we denken dat deze is. En dat doen we al vele duizenden jaren; het is een manier van denken die we hebben gecultiveerd. We stellen geen kritische vragen meer, we denken dat het zo hoort.
De scheiding die het denken aanbrengt, veroorzaakt conflict, of het nu om conflicten gaat op het grote en kleine wereldtoneel, of om conflicten in onze relaties of om innerlijke conflicten: de oorzaak, de bron, de wortel van conflict ligt in het menselijk denken. Daar zijn we ons niet van bewust, maar wanneer we verdeeld denken, handelen we verdeeld en creëren we een verdeelde wereld. De kwaliteit van ons bewustzijn is verdeeldheid en alles wat daaruit voortkomt is de uiting van die verdeeldheid.
Waarom heeft dat ook met archeologie te maken?
Archeologie probeert d.m.v. gecontroleerde technieken aan de hand van (bodem)vondsten en vondstomstandigheden een verhaal te reconstrueren, omdat we nieuwsgierig zijn naar wat er zich op een bepaald moment op een bepaalde plaats heeft afgespeeld. Zonder historisch perspectief tast de archeoloog in het duister; vandaar dat we trachten bronnen met elkaar te verbinden. Zonder Caesars’ ‘De Bello Gallico’ zouden we bijvoorbeeld de vondst van een slagveld bij Kessel aan de Maas in Noord-Brabant niet goed hebben kunnen duiden.
Zoals gezegd: waarom willen we dat überhaupt weten? Omdat we nieuwsgierig zijn? Omdat we er iets van willen leren? Omdat we er zo achter hopen te komen wie we zijn, waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan en we dat verhaal willen doorvertellen aan hen die na ons komen? Willen we echt dat het educatieve waarde heeft?
Ik wil niet weer die ouwe Hegel afstoffen, maar als we dan toch een archeologiemuseum willen creëren waar we echt iets van onze geschiedenis kunnen leren (niet volgens de een of andere nationale canon), dan gaat het er om het verhaal zo compleet, objectief en eerlijk mogelijk te vertellen, op een wijze die ons op een goede manier aan het denken zet, namelijk door kritische vragen te stellen.
Dan zullen we ook de psychologische drijfveren achter het menselijk handelen en dus het conflict moeten belichten. Wat gaat er schuil achter zelfzucht, hebzucht, macht, ‘Lebensraum’, discriminatie etc? In hoeverre is de wereld van vandaag de voortzetting van de wereld van gisteren en zal dat ook de wereld van morgen zijn? En belangrijker nog: wat vertelt dat over jou en mij?
Een goed voorbeeld is het Archäologische Landesmiseum in het Pauliklooster te Brandenburg, Duitsland. Die hebben bijvoorbeeld een aardenwerk pot, een reconstructie ervan en een filmpje hoe deze reconstructie wordt gemaakt op oude manier. Dat is natuirlijk niet in Benelux maar misschiien een goed voorbeeld.
https://www.landesmuseum-brandenburg.de/willkommen/
Jona, wat zou ik graag een bezoek brengen aan dat archeologie-museum van jou!
Je zegt hierboven dat je in dat museum ondermee twee inzichten van de DNA-revolutie zou tonen: de mens als reiziger en de verbondenheid van de mensen. ‘De mens als reiziger’ – daar heb je al eens een stukje over geschreven. Misschien wil je, vooruitlopend op de komst van je museum 😉 , ook een stukje schrijven over wat de DNA-revolutie zegt over de verbondheid van de mensen? Ik ben daar heel benieuwd naar. Wat bedoel je in dit verband met ‘verbondenheid’ en hoe blijkt dit uit nieuwe inzichten in ons DNA?