
Ik had het vorige week over de rol van keizer Domitianus (r.81-96) bij het schisma tussen christendom en rabbijns jodendom. Het beleid, zo wilde ik aannemelijk maken, was gericht op geforceerde integratie van de Joden in het Romeinse Rijk. Doordat de gelden voor de tempel in Jeruzalem voortaan ten goede kwamen aan de Jupitertempel in Rome, moesten joden de Romeinse oppergod gelijkstellen aan de hunne.
De maatregel was grievend en was vermoedelijk ook zo bedoeld. Er is althans een parallel voor die dat suggereert: Domitianus sloeg nog in het jaar 93 munten van het type Judaea Capta, dat de overwinning op de Joden herdacht. Een kleine kwart eeuw na de gebeurtenissen is dat alleen uit te leggen als trap na. Dat joden het ook zo hebben uitgelegd, is gedocumenteerd in de rabbijnse literatuur. De tekst die bekendstaat als Deuteronomium Rabbah schuift Domitianus het voornemen in de schoenen Rome te ontdoen van Joodse bewoners.
Gamaliël
In feite verbood Domitianus de joodse religie niet. Sterker nog, het heeft er de schijn van dat de keizer een rol speelde bij de herstructurering van het jodendom. Hij ontving namelijk rabbi Gamaliël II, een kleinzoon van de Gamaliël die figureert in de Handelingen en een zoon van de Simeon die ik al eens terloops noemde (een, twee).
Gamaliël was nasi: hoofd van de langzaam groeiende rabbijnse school in Javne. De hier opgeleiden zouden steeds meer invloed krijgen op hun geloofsgenoten. Hun discussies, vastgelegd in de Mishna, tonen dat ze zochten naar wegen voor joods leven in een land dat niet langer alleen naar joodse wensen viel in te richten. Je zou er een compromisbereidheid in kunnen lezen die ontbrak bij de groepen die zich dood vochten in 116-117 of die het Romeinse Rijk verlieten en zich vestigden in Arabië.
Voor Domitianus vormde Javne de ideale gesprekspartner. Indien Gamaliël, zoals de Palestijnse Talmoed meldt, inderdaad Rome heeft bezocht, zal hij daar Domitianus hebben gesproken. Een audiëntie om belangrijke zaken te bespreken was doorgaans de reden waarom een voorname provinciaal Rome bezocht. Weliswaar staat die audiëntie nergens vermeld, maar de reis is dat wel en het gesprek is aannemelijk. Dat Gamaliël een goede werkrelatie had met de Romeinse overheid, staat bovendien wél in de bronnen: het Mishna-traktaat Eduyot 7.7 weet dat hij voor een kalenderhervorming de goedkeuring kreeg van de gouverneur van Syrië.
Afwijkingen
Kortom, Domitianus’ joodse politiek lijkt te lezen als een poging het jodendom opnieuw te vormen. Dat gebeurde deels door joden fiscaal te dwingen te erkennen dat de eredienst voor Jupiter er ook was voor hen. Tegelijk probeerde Domitianus via mannen als Gamaliël een meegaand jodendom te scheppen en liet hij mensen vervolgen die ervan afweken.
Dat raakte de twee christelijke twee groepen. Enerzijds waren er de joden die Jezus erkenden als messias en zich daarom niet langer rekenden tot wat ze het Oude Verbond noemden. Door de Fiscus Judaicus niet te betalen, terwijl de belastingdienst hen wel beschouwde als betalingsplichtig, riskeerden ze dat de overheid hun bezittingen in beslag nam. Geloof in een gekruisigde crimineel was in de ogen van Domitianus geen uitweg uit het jodendom. Anderzijds waren er heidenen die leefden als joden: proselieten dus, waaronder heidenen die het christendom hadden aanvaard. Domitianus stond hun toe hun godsdienstvrijheid verder te belijden op het schavot. Het was niet de bedoeling dat er méér joden kwamen.
Clemens
Het moet gezegd: in dat laatste was de keizer consequent. Dat blijkt uit een passage bij Cassius Dio (Romeinse Geschiedenis 67.14), die ik hier presenteer in de nog te verschijnen vertaling van Vincent Hunink.
In hetzelfde jaar [95 na Chr.] liet Domitianus naast veel anderen ook Flavius Clemens, de consul, vermoorden, hoewel hij een neef van hem was, die getrouwd was met Flavia Domitilla, ook al familie. Beiden kregen een aanklacht wegens ‘atheïsme’, iets waarvoor ook veel anderen werden veroordeeld die afdwaalden naar een Joodse levenswijze (waarbij de sanctie dan de doodstraf was of verbeurdverklaring van hun bezit).
Het heeft vanzelfsprekend niet ontbroken aan moderne visies die de beschuldiging typeerden als vals. Dat kan best waar zijn. Ook Suetonius meende het. Maar in elk geval paste de doodstraf bij de wijze waarop Domitianus het recht toepaste. De eerste christenen wisten dat ze een gevaarlijke keuze maakten.
Besluit
Elke zin die ik hier schreef is op een of andere manier wel bediscussieerd. Ik claim niet het laatste woord te spreken. Ik denk wél dat te documenteren is dat Domitianus’ joodse politiek
- een jodendom stimuleerde zoals het de Romeinse overheid uitkwam,
- proselitisme tegenging,
- het geloof in een gekruisigde crimineel niet accepteerde.
Zoals gezegd: doordat Domitianus de scheiding van wegen afdwong, is hij een van de voor ons relevantste Romeinse keizers. Het is immers een van de weinige keren dat we van een gebeurtenis in de Oudheid de gevolgen kunnen documenteren door de eeuwen heen. Dat is zeldzaam: het is doorgaans onmogelijk afdoende bewijs voor historische continuïteit te leveren. De verklaring is in dit specifieke geval natuurlijk de institutionalisering van het rabbinaat. Kortom, de tijd van Domitianus was een interessante én belangrijke, wat mede verklaart waarom het Rijksmuseum van Oudheden een expositie wijdt aan Domitianus. Die begint op 17 december.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.