De eerste filosofen: slot

Een filosoof (Nationaal archeologisch museum, Napels)

[Omdat ik het in april redelijk druk heb, geef ik het woord aan Kees Alders, webdesigner en tevens auteur van het boek De wereld vóór God. Filosofie van de Oudheid. Vandaag het einde van zijn reeks over de eerste filosofen, de zogenaamde voorsocratici. Het eerste deel was hier.]

In het licht van de moderne wetenschap …

De materialistische visie, waarin we uitgaan van een wereld die is opgebouwd uit vaste elementen, is voor de westerse mens vanzelfsprekend. We leren er op school over bij natuurkundeles. Deze visie is in onze cultuur diep geworteld. Wij beleven de wereld als opgebouwd uit vaste substantie, opgebouwd uit moleculen, atomen en elektronen.

Maar hoe vanzelfsprekend het denken in vaste substanties ook mag lijken, voor klassieke filosofen was het dat niet. Veel wijsgeren verwezen liever naar Herakleitos verwezen dan naar Parmenides. In de filosofie van Herakleitos spelen vaste substanties geen rol en zijn geestelijke concepten even reëel als tastbare zaken.

Behalve dat de materialistische visie dus vaak filosofisch is aangevochten, komt deze overtuiging definitief op losse schroeven te staan door ontwikkelingen in de moderne wetenschap. Die heeft niet alleen verfijningen van materialistische modellen opgeleverd, maar kwam met natuurwetenschappelijke theorieën die de bodem onder het filosofisch materialisme leken weg te slaan: naarmate deeltjes kleiner bleken, gedroegen ze zich onlogischer. Massa is energie en vice versa. En zo voort.

Dit zijn zaken waar Parmenides, met zijn geloof in onveranderlijkheid en essenties, waarschijnlijk nooit rekening mee had kunnen houden. Puntje voor Herakleitos? Wellicht.

Maar… in de quantummechanica treffen we ook elementen aan die zich met een fundamentele onvoorspelbaarheid lijken te gedragen, in plaats van volgens strikte oorzaak-gevolgrelaties of natuurwetten. Wellicht dat Herakleitos met zijn geloof in een allesoverheersende natuurkracht, hier weer compleet sprakeloos van zou hebben gestaan.

Wat ik maar wil zeggen: alles ligt open.

Positie

De filosofen die we in deze reeks zijn tegengekomen, leefden allemaal in de periode van ongeveer 600 tot 450 jaar voor onze jaartelling (uitgezonderd Demokritos, die wat later leefde). Dit tijdperk, dat samenvalt met het laatste deel van de Griekse archaïsche periode, wordt beschouwd als het eerste hoofdstuk van de geschiedenis van de filosofie.

Van de geschriften van deze filosofen is vrijwel niets bewaard. Wat we van de eerste wijsgeren weten, komt uit fragmenten die latere auteurs hebben becommentarieerd. Met name Aristoteles heeft over ze geschreven, en we kennen de eerste filosofen dan ook voornamelijk via hem.

De belangrijkste inhoudelijke overeenkomst van al deze denkers is dat ze zich, voor zover we weten, vooral bezighielden met natuurverschijnselen. Daarom worden ze ook wel ‘de natuurfilosofen’ genoemd. Een andere term is ‘voorsocratici’. Het lastige van die term is dat ook Atheense filosofen uit de tijd van Sokrates daaronder vallen. Deze filosofen, die we normaal aanduiden als ‘sofisten’, vormen echter een aparte categorie, waarover we het later nog eens zullen hebben.

Opvallend is dat eigenlijk alle tot nu toe behandelde filosofen niet leefden in Griekenland zelf, maar in de periferie: aan de westkust van Turkije, in het zuiden van de Italiaanse laars en op Sicilië. Dat is waarschijnlijk niet voor niets: men maakte er vaker kennis met vreemde gewoonten en zaken, men had er wat meer vrijheid dan in het moederland.

Maar we zijn stilaan beland in een nieuw tijdperk. Ongeveer vijfhonderd jaar voor onze jaartelling begint de periode die wij klassiek noemen. Daarin groeit Athene uit tot hét politieke, culturele en filosofische middelpunt van Griekenland. Daarover  bij gelegenheid meer.

[Deze reeks, oorspronkelijk gepubliceerd op de beëindigde website Grondslagen.net, is gebaseerd op het boek De wereld vóór God, dat een introductie biedt tot de filosofische stromingen van de oude wereld. Het hele boek is hier te bestellen.]

Deel dit:

12 gedachtes over “De eerste filosofen: slot

  1. FrankB

    Voor de duidelijkheid: quantummechanica is net zo materialistisch als causale natuurkundige theorieën. Zie bv. het standaardmodel van elementaire deeltjes. Men kan er geen argument tegen filosofisch materialisme aan ontlenen.
    Men is tegenwoordig grotendeels vergeten dat er ongeveer twee eeuwen lang een controverse is geweest tussen Newton en zijn aanhangers enerzijds en Huygens (niet de dichter) en zijn aanhangers anderzijds.

    https://thephysicsfootprint.com/2022/02/03/newton-vs-huygens-what-is-light/

    Tegenwoordig weten we dat deeltjes zich als golven kunnen gedragen en golven massa kunnen hebben. Lichtfotonen hebben geen rustmassa, maar zijn dan ook nooit in rust. Ons begrip van wat materie is is veranderd (of zou dat moeten zijn, want er zijn er nog wel die aan een volstrekt achterhaalde “betekenis” van materialisme vasthouden en volhouden dat energie niet materieel is).
    Met klassieke filosofie heeft dit niets van doen. Moderne natuurkunde kiest geen partij.

    1. Robbert

      Je kunt er ook nog wat anders van zeggen. Quantummechanica en relativiteitstheorie gaan over het zeer kleine en zeer grote. Ze zijn niet relevant voor het tussengebied, waar wij wonen. Daar heerst de mechanica van Newton: het gedrag van een biljartbal is geheel voorspelbaar.

      1. FrankB

        Nee. Dit is volkomen fout. Quantummechanica en relativiteitstheorie gaan over de gehele natuurlijke werkelijkheid, Via het Correspondentieprincipe kan de klassieke natuurkunde van beide afgeleid worden. Beide zijn uitbreidingen van de klassieke natuurkunde; de eerste naar zeer kleine schaal, de tweede naar hoge snelheden. Beide beschrijven het gedrag van een biljartbal dan ook geheel correct.
        En dit is zeer relevant.

        https://en.wikipedia.org/wiki/Correspondence_principle

        Het eenvoudigste is dat te zien aan de Lorentz Factor (zie weer Engelse Wikipedia) uit de speciale relativiteitstheorie. Bij lage snelheden (want de relativiteitstheorie heeft zeker ook iets te zeggen over het zeer kleine) is die nagenoeg gelijk aan nul en komen bekende bekende formules van Galilei en Newton tevoorschijn. Die zijn vereenvoudigingen.
        Er is nog een ander opmerkelijk voorbeeld van dit Correspondentieprincipe. Als u van huis naar uw werk reist en/of omgekeerd en uw reistijd berekent verwaarloost u nog meer: de kromming van de Aarde – u gebruikt plotseling Platte Aarde Theorie. De rechtvaardiging hiervoor is niet dat theorieën irrelevant zijn. De rechtvaardiging is praktisch – de berekeningen worden gemakkelijker en de conclusies zijn nagenoeg gelijk als u kromming, Lorentzfactor en quantumeffecten wel meerekent.

        1. Robbert

          FrankB eerste reactie: Ik heb niet gesteld dat QM en RT als natuurkundige theorieen niet over de gehele werkelijkheid gaan.
          Ik stel dat ze voor het dagelijks leven, waaronder mijn reistijd, niet relevant zijn (afgezien van moderne gadgets die we kopen). We kunnen er rustig aan voorbijgaan.

          Je tweede reactie vind ik interessant maar zelf ben ik voorstander van filosoferen vanuit “het tussengebied waar wij wonen”.

    2. Ben Spaans

      Is er sowieso niet teveel de neiging om quantummechanica veel te mysterieus voor te stellen? Tot een soort mystiek aan toe?
      Dat is hier eerder wel een paar keer aan de orde gekomen.

      1. Robbert

        Aan quantummechanica worden hele filosofieen gehangen (onzekerheid enzo). Speculaties die boven het geldigheidsgebied van de QM uitgaan. Ik ben als HBS-B-er zonder verdere natuur- wiskunde- of filosofie-opleiding geneigd om de QM niet meer dan een rekenmethode te noemen.
        Een bevriende wiskundige zei, met meer enthousiasme: “Voor mij is QM een schitterend wiskundig model van de wereld van het kleine. Een model dat voorspellingen doet die zeer precies uitkomen en dat vele praktische toepassingen heeft gekregen”.
        En voor degenen die er wel voor doorgeleerd hebben: “Wat betreft de relatie tussen QM aan de ene kant en relativiteitstheorie aan de andere kant t.o.v. klassieke mechanica: dat kan mooi beschreven worden als volgt. QM gaat over in klassieke mechanica door de constante van Planck (symbool h) naar 0 te laten gaan. Relativiteitstheorie gaat over in klassieke mechanica door de lichtsnelheid (symbool c) naar oneindig ter laten gaan. Natuurlijk kan alles op menselijke schaal (zoals biljarten) prima beschreven worden met klassieke mechanica. Daar zijn we als mensen op ingesteld”.

      2. FrankB

        Ja. Een bekend voorbeeld daarvan is quantummystiek en quantumbewustzijn. Die begint met een foute voorstelling van het waarnemereffect. Het begrip waarnemer verwijst namelijk niet naar de experimentator maar naar de proefopstelling. En die heeft toch echt geen bewustzijn.
        Quantummechanica heeft wel degelijk filosofische consequenties. Ze is onverenigbaar met “elk verschijnsel heeft een oorzaak” en levert dus een probleem op voor Aristoteles’ argument van de Eerste Beweger. Drie voorbeelden die volgens de quantummechanica geen oorzaak hebben:

        1. het Tunneleffect (Quantumtunneling). Volgens de klassieke natuurkunde is het voor ons onmogelijk door een muur te lopen, volgens de quantummechanica is er een minieme kans dat het lukt.
        2. Het exacte tijdstip waarop een radioactief deeltje uit elkaar valt.
        3. Electron-positron paar productie.

        Quantummechanica is heel wat meer dan alleen maar een rekenmethode. Zie ook het beroemde citaat van Einstein uit een brief aan Bohr:

        “God dobbelt niet!”
        Waarop Bohr antwoordde:

        “Vertel God niet wat Hij wel en niet kan doen!”

        Reden dat ik hierover uitwijd is dat hierover net zoveel misverstanden in omloop zijn als over oudheidkundige zaken.

  2. Harry ten Brink

    Heel hartleijk dank voor deze serie!
    Aansluitend aan de opmerking van FrankB en reagerend op de one-liner:

    “Wij beleven de wereld als opgebouwd uit vaste substantie, opgebouwd uit moleculen, atomen en elektronen”
    Naast dat deze componenten dualistisch worden geinterpreteerd via de QM
    komt het grootste deel niets/vacuum is en dat is niet vast

    1. FrankB

      Vacuum is niet niets, ook niet in de natuurkundige betekenis. Vacuum is onderdeel van Ruimte-Tijd (algemene relativiteitsthorie) en bevat quantumvelden (quantumveldentheorie). Hier is geen sprake van dualisme.

  3. Karel van Nimwegen

    Dank voor deze reeks. Het is vooral leuk het in gewonemensentaal te hebben kunnen lezen, ik zou haast zeggen alsof we er over praten met een biertje erbij in de kroeg. En dat is een pre.

Reacties zijn gesloten.