
De gevechtsscène hierboven is te zien op een sarcofaag in het Museo di Santa Giulia in Brescia in Noord-Italië. Het was in het Romeinse Rijk heel erg gebruikelijk om veldslagen af te beelden op grafkisten: vaak gaat het dan om taferelen uit de Trojaanse Oorlog of de strijd tussen de Grieken en de Amazonen. Dit is echter geen mythologisch gevecht: het stelt de laatste fase voor van de Slag bij Marathon, waarin de Atheners een Perzisch leger terugdreven. Dat was in 490 v.Chr.
Dertig, veertig jaar later wijdden de Atheners een monument aan hun overwinning: de Stoa Poikile of “geschilderde colonnade”. Op de agora zijn, vlakbij de metrolijn, enkele resten te zien. Er waren vier fresco’s, gemaakt door óf Polygnotos óf Mikon en Panainos (de bronnen spreken elkaar tegen), en de laatste van het kwartet toonde het gevecht op de vlakte van Marathon. De Griekse schrijver Pausanias vermeldt “een gevecht bij de schepen waarin de Grieken de Perzen afslachtten die wilden inschepen”.
Om eerlijk te zijn weet ik niet helemaal zeker of de gelijkstelling van de sarcofaag aan de schildering correct is. De Atheners zijn makkelijk te identificeren: ze zijn afgebeeld in heroïsche naaktheid en dragen helmen. Maar zijn die mannen met die woeste baarden echt Perzen? Je zou hebben verwacht dat de man rechts, die naar het schip wordt gedragen, wel een broek zou dragen: de normale manier voor Grieken om hun oosterburen af te beelden. Het is raar dat dat niet is gebeurd, al weet ik ook niet goed wie anders kunnen worden afgebeeld met een haarband.
Laten we daarom eens aannemen dat het inderdaad de Slag bij Marathon is die we zien. Dan hebben we belangrijk bewijs om het verloop van het gevecht te reconstrueren. Het belangrijkste verslag is geschreven door de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos, die vertelt dat de Atheners en Perzen enkele dagen tegenover elkaar lagen, tot de Grieken de impasse doorbraken met een onverwachte stormloop op hun vijanden. Dat is vreemd, want we zouden hebben verwacht dat de Perzen hun bereden schutters zouden hebben ingezet om de aanvallers in de rug aan te vallen. Waar was dus de Perzische cavalerie?
Er is nog een ander verhaal over het gevecht, te vinden in de biografie van de Atheense generaal Miltiades van de Romeinse schrijver Cornelius Nepos en in de Souda, een Byzantijns woordenboek uit de tiende eeuw. Volgens deze twee bronnen waren er deserteurs uit het Perzische leger, die de Atheners kwamen vertellen dat de cavalerie weg was. Dat maakte de Griekse stormloop mogelijk.
Maar waarom was de Perzische cavalerie weg? Er is wel geopperd dat de Perzen niet tevreden waren met de situatie op de vlakte en daarom hadden besloten tot een omtrekkende beweging: ze zouden aan boord van de schepen gaan en Athene via zijn haven aanvallen. Als dat zo is, zouden de Perzen hun cavalerie hebben ingescheept en vielen de Atheners in feite een achterhoede aan. Ik heb dit altijd een aantrekkelijke hypothese gevonden.
Het reliëf uit Brescia suggereert echter dat de hypothese onjuist is. Links is een paard te zien, en als je goed kijkt, zie je dat de naakte Griek rechts ervan een Pers van het paard trekt. Zijn hoofd is nog net te zien, links van het paardenhoofd. Dit betekent – al is het bewijs zwak – dat er in de slotfase van de strijd toch Perzische cavalerie is ingezet. De paarden waren dus niet aan boord van de schepen. Dankzij de sarcofaag uit Brescia weten we dat onze hypothese onjuist is. Het is niet veel, maar het is iets.
Tot slot. Het is lang geleden dat ik in Brescia was. De digitale fotografie bestond nog niet en deze foto heb ik dan ook niet zelf gemaakt. Ik dank een bevriende studente uit Trento, Sepideh Ramezani, die haar medestudent Luca Adami om hulp vroeg. Hij schakelde Alessandro Frassine in, die de foto heeft genomen. Mille grazie!
**
[Dit was de zesentwintigste aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]
In dit stuk ontbreekt informatie: Hoe oud is die sarcofaag?
Opnieuw ’n aantrekkelijk voorbeeld van logisch redeneren op basis van beschikbare informatie! Altijd leuk om te lezen. Tot op zekere hoogte is dit een soort spel. Je kunt deze methode ook toepassen bij ’t interpreteren van literatuur en films.
Ik vind ’t nogal boud om zo’n sarcofaag aan te voeren als bewijsmateriaal. Is ’t aannemelijk dat de beeldhouwer kon beschikken over informatie van ooggetuigen? Hoe accuraat is zo’n voorstelling normaliter?
Zijn er andere beeldhouwwerken waarop de Perzen wél broeken dragen? Maken vaasafbeeldingen en beeldhouwwerk gebruik van dezelfde beeldtaal? Volgens mij kunnen ze flink afwijken.
Ouderdom sarcofaag: tweede eeuw, vermoedelijk. Hij gaat terug op een fresco uit de vijfde eeuw, dus het is stilistisch lastig.
De beeldhouwer beschikte niet over ooggetuigen, hij is zo goed als de fresco. Maar we weten dat er boeken circuleerden met beschrijvingen en modellen. De fresco’s in Pompeii tonen bekende schilderijen, genoemd in de Eikones van Filostratos. De beeldhouwer zal een voorbeeld hebben gehad en daar zijn eigen draai aan hebben gegeven – de schepen rechts ogen niet heel vijfde-eeuws.
Beeldhouwwerken van Perzen met broeken zijn me niet meteen bekend; ik ken wel beeldjes van mannen met tulbanden. En inderdaad, de representatieve traditie kan afwijken, al denk ik dat dat – als er inderdaad een voorbeeldenboek is gebruikt – dit keer meevalt.
Wat suf van mij! U vermeldt in uw stuk al dat de sarcofaag waarschijnlijk een kopie is van een beroemd fresco. Mogelijk voegde de beeldhouwer een paard toe, omdat dat een gebruikelijk thema is voor een oorlogsvoorstelling? Allemaal erg interessant dus. Bedankt voor uw reactie! 🙂
Als het paard is verzonnen – en dat zou kunnen – hebben we een probleem voor de interpretatie van de slag bij Marathon. Als kunstwerk wordt het er wel beter door.
Het is niet zo heel moeilijk een synthese te bedenken. Om te beginnen zou het een beetje dom zijn van de Perzen om al hun paarden in te schepen. Het ligt eerder voor de hand dat ze een deel inscheepten. Veronderstel eens dat dat het grootste deel was, de Grieken er lucht van kregen, berekenden dat ze die paar overblijvende ruiters wel aankonden en aldus tot de aanval overgingen.