China en Rome

Ruiter uit middeleeuws China (Jin-dynastie; Volkenkundig museum, Leiden)

In het westen lag het Romeinse Rijk, dat in de vijfde eeuw na Chr. nogal wat gebied verloor maar overleefde als het Byzantijnse Rijk. In het oosten lag China, geregeerd door diverse dynastieën, zoals de Han, de Jin, de Sui en de Tang. Daar tussenin lag Perzië, beheerst door eerst de Parthen en daarna de Sassaniden. Iets verderop regeerden de Kushana’s in Baktrië en de Punjab. Op de Centraal-Euraziatische steppe bestond de multi-etnische en meertalige federatie van de Hunnen.

De geschiedenis van deze rijken is complex maar komt erop neer dat ze elkaar in een dynamisch evenwicht hielden. En ze hadden contact, zelfs het westelijkste en het oostelijkste keizerrijk.

Imitatie-Sassanidische munt van de Kushana’s (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Chinese kronieken vermelden bijvoorbeeld dat keizer Marcus Aurelius een ambassade stuurde naar zijn Chinese collega Huan. Nestoriaanse christenen, wier religie was ontstaan in de Romeinse provincie Judaea, bouwden kerken langs de hele Zijderoute, tot in China aan toe. Manicheeërs waren overal te vinden. In het westen is te denken aan Augustinus, in het centrum aan de teksten in de Chester Beatty papyri, en ook uit China kennen we manichese literatuur.

Mobiel evenwicht

In het mobiele evenwicht tussen die grote rijken draaide het deels om politiek opportunisme. Rome zocht contact met China nadat het in een oorlog met de Parthen een legioen had verspeeld. De buurman voorbij mijn vijand is immers mijn vriend. Dat herhaalde zich regelmatig. Vier eeuwen later zocht Constantinopel contact met de Göktürken omdat ze een gedeelde vijand hadden: Sassanidisch Perzië.

Een andere factor in het mobiele evenwicht was handel. De Zijderoute door Centraal-Eurazië natuurlijk, maar ook de zeeroute. Chinese en Romeinse kooplieden ontmoetten elkaar in de havens van India. De oudhistoricus Raoul McLaughlin heeft ooit voorgerekend dat een tiende van de Romeinse staatsinkomsten kwam uit de invoerrechten op oosterse waren. Ik heb wat twijfels bij de berekeningen, maar de uitkomst suggereert een enorm belang.

Kushana-muren in Taxila

De contacten tussen Rome en het Verre Oosten vormen een belangrijk thema. Enerzijds doordat er oudheidkundige modes zijn en wetenschappers zo nu en dan de perspectieven omkeren. Lang keken we vanuit de culturele centra van de oude wereld naar de steppenomaden als mensen in de periferie. Nu draaien we het om en kijken we naar de Euraziatische steppe als centrum van een systeem waarin het Romeinse Rijk, Perzië, de Indusvallei, Tibet en China in de marge liggen. Anderzijds zijn de contacten tussen oost en west belangrijk omdat steeds duidelijker wordt dat ideeën mobieler zijn geweest dan aangenomen,

Rome, China en de Hunnen

Hyun Jin Kim, Samuel Lieu en de al genoemde Raoul McLaughlin wijdden er een boek aan, Rome and China. Points of Contact. Of beter: een boekje, want op blz.109 is men klaar met de eigenlijke tekst. Het is het beste te beschouwen als een actueel overzicht; veel nieuwe inzichten ben ik er namelijk niet in tegen gekomen.

Hoofdstuk één (Kim en McLaughlin) biedt een overzicht van de gezantschappen die China en Rome probeerden uit te wisselen. Het is interessant omdat het wat context biedt bij de bekende ambassades. Zo attenderen de auteurs erop dat de Romeinse gezanten die bij keizer Huan aankwamen, aan zijn hof moesten spreken via tolken, en dat dat weleens Parthen kunnen zijn geweest. Onder die omstandigheden was het voor de Romeinse ambassadeurs lastig, opperen de auteurs, om militaire samenwerking tegen de Parthen ten berde te brengen.

Hoofdstuk twee (Kim) gaat over de westwaartse migratie van de Xiongnu ofwel de Hunnen. Ik was blij alle Chinese teksten eens bij elkaar te zien, en het was boeiend te ontdekken dat de wijze waarop de Hunnen hun rijk bestuurden, mogelijk is geënt op een Chinees model. Ikzelf voeg het woordje “mogelijk” in; Kim is zekerder van zijn zaak. Hij wijst erop dat er steeds een dubbel leiderschap was en dat dan de oostelijke leider voorrang had boven de westelijke.

Een Chinese beeldengroep van een joert en zijn nomadische bewoners (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Dat dubbele leiderschap kenden we echter al langer, en uitgerekend Attila is een westelijke leider die zijn oostelijke collega in de schaduw plaatst. Nu is Attila sowieso een vreemde eend in de bijt – hij heeft bijvoorbeeld een Germaanse naam – maar het is geen aanbeveling voor een hypothese als meteen het bekendste voorbeeld niet past. Evengoed vond ik het een interessant hoofdstuk.

Byzantijnen, Sogdiërs en Göktürken

Het derde hoofdstuk (Kim en McLaughlin opnieuw) vond ik zelf het aardigst. Het behandelt de laatantieke allianties. De Hunnen die bekendstaan als Hefthalieten regeerden vrij lang over Sogdië, zeg maar Oezbekistan, maar werden onderworpen door een vroege Turkse groep: de Göktürken. Zij en de Byzantijnen hadden in de Sassanidische Perzen een gedeelde vijand en Sogdische kooplieden waren betrokken bij de diplomatieke contacten tussen de diverse groepen. De materie is ook behandeld door Pohl in zijn boek over de Avaren, vanuit Byzantijns perspectief; de omkering van centrum en periferie pakt in Rome and China erg goed uit.

Nestoriaans knekelkistje (Archeologisch Museum Samarkand)

Het laatste hoofdstuk (Kim en Lieu) behandelt hoe de nestoriaanse christenen en de manicheeërs informatie over de Romeinse wereld brachten naar China. Het was niet oninteressant en loopt parallel aan de groeiende consensus dat de Romeinse kunst invloed heeft gehad op de Indische. Ik zou er echter een lief ding voor over hebben gehad als ook was ingegaan op het omgekeerde: welke Chinese ideeën kwamen naar het westen? Het reizen van ideeën vormt immers de essentie van de DNA-revolutie.

En ook dit

Enfin. Ik heb het boek met plezier en vrucht gelezen, maar voelde dezelfde frustratie als bij de boeken van Beckwith over de Zijderoute en de contacten tussen boeddhisme en hellenistische filosofie: op grond van weinig bewijsmateriaal komt men tot interessante maar kleine conclusies. Vervolgens worden die gepresenteerd als iets groots. Maar het is werkelijk niet zo dat de Chinese bestuursvormen die misschien bij de Hunnen aanwezig waren, het Romeinse Rijk ten onder deden gaan. En heus, het West-Europese feodalisme is voldoende verklaarbaar vanuit de West-Europese omstandigheden. Daar is geen Chinese invloed voor nodig.

En tot slot: Rome and China kost €152,99 en is even duur als dun. Dit is academische struikroverij.

Deel dit:

12 gedachtes over “China en Rome

    1. Frans Buijs

      Het komt neer op een euro per pagina. Nee, ik dus ook niet. Maar dat heb je wel vaker bij die wetenschappelijke boeken, ze zijn peperduur. Een boek voor woekerprijzen of een artikel achter een betaalmuur. Ik begin Jona’s frustratie over wetenschap die z’n inzichten niet deelt te begrijpen.

  1. Huibert Schijf

    In haar The Silk Road. A New History (2012, er is recent een Nederlandse vertaling verschenen), vermeldt Velerie Hansen dat uit Chinese documenten blijkt dat de enige zonder twijfel identificeerbare Romeinse ambassadeur in 166 via de zee in China arriveerde. Hansen heeft een nuchter boek geschreven, gebaseerd op Chinese documenten en archeologische vondsten. De prijzen die Routledge tegenwoordig voor bundels rekent is schandalig. Ik kan er uit eigen ervaring over meepraten.

    1. Ja, dat is de enige ambassade waarvoor positief bewijs is. Het is echter niet de enige geweest. Sommige informatie in westerse bronnen bewijst contacten die niet zo expliciet zijn gedocumenteerd.

      Het is een beetje zoals Copernicus, die het Tusi-koppel introduceerde in het westen. Er is geen documentatie voor de manier waarop hij dat heeft kunnen leren kennen, maar het eindresultaat is wel duidelijk.

      1. Huibert Schijf

        Met indirecte bewijzen valt natuurlijk goed te leven. Dat zijn proxyvariabelen zou een socioloog zeggen.

    2. Klaas Krab

      Ik was al verbaasd dat het niet door Brill was uitgegeven, om onze locale academische struikrover maar eens te noemen 🙂

  2. Maurice Vanbellinghen

    Het werkje is ook op het internet te bestellen als e-book, tegen de prijs van ongeveer 30$.

  3. Ben Spaans

    Xiongnu=Hunnen? Debat blijft duren, niet?
    Bewijs draait voor een groot deel rond kookpotten, geloof ik.

  4. Dirk Zwysen

    Een boeiend onderwerp, aan de man gebracht tegen een belachelijke prijs. Niet dat ik uitgeverij athenaeum daarvan verdenk, maar het doet me denken aan het waanzinnige bedrag voor “The Making of a Fly”, een boek over evolutionaire genetica dat op amazon te koop werd aangeboden voor 23 698 655,93 dollar ( + 3,99 dollar verzendkosten) als gevolg van dolgedraaide algoritmes.

  5. Huibert Schijf

    Vandaag in gezelschap van een tienjarige boven stand ruiterbeeldje gezien. Vooral de grote paardenhoeven vielen mijn gezelschap op. Een prachtig beeldje en niet zo heel groot.

Reacties zijn gesloten.