
Hé, dat is grappig: ik heb hier weleens uitgelegd hoe classici reconstrueren wat in antieke teksten heeft gestaan – de Lachmannmethode – maar ik heb nooit de term “archetype” uitgelegd.
Kopiisten
Hoe zat het ook alweer? Tot vér in de Romeinse keizertijd schreven antieke auteurs op vellen papyrus. Of beter: iemand dicteerde een tekst aan een secretaris die de woorden op het kwetsbare materiaal schreef. Dat was nog steno. De eigenlijke publicatie bestond er daarna uit dat iemand de tekst in het net uitschreef en die voorlas aan mensen die het dictaat uitwerkten. Zo konden een stuk of dertig kopieën worden gemaakt. Die werden op hun beurt weer overgeschreven. De totale oplage zal nooit heel hoog zijn geweest. (Voor de Koran weten we dat het gaat om in eerste instantie drie plus één exemplaar – u leest het hier maar in detail.) In de Middeleeuwen maakte men vaker één op één kopieën. Een monnik, een Byzantijnse geleerde of een Syrische klerk schreef een eerdere tekst eenmaal over.
Dit overschrijven was belangrijk. Papyrus is vergankelijk. Daarom moesten antieke bibliotheken de boekrollen na enkele decennia laten kopiëren. En enkele decennia later nog eens. En nog eens en zo voort. De noodzaak teksten handmatig te kopiëren verminderde enigszins toen vanaf de derde eeuw na Chr. het perkament en de watervaste gal-inkten in zwang raakten, maar nog tot de uitvinding van de boekdrukkunst in de vijftiende eeuw was het kopiëren van oude teksten deel van het wetenschappelijk bedrijf. Ik meen uit de bodem van mijn hart dat er een mooi standbeeld moet komen voor de onbekende kopiist.
Kopiistenfouten
Ondanks alle goede zorgen – naast een kopiist werkte altijd een corrector – bleef het altijd mensenwerk. Het was onvermijdelijk dat er fouten slopen in de diverse handschriften, want het is menselijkerwijs niet mogelijk een tekst van enige lengte over te schrijven zonder vergissingen te maken. Vaak kon een kopiist het werk van zijn voorganger verbeteren. Grammaticale fouten en spelfouten waren vrij simpel te herkennen en te herstellen, want de schrijver wist hoe een bepaalde zin eruit hoorde te zien, ongever zoals u ook een spelfaut herkent en verbeteren kunt. Wanneer het echter ging om leenwoorden en plaatsnamen uit vreemde talen, zoals het Babylonische woord pollakottas dat opduikt in een Arrianus-handschrift, had de kopiist geen idee van hoe het eigenlijk hoorde en dan bleef een fout vaak hangen.
Er bestaan ook andere fouten, zoals wanneer in regel 9 en in regel 13 een zin begint met hetzelfde opvallende woord. Grote kans dat de kopiist dan de tussenliggende passage vergeet.
Archetype
De fouten zijn voor filologen een buitenkans. Door de diverse handschriften te vergelijken, kunnen ze ruwweg reconstrueren wat de oorspronkelijke tekst moet zijn geweest. Als enkele manuscripten dezelfde vergissing hebben, moet die immers hebben gestaan in de tekst die als voorbeeld is gebruikt. In het voorbeeld dat ik hier behandelde, gaan vier handschriften terug op hetzelfde verloren origineel, terwijl drie andere een ander verloren origineel veronderstellen. Beide verloren originelen zijn te reconstrueren.
Die reconstructies moeten weer teruggaan op een ouder origineel. Je kunt een complete stamboom tekenen. Hier is er een voorbeeld.
Hierin gaan de handschrift C en D terug op een gereconstrueerd manuscript bèta en gaan A en B terug op de gereconstrueerde alfa. Y en Z mogen we overslaan omdat die teruggaan op een bekend manuscript. Het handschrift waarop alfa, bèta en O teruggaan, is het archetype.
Weliswaar is deze reconstructie slechts een hypothese, maar de methode blijkt gezond te zijn. In Egypte zijn namelijk weleens papyri gevonden met daarop een tekst die precies zo was als classici hadden beredeneerd. Dit bewijst dat ze een grosso modo goede methode benutten.
Archetype en origineel
Een archetype is alleen maar de oudst-mogelijke reconstructie. Het zijn dus niet de precieze woorden die deze of gene antieke auteur heeft geschreven. Het is maar de vraag of er een origineel is geweest.
- Er is weleens geopperd dat Herodotos zichzelf in de eerste uitgave van de Historiën identificeerde als “van Halikarnassos” en in de tweede als “van Thourioi”, omdat hij in de tussentijd was verhuisd. Wat is het origineel?
- De Dode-Zee-rollen hebben bewezen dat er nooit één versie van “de” Bijbel is geweest: van de Wet van Mozes circuleerde niet alleen de zogeheten proto-masoretische tekst, maar ook een Hebreeuwse versie van de Septuaginta, een versie van de Samaritaanse Pentateuch, een eigen sektarische versie én nog een mengvorm van deze vier varianten. Wat is het origineel?
- En tot slot: tekstvarianten op de Ilias en Odyssee kunnen heel goed een mondelinge overlevering documenteren die voorafgaat aan de eindredactie van deze twee gedichten. Wat is het origineel?
Kortom, het archetype van een tekst is de oudst-mogelijke reconstructie. Het is niet het origineel, maar het is alleen maar de tekst die er het dichtst in de buurt komt. Overigens is het benaderen van het origineel nog altijd een resultaat van belang en is de Lachmann-methode een van de grote monumenten van de geesteswetenschappen.
[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van vergelijkbare stukjes is daar.]
Duidelijke uitleg
Dankjewel
Vriendelijke groet,
” Y en Z mogen we overslaan omdat die teruggaan op een bekend manuscript.”
Natuurlijk. Maar ze verzekeren wel dat de Lachmannmethode wetenschappelijk is. Classici kunnen Y en Z gebruiken om deze te testen en te verbeteren. In die zin verschillen ze niet van die Egyptische papyri.
Mijn punt is dat voorspelbaarheid van een wetenschappelijke theorie niet alleen opgaat voor nog onbekende empirische data. Wie om semantische redenen bezwaar heeft tegen “voorspellen” mag het vervangen door iets beters.
Aardig weetje: sommige evolutiebiologen speculeren dat leven op Aarde meer dan één keer is ontstaan en dat er dus meer dan één gemeenschappelijke voorouder is.
Als je daar echt over leest lijkt het al onwaarschijnlijk dat het überhaupt 1 keer ontstaan is…
A young monk arrives at the monastery. He is assigned to helping the other monks in copying the old canons and laws of the church by hand. He notices, however, that all of the monks are copying from copies, not from the original manuscript.
So, the new monk goes to the head abbot to question this, pointing out that if someone made even a small error in the first copy, it would never be picked up. In fact, that error would be continued in all of the subsequent copies.
The head monk says, “We have been copying from the copies for centuries, but you make a good point, my son.” So, he goes down into the dark caves underneath the monastery where the original manuscripts are held as archives in a locked vault that hasn’t been opened for hundreds of years.
Hours go by and nobody sees the old abbot. So, the young monk gets worried and goes down to look for him. He sees him banging his head against the wall and wailing, “We missed the “R”, we missed the “R”. His forehead is all bloody and bruised and he is crying uncontrollably.
The young monk asks the old abbot, “What’s wrong, father?” With a choking voice, the old abbot replies, “The word was CELEBRATE!”
Heeft Tazuko van Berkel niet eens een lezing verzorgd over de Iliasmanuscripten als bewijs voor de mondelinge overlevering?
Ja, dat klopt, dat was bij Oog op de Oudheid.