
Thermografie, daar had ik nog nooit van gehoord. Vladimir Stissi, die weleens reageert op deze blog, legde het me onlangs bij een kop koffie uit. Het komt erop neer dat een archeoloog de temperatuurverschillen registreert om te onderzoeken wat er in de bodem zit. Als er bijvoorbeeld zonlicht op een stuk land valt, neemt de bodem warmte op, en afhankelijk van wat er in de grond zit gebeurt dat langzaam of snel, zoals de warmte later ook langzaam of snel wordt afgestaan. Klei en zand reageren anders dan steen of metaal. Het verschil tussen dag en nacht is al voldoende om patronen te herkennen.
Infrarood
Het meetinstrument is een infraroodcamera aan een vlieger, vliegtuig of drone, al zou het ook met een satelliet moeten kunnen. Het is wel zaak om op verschillende momenten van de dag te meten, want zowel de opname van warmte als het afstaan van warmte bieden informatie. Je kunt ook kijken naar vochtigheid: hoe snel neemt de bodem vocht op? De methode is natuurlijk niet specifiek voor de archeologie. U kent waarschijnlijk de thermogrammen wel waarop het energieverlies in stadswijken is te zien. Voor archeologen is deze methode echter een geavanceerde manier om soil marks te registreren.
Net als bodemradar heeft thermografie het voordeel dat er niets mee wordt vernietigd. De gevonden muurresten en voorwerpen blijven gewoon in de grond, zodat toekomstige archeologen ze met toekomstige technieken nog eens kunnen opgraven als de noodzaak daartoe bestaat. Thermografie is bovendien vrij goedkoop en omzeilt een berucht nadeel van bodemradar: die methode werkt niet echt lekker als de bodem ijzerhoudend is of bestaat uit heel fijne, goed geleidende korrels. Daar staat dan weer tegenover dat thermografie niet superdiep in de bodem kan doodringen en niet mogelijk is onder sommige weersomstandigheden.
In ontwikkeling
Zoals ik het heb begrepen, is de methode nog volop in ontwikkeling en zijn de archeologen nog volop aan het leren hoe het werkt. Bodemgesteldheid en vegetatie spelen een nog niet voldoende begrepen rol. Er zijn thermogrammen van muurresten gemaakt onder weersomstandigheden waarbij de onderzoekers eigenlijk geen resultaat dachten te kunnen behalen. Omgekeerd bestaan er thermogrammen waarop muurresten niet zijn te zien waarvan het bestaan met LIDAR was vastgesteld. Het komt dus nog even aan op testen: de meetresultaten zullen op de bodem moeten worden gecontroleerd (“ground truthing”).
Enfin. Of het nu gaat om satellietfotografie of LIDAR of bodemradar of thermografie: het prospectie-instrumentarium wordt steeds verder uitgebreid. Het gevolg is dat archeologie steeds meer met hele landschappen gaat bezighouden, en dat heeft weer gevolgen voor de bodembescherming. We kunnen moeilijk hele landschappen op de monumentenlijst plaatsen, al zijn er in veel Europese landen al wel enige regels. Er zijn echter ook andere belangen dan de archeologische.
[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van vergelijkbare stukjes is daar.]
Interessant artikel
Ikzelf gebruik zo’n infraroodcamera voor het onderzoeken van de isolatie bij woonhuizen.
Vriendelijke groet,
Zoals je zegt: thermografie wordt op vele manieren gebruikt:, bijvoorbeeld opsporingsdiensten die een vermist levend of dood persoon proberen te vinden. Wat je al niet kunt leren van Duitse Krimis. Wat echt interessant is is dat enkele archeologen kennelijk over hun schaduw zijn gesprongen (die graven toch) en deze techniek uitproberen. Over hoe dat is gegaan zou ik wel meer willen weten. Misschien nog een blogje?
In de bouwhistorie wordt het ook – spaarzaam – gebruikt. Als bijvoorbeeld een warmteverschil optreedt (zon/geen zon… of binnen/buitentemperatuur) is het in sommige gevallen mogelijk om de verschillende wartmecoëfficienten van diverse bouwmaterialen te registeren.
Voorbeeld: onder een gepleisterde muur bevindt zich een dichtgemetseld venster, hetgeen met het blote oog niet zichtbaar is.
Het metselwerk van de dichtzetting koelt echter af op een iets afwijkende manier als het overige metselwerk…. op een hittecamera zijn deze dichtzetting nu ‘door’ het pleisterwerk zichtbaar: heel bijzonder effect.