
Tudderen is natuurlijk wereldberoemd in Nederland. Immers, het is (net als Elten) na de Tweede Wereldoorlog een blauwe maandag Nederlands geweest. Als dat zo zou zijn gebleven, hadden bovenstaande voorwerpen nu in Venlo gestaan in het Limburgs Museum: de inhoud van een graf van een Romein die rond het midden van de derde eeuw na Chr. is overleden. Hij zal rond de vijftig zijn geweest en leed aan een ontstoken kaakholte, terwijl een van zijn schenen een beenvliesontsteking had. Beide zijn niet dodelijk, overigens.
Het graf kent de gebruikelijke keramiek, zie boven. Maar daarnaast waren er enkele vreemde voorwerpen, zoals een lindenhouten kistje (rechts achteraan op de foto) met flesjes. Daarin zat olie en zalf. Als het een vrouwengraf was, zouden we het een pyxis hebben genoemd, een beauty-case, met parfumflesjes, maar het is dus geen vrouwengraf. Verder een wat vreemd gevormd mes en een soort pipet. Ook kreeg de overledene een gepolijste stenen bijl mee, die op dat moment al vele eeuwen oud was. We weten dat de Romeinen zulke bijlen beschouwden als donderstenen en er magische krachten aan toeschreven.

En het klapstuk: een gouden plaatje. Hier is de tekst:
* Η ΑΒΡΑΞ ΛΥΤΕ
ΙΣΑΚ ΙΑΚωΒ
ΣΥΡΙΗΛ ΡΑΦΑΗΛ
ΜΙΚΑΗΛ ΓΑΒΡΙΗΛ* DE ABRAXAS BEVRIJDT (?)
ISAAK JACoB
SURIËL RAFAËL
MICHAËL GABRIËL
Abraxas geldt in sommige gnostische visies als het Eerste Principe ofwel de macht die boven alles uitstijgt en de geest heeft geschapen. Dus een soort godheid. In andere gnostische teksten, zoals die uit Nag Hammadi, is hij een soort bemiddelaar tussen het transcendente en de wereld. In elk geval: iets hoogs in de kosmische orde. En hij moet de overledene dus bevrijden.
We zitten hier ook in de sfeer van de magische teksten, waarin joodse namen geacht werden mystieke krachten te kunnen oproepen. Een vloektablet uit Tongeren, een jaar of drie geleden ontdekt, benut de godsnaam Jahweh. Hier gaat het om vier aartsengelen, waaraan compleetheidshalve ook nog maar twee aartsvaders zijn toegevoegd. Dat er ineens een kleine letter tussen de hoofdletters zit, is niet ongebruikelijk, en dat het Grieks niet helemaal volgens de regels is gespeld, behoeft ook geen verwondering.
Het gebruik van joodse namen, tot slot, duidt niet per se op een joodse achtergrond, zoals Abraxas niet per se duidt op een gnosticus in Tudderen. Maar er was in de Lage Landen dus wel kennis van joodse en gnostische namen. En je vraagt je stiekem af: beunhaasde de overledene, die dus iets deed met zalfjes en vloeistoffen, zelf in het bovennatuurlijke? Was hij een soort tovenaar? Het klinkt best leuk, maar ik breng een eerdere claim in herinnering. Voorlopig zou ik het maar houden op een handelaar in zalf en eau de cologne, bijgezet met een amulet. Een amulet met een fascinerende tekst, dat wel.
[Dit was het 446e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]
Interessant! Het zou heel leuk zijn om te weten of de overledene dit object zelf gemaakt heeft, of gekocht, of misschien gewoon geërfd of zo. Maar in elk geval is het eens te meer een bewijs van het reizen van ideeën over grotere afstanden dan lang werd aangenomen.
Ik weet nu waar Carlos Santana het vandaan heeft (Niet uit Tudderen, vermoedelijk) 🙂
Een zwarte magische vrouw uit het Midden Oosten? Of zou hij toch een vrouw uit Midden Amerika hebben bezongen!
https://youtu.be/bKnhGRZZ_rU?si=hjZNCt3WIp0zNiP8
Speciaal voor jullie!