De Joodse Opstand (1)

Nero, wiens belastingen de Joodse Opstand uitlokten (Glyptothek, Munchen)

Ik blogde al eens over de brand in Rome. Keizer Nero, die weliswaar liever muzikant was geweest maar als het erop aankwam een competent keizer kon zijn, nam meteen maatregelen. De pyromanen werden al snel geïdentificeerd: het zouden Joden zijn, allochtonen die woonden tegenover de plek waar de brand was uitgebroken. Preciezer nog: het waren Joden die de leer volgden van de charismaticus Jezus de Nazareeër.

De brandstichters werden levend verbrand en anderen werden voor de honden geworpen. Dat was een dramatische reconstructie van de bestraffing van Aktaion, een jager die zich in mythologische tijden had vergrepen aan de moeder van Dionysos, de god die destijds werd beschouwd als de Griekse tegenhanger van de god der Joden. Nero presenteerde zich dus als beschermer van het ware Jodendom tegen verkrachting door de christenen.

Lees verder “De Joodse Opstand (1)”

Brand in Rome

Nero is niet verantwoordelijk voor de brand van Rome (Glyptothek, Munchen)

Vandaag 1955 jaar geleden, dus op 19 juli 64, werd Rome getroffen door een ramp. Hieronder een deel van de beschrijving uit de Annalen (13.38-42) van de Romeinse auteur Tacitus, in de iets aangepaste vertaling van Marinus Wes.

Vergeleken met alles wat zich eerder in de stad had voorgedaan op het punt van verwoestende branden, was dit de ernstigste en de meest verschrikkelijke. De brand begon in dat gedeelte van het Circus Maximus dat grenst aan de heuvels Palatijn en de Caelius. In de winkeltjes daar bevond zich koopwaar die gemakkelijk vlam kon vatten. Het vuur greep meteen krachtig om zich heen en maakte zich als gevolg van de wind snel meester van de lange kant van de renbaan. Er waren daar namelijk geen huizen die beschermd werden door brandmuren of door muren omsloten tempelcomplexen of andere voorzieningen die het vuur tot staan hadden kunnen brengen.

Brand in het circus dus. Interessant detail: de plek waar de brand uitbrak, was tegenover een van de Joodse wijken in Rome. Later zou de joodse sekte der christenen de schuld van de brand krijgen en toen de Romeinen later Jeruzalem hadden verwoest, verrees de triomfboog precies op de plek waar de brand was uitgebroken.

De brand was inderdaad afschuwelijk. Het vuur trok door de dalen tussen de heuvels van Rome, waar smalle straten en houten huizen als het ware klaar stonden om het vuur te geleiden. De vlammen beklommen de heuveltoppen, verwoestten daar de villa’s van de rijken, en daalden weer af naar de lagere delen van de stad. Het ging allemaal zo snel dat er menselijkerwijs niets tegen viel te doen.

Lees verder “Brand in Rome”