Hallstatt

Hallstatt-voorwerpen uit de Elzas (Palais Rhodan, Straatsburg)

Het is maar hoe je ernaar kijkt. De door mij bewonderde archeoloog Barry Cunliffe meende dat de Keltische cultuur ontstond vanuit een elite die de handel beheerste tussen de Griekse en Italische culturen in het zuiden en de leveranciers van ruwe grondstoffen in het noorden, waar tin en barnsteen werd gewonnen. Daar valt best iets voor te zeggen: Champagne, Lotharingen, de Elzas, het Zwarte Woud, Beieren en Bohemen (het gebied waar de Keltische La Tène-cultuur ontstond) liggen inderdaad tussen zuid en noord.

Je kunt het ontstaan van de Centraal-Europese IJzertijdculturen ook zien als een autonome ontwikkeling. Benoorden de Alpen werden allerlei metalen gewonnen: veel ijzer, een beetje tin en koper (de bestanddelen van brons), en daarnaast ook zout, dat kwam uit mijnen in de noordelijke uitlopers van de Alpen. Degenen die rijk werden van de metaal- en zoutwinning ruilden hun producten tegen textiel, levensmiddelen, pelzen, huiden en slaven. Hierdoor ontstond tussen Champagne en Bohemen een handelsnetwerk. De elite van de tussenhandelaren toonde haar kapitaal door zich te laten begraven in wagengraven. Dit was het begin van de Hallstatt-cultuur, die is te beschouwen als de voorganger van de Keltische La Tène-cultuur.

Lees verder “Hallstatt”

MoM | Centrum en periferie

Glazen armbanden uit het Keltenmuseum van Manching

Eigenlijk had ik voor vandaag een ander stukje in gedachten, maar ik hoor juist dat Immanuel Wallerstein is overleden en dat wil ik toch niet helemaal onopgemerkt voorbij laten gaan, zelfs als dit op deze vroege ochtend – ik schrijf dit om zes uur – niet het onderwerp is waar ik helemaal op was voorbereid.

Kort en goed: Wallerstein wordt vooral geassocieerd met de wereldsysteem-theorie en die is weer op te vatten als een vorm van de dependencia-theorie. Deze was ontstaan omdat de klassieke liberale theorie niet verklaarde waarom Latijns-Amerika in de kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog niet meer economische groei had meegemaakt, terwijl rijkere landen nota bene investeerden in de regio. De verklaring van de dependencia-theorie, waaraan marxistische invloed niet vreemd was, was dat de noordelijke landen (het “centrum” van de wereldeconomie) hun welvaart opbouwden door de Derde Wereld (de “periferie”) systematisch in onderontwikkeling te houden. De investeringen dienden bijvoorbeeld vooral om grondstoffen goedkoop te kunnen bemachtigen of om om aan goedkope arbeidskrachten te komen. De periferie kon zo niet de economische ontwikkeling doormaken die het centrum had doorgemaakt. Wallerstein benutte deze ideeën om de wereldeconomie te beschrijven na de instorting van het feodale systeem.

Lees verder “MoM | Centrum en periferie”