De ongrijpbare David Bowie

In een wat overmoedige bui kocht ik Bowie. De getekende biografie, van Michael Allred en Steve Horton, ingekleurd door Laura Allred. Als de kop die ik dit stukje meegeef de indruk wekt dat het drietal Bowie presenteert als ongrijpbaar genie dat zijn fans steeds een stap vóór was, dan vrees ik dat ik u moet teleurstellen. Ze hebben überhaupt geen grip. Misschien is dat een compliment aan Bowie, dat hij zelfs na zijn dood iedereen te slim af is, maar uiteindelijk is dit boek geen bevredigende lectuur.

Vertaling

Het komt misschien ook doordat ik in mijn haast de Nederlandse vertaling had gekocht. Die is op zich prima – laat daarover geen misverstand bestaan – maar schept ook afstand tot een wereld die u nu eenmaal kent in het Engels. U moet op Mars hebben geleefd als u niet weet hoe de woorden

Lees verder “De ongrijpbare David Bowie”

David Bowie

Ik zocht vanmiddag iets anders maar vond David Bowie. Jaren niet op gehad. Nu klonk het ineens weer zoals ik het ooit voor het eerst hoorde. De wonderlijk hypnotiserende dreun. De onvermijdelijkheid. Het optimisme tegen de klippen op. Voor een moment was ik weer zestien, woonde ik bij mijn ouders in Apeldoorn, was ik nog nooit in Berlijn geweest en had ik alleen maar een mooi stuk vinyl gehaald uit de fonotheek in Deventer.

En vanmiddag vaagde David Bowie me opnieuw weg.

Bowie, Sense of Doubt

Apeldoorn, een zondagmiddag, misschien in 1980. We zijn met een groep jongens en meisjes ergens heen geweest en komen terug in het zaaltje waarvandaan we zijn vertrokken. Iemand heeft de gordijnen dicht gedaan en de muziek aangezet. In het donker staan een paar oudere jongens roerloos te luisteren naar de meest deprimerende muziek die ik ooit heb gehoord.

Ik ben overweldigd. Dit is iets anders dan de hitparademuziek van die tijd. David Bowies “Sense of Doubt” raakt iets in me. Ik denk niet dat ook ik roerloos stil heb staan luisteren, want ik herkende hoe theatraal dat was, maar tot op de dag van vandaag kan ik de schok van die middag herbeleven. Later die week fiets ik naar Deventer, waar de openbare bibliotheek grammofoonplaten uitleent, en waar ik Heroes haal.

Lees verder “Bowie, Sense of Doubt”

Het Berlijngevoel

berlijn
Berlijn 1989

De foto hierboven was vergeeld en al beschadigd toen ik haar inscande. Het geeft niet dat het geen goede foto is, want het moment zelf staat me scherp voor de geest. Het was januari 1989, een kwart eeuw geleden. Een groep jonge mensen, vrijwel alleen en eigenlijk wat doelloos, in Berlijn, bij de Muur. En het is koud.

Er bestond tijdens de Koude Oorlog een bepaald “Berlijngevoel”. Het is moeilijk te definiëren, maar ik kan het aanwijzen. Het was het cynisme van The Spy Who Came in from the Cold, waarin alle menselijke waarden ondergeschikt waren gemaakt aan het politieke spel. Het was M. Het was de LP Berlin van Lou Reed, over al het verschrikkelijke wat mensen elkaar kunnen aandoen.

Lees verder “Het Berlijngevoel”

Aristoteles over David Bowie

De “Ludovisi Aristoteles” (Museo Altemps, Rome)

Eén van de meest antieke ideeën waar ik de meeste moeite mee heb, is Aristoteles‘ axioma dat dingen een natuurlijke vorm zouden hebben. Als dat betekent dat een eikel kan uitgroeien tot een eik, heb ik er geen moeite mee, maar het wordt lastiger als de filosoof in de Poetica de toneelstukken van zijn eigen tijd beschouwt als datgene wat altijd de bedoeling is geweest, en de grote tragici van de vijfde eeuw typeert als niets meer dan stappen in de richting van wat het altijd al had moeten zijn.

Voor het moderne gevoel is de vorm van het toneel een afgeleide van de inhoud. Heb je een plot die met twee acteurs kan, dan neem je er twee, zoals in Heijermans’ Brand in de Jongejan; heb je er vier nodig, zoals Sofokles in Oidipous in Kolonos, dan neem je er vier. Er bestaat geen natuurlijke eis dat het er drie zouden moeten zijn.

Lees verder “Aristoteles over David Bowie”