Hollands joden en christenen (1)

Yosef Caro-synagoge, Safed: de Tien Geboden.

Er zijn drie visies op het jodendom zoals dat bestond toen de Tempel in Jeruzalem nog functioneerde. Zo is er de visie van christenen op de religieuze gebruiken en opvattingen in de wereld van Jezus. Doordat er zoveel christenen zijn is deze visie gangbaarder dan de visie van hedendaagse joden op de tempelcultus. Tot slot is er de visie van historici, die het Tempeljodendom bestuderen als iets dat op zichzelf interessant is en het niet willen zien als voorportaal tot het latere, rabbijnse jodendom of het christendom.

Deze visies zijn natuurlijk niet los van elkaar te zien. Het christelijke beeld van het antieke jodendom was deels gevormd door wat christenen ooit wisten over joden uit de eigen tijd. Het twintigste-eeuwse historisch onderzoek – met name dat naar de Dode Zee-rollen – heeft geholpen christelijke en joodse oordelen bij te stellen. Slechts weinig christenen zullen nu nog denken dat het Tempeljodendom verstard was en dat er met Jezus pas weer muziek in kwam. Er zullen ook maar weinig joden zijn die het christendom nog beschouwen als verwaterd jodendom. De meeste geïnteresseerden zijn zich er tegenwoordig wel van bewust dat de twee hedendaagse godsdiensten de afgelopen eeuwen nogal wat karikaturen van elkaar hebben geschetst.

Lees verder “Hollands joden en christenen (1)”

En het Woord was…

De Drie-eenheid op een zeventiende-eeuwse muurschildering uit Arbanasi (Bulgarije)

[Onlangs gaf ik hier ruimte aan Alexander Smarius, die schreef over de nieuwe Bijbelvertaling van de Jehovah’s Getuigen. Elke vertaling is keuzes maken en sommige daarvan vertellen nogal wat over de vertaler zelf. Zo is er de kwestie van de openingszin van het Johannesevangelie, die Smarius hieronder toelicht, want Jehovah’s Getuigen maken daar een significant andere keuze dan andere christenen. Ik kom er later vandaag ook nog op terug in “Methode op Maandag”.]

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

In de meeste Nederlandstalige Bijbels is dat de openingszin van het Evangelie van Johannes (Johannes 1:1). Verderop in de tekst wordt duidelijk dat met “het Woord” de Zoon van God wordt bedoeld, Christus. Minder duidelijk is hoe de lezer moet begrijpen dat degene die “bij God” was zelf ook “God” was. Volgens de gangbare Bijbelverklaring zijn de Vader en de Zoon samen één God, zoals twee lucifers één vlam kunnen delen.

Lees verder “En het Woord was…”