Xerxes, de koninklijke toerist

Tempe

Voordat hij in de zomer van 480 v. Chr. Thessalië binnenviel, verzamelde de Perzische koning Xerxes zijn troepen in Therma (het huidige Thessaloniki). Bij het zien van de toppen van Olympos en Ossa, besloot hij de kloof tussen de twee bergen, het Tempe-ravijn waarover ik al eens blogde, te bezoeken. Een van de redenen was om de weg te verkennen. De Griekse onderzoeker Herodotos geeft echter ook een tweede motief aan: de grote koning had grote bewondering voor de grote werken van de natuur.

Het koninklijk bezoek biedt Herodotos de gelegenheid om uit te weiden. Verwijzend naar een oude mythe dat de god Poseidon de kloof van Tempe zou hebben geschapen, merkt hij op dat dit een redelijke verklaring is. De dichter Homeros had Poseidon immers de “schudder der aarde” genoemd, en het lag volgens Herodotos voor de hand dat deze kloof door aardbevingen was ontstaan. Hoewel hij zich vergist – Tempe is in feite ontstaan door erosie – geeft hij er blijk van zich bewust te zijn van het feit dat het oppervlak van de aarde sinds het ontstaan van de wereld is veranderd. Dat is nogal een inzicht.

Lees verder “Xerxes, de koninklijke toerist”

MoM | Periodisering en naamgeving

Een Mesopotamische stofstorm

Er bestaat een soort conventie dat de Oudheid eindigde in 500 na Chr. en dat de Middeleeuwen daarna duurden tot 1500. Daarop volgen de Nieuwe Tijd en de Nieuwste Tijd. Een echte grens tussen die twee laatste valt niet te trekken: sommigen vinden de Franse Revolutie en de daarop volgende Napoleontische Oorlogen belangrijk, anderen 1848 of 1870, weer anderen wijzen op het breukvlak rond 1900. Er is voor alles wat te zeggen, zoals je ook kunt zeggen dat de eindgrens van de Middeleeuwen een eeuw voor of een halve eeuw na 1500 mag worden gelegd. Ik denk dat er momenteel meer historici zijn die de eindgrens van de Oudheid rond 650 plaatsen dan historici die vasthouden aan het einde van de vijfde eeuw. Het kan allebei.

De reden van dit alles is natuurlijk dat onze belangstelling verschuift. Eind vijfde eeuw vond de desintegratie van het West-Romeinse staatsapparaat plaats en ontstonden opvolgersstaten die eind zesde eeuw pseudo-etnische namen kregen als  “Frankisch” of “Ostrogotisch”. In de negentiende eeuw was men geobsedeerd door eenheidsstaten en dus vond men de in de vorige zin genoemde gebeurtenissen rond 500 belangrijk. Tegenwoordig kijken we minder naar de eenheidsstaat en meer naar de economie, zodat een latere cesuur voor de hand ligt. Zouden we religie belangrijk vinden, dan zijn de implosie van het heidendom eind vierde eeuw of de formalisering van de islam eind zevende eeuw relevant. Zoveel hoofden, zoveel zinnen.

Lees verder “MoM | Periodisering en naamgeving”

Naar het middelpunt der aarde

Je kunt de mensheid verdelen in twee groepen: degenen die hun jeugd niet verrijkt hebben gezien door de boeken van Jules Verne en degenen die De reis om de wereld in tachtig dagen, Twintigduizend mijl onder zee en de Reis naar de maan wél hebben gelezen. Het zijn de ultieme jongensboeken, en wie er als puber van heeft mogen profiteren, zal de rest van zijn leven de wereld blijven aanschouwen met verbazing, onbevangenheid en opwinding.

Om mijn Frans op peil te houden, probeer ik elk jaar minstens één zo’n roman te lezen, en dit jaar was het Voyage au centre de la terre, “Naar het middelpunt der aarde”. De plot is overbekend: professor Otto Lidenbrock uit Hamburg en zijn neef Axel ontdekken een oud, in runen geschreven document, waarin een zekere Arne Saknussemm aangeeft te zijn afgedaald in de IJslandse vulkaan Snæfellsjökull, waarna hij de enorme onderaardse ruimtes heeft bezocht. Onze helden maken, samen met de oersterke Scandinavische gids Hans, dezelfde reis en komen uiteindelijk via de Stromboli weer boven. Ondertussen hebben ze allerlei voorwereldlijke dieren gezien, of er – in een schitterend visioen – van gedroomd, en heeft Verne de lezers een lesje geologie gegeven.

Lees verder “Naar het middelpunt der aarde”