M03 | Seleukos’ zorg voor zijn onderdanen

Stèle van Seleukos IV Filopator (Nationaal museum, Beiroet)

Ik vertelde vanmorgen dat koning Seleukos IV Filopator in 178 v.Chr. geld nodig had en daarom zijn kanselier Heliodoros stuurde naar Jeruzalem. Elke koning beschouwde destijds tempels als banken: als je edelmetaal over had, deed je een deposito, en je kon een kasopname doen als je om geld verlegen zat. Joden beschouwden de tempelschat daarentegen als sociaal fonds voor weduwen en wezen. Dit verschil in inzicht leidde tot een stevige rel, beschreven in Tweede Boek Makkabeeën.

Twee inscripties

Twee inscripties helpen het incident te begrijpen. De ene ziet u hierboven. Ze komt uit Byblos en is tot 12 maart te zien op de grote Byblos-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Een grotere versie van de inscriptie is in 2005 ontdekt in Maresha in Israël. Deze tekst was tot vorig jaar opgenomen in de beruchte Steinhardt-collectie. Hoewel het om twee inscripties gaat, gaat het om dezelfde brief. Daaruit blijkt dat de koning in 178 v.Chr. inderdaad kanselier Heliodoros heeft gelast geld op te halen uit de tempels. Het meervoud is belangrijk, want het bewijst dat het niet ging om een maatregel tegen alleen Jeruzalem.

Lees verder “M03 | Seleukos’ zorg voor zijn onderdanen”

M02 | De Heliodoros-affaire

Qasr al-Abd, het paleis van de Tobiaden

[Tweede blogje in een zestiendelige reeks rond Chanoeka, dat dit jaar valt op 18-26 december. Ik begon de reeks hier.]

Hadden de Ptolemaiën in de derde oorlog tegen de Seleukiden hun vijanden nog op afstand kunnen houden, in de vierde boekte de “koning van Azië” al terreinwinst, en in de vijfde, die duurde van 202 tot 195 v.Chr., veroverde Antiochos III de Grote heel Judea. Daarbij lijkt hogepriester Simon de Rechtvaardige, steun te hebben verleend aan de Seleukiden. Dat verdiende een beloning, en toevallig weten we welke. In JosephusJoodse Oudheden is namelijk de proclamatie opgenomen waarmee Antiochos de macht aanvaardde. Daarin bedankt hij de Joden voor hun hulp, belooft hij steun bij de wederopbouw, zegt hij offers toe, erkent hij de Joodse Wet en verlaagt hij de jaarlijkse belasting, een som van driehonderd talenten, tot tweehonderd. De oorlog was verschrikkelijk geweest, maar het pro-Seleukidische beleid van de hogepriester bespaarde de Joden het allerergste.

Aan goede bedoelingen geen gebrek, maar de relatie tussen de Joden en de nieuwe koning liet te wensen over. Toegegeven, de Tobiade Hyrkanos, die zijn vader Jozef was opgevolgd als hoofdbelastingpachter, trok zich terug in zijn luxe kasteeltje bij het huidige Qasr al-Abd in Jordanië (zie foto hierboven). Hij bleef echter de Ptolemaïsche heersers steunen en hield contact met vrienden in Jeruzalem. In feite zat hij te stoken. De Seleukiden waren nooit helemaal zeker van de loyaliteit van hun nieuwe onderdanen. Incidenten bleven niet uit.

Lees verder “M02 | De Heliodoros-affaire”