Perzische bisschoppen

Een schaakspel dat ik ooit in Isfahan zag: links Saladin, rechts Kruisridders.
Een schaakspel dat ik ooit in Isfahan zag: links Saladin, rechts Kruisridders.

Een vriend van me is dol op schaken en grapte ooit dat hij op vakantie ging naar Palermo om daar de Siciliaanse partij te bestuderen. Ik heb hem ervan weten te overtuigen dat hij ook mee moest naar Iran, “naar het Schaaketymologisch Instituut”. Het schaakspel komt immers uit het oude Perzië, en woorden als “schaken”, “mat” en “rokeren” zijn dan ook Perzisch (shah, “koning”; māt, “uitwegloos”; rukh, “toren”). Ik denk dat in het Schaaketymologisch Instituut veel Perzische tapijten liggen, zoals herdersmatten en lopers.

Een loper heet in het Engels “bishop”, en ook dat woord is te danken aan de oude Perzen, al is het niet aan onze taal toegevoegd als schaakterm, maar via een andere weg, namelijk via episkopos: een Grieks woord dat zou kunnen worden vertaald als “toe-kijker”. Voordat het een kerkelijke term was, was episkopos de aanduiding van de inspecteurs in het Atheense imperium.

Lees verder “Perzische bisschoppen”

Bobby Fischer in Reykjavik

De aanleiding tot dit stukje

Veertig jaar geleden speelden de Amerikaanse schaker Bobby Fischer en zijn Sovjet-rivaal Boris Spassky een beroemde tweekamp om het wereldkampioenschap. Hoewel de Koude Oorlog in 1972 wat minder grimmig was dan tien jaar daarvoor, stond er politiek wel het een en ander op het spel. De pers zou zeker vergelijkingen trekken tussen het intellectueel peil in kapitalistische en communistische landen. Mijn vader volgde de match te Reykjavik op de voet en vertelde op een ochtend dat Fischer in de laatste partij wel acht zetten vooruit had gedacht.

Dat heb ik altijd een machtig mooie opmerking gevonden. De suggestie dat hier de toppen van het menselijk intellect worden bereikt, was zó sterk, dat ze zelfs na veertig jaar nog indruk maakt op iemand die, zoals ik, niet kan schaken. Sinds 1971 lees ik de schaakrubrieken, puur omdat schaakjournalisten een geheel eigen jargon hebben en in de regel verdraaid goed schrijven. Er zijn literaire prijzen gegeven aan mindere auteurs dan Ree en Pam.

Lees verder “Bobby Fischer in Reykjavik”