Perzische bisschoppen

Een schaakspel dat ik ooit in Isfahan zag: links Saladin, rechts Kruisridders.
Een schaakspel dat ik ooit in Isfahan zag: links Saladin, rechts Kruisridders.

Een vriend van me is dol op schaken en grapte ooit dat hij op vakantie ging naar Palermo om daar de Siciliaanse partij te bestuderen. Ik heb hem ervan weten te overtuigen dat hij ook mee moest naar Iran, “naar het Schaaketymologisch Instituut”. Het schaakspel komt immers uit het oude Perzië, en woorden als “schaken”, “mat” en “rokeren” zijn dan ook Perzisch (shah, “koning”; māt, “uitwegloos”; rukh, “toren”). Ik denk dat in het Schaaketymologisch Instituut veel Perzische tapijten liggen, zoals herdersmatten en lopers.

Een loper heet in het Engels “bishop”, en ook dat woord is te danken aan de oude Perzen, al is het niet aan onze taal toegevoegd als schaakterm, maar via een andere weg, namelijk via episkopos: een Grieks woord dat zou kunnen worden vertaald als “toe-kijker”. Voordat het een kerkelijke term was, was episkopos de aanduiding van de inspecteurs in het Atheense imperium.

Dit was een kleine kopie van het wereldrijk aan de andere zijde van de Egeïsche Zee: het Perzische Rijk. Er zijn allerlei overeenkomsten, waarvan de voornaamste is dat beide een vloot onderhielden en de lasten daarvoor niet alleen bij enkele havensteden neerlegden, maar omsloegen naar het gehele imperium door belastingen te gaan innen in munten.

Een andere overeenkomst was het toezicht. De Atheners hadden dus episkopoi, die in een bepaald, duidelijk afgebakend gebied een oogje in het zeil hielden. Ze werden aangesteld door het hoogste gezag in Athene, de volksvergadering. Het voorbeeld van de episkopos was de functionaris  die in het Perzisch spasaka heette, “kijker”, die werd aangesteld door de grote koning en toezicht hield op het reilen en zeilen in deze of gene provincie. (In de Griekse bronnen worden deze inspecteurs ook aangeduid als “Oog des Konings”; een toneelschrijver als Aristofanes wist het komisch potentieel van deze naam wel te benutten.) Het aardige is dat episkopos en spasaka niet alleen ruwweg hetzelfde betekenen, maar dat de twee woorden ook dezelfde klank hebben.

Het Nederlands kent wel meer Perzische woorden. Van sommige is dat niet zo verbazingwekkend: ariër, bazaar, derwisj, kaftan, karavaan, paradijs, tiara, tulband en vizier bijvoorbeeld. Van andere daarentegen verwacht je het niet meteen: amber, arsenicum, averij, azuur, baldakijn, bef, cheque, divan, douane, gitaar, jakhals, jasmijn, jungle, kaki, kandij, kiosk, krokus, lak, lila, limoen, magie, mummie, muts, oranje, pistache, pyjama, ranja, rijst, saffraan, spinazie, suiker, talk, tamboer, tapijt, tulp en varaan.

Met schaken hebben deze woorden helaas niet zo veel te doen.

Deel dit:

4 gedachtes over “Perzische bisschoppen

  1. Klaas

    Het staat me bij ooit ergens gelezen te hebben dat “kiosk” en “kepi” uit het Turks tot ons gekomen zijn, net als veel woorden met een “k” in het Frans… Wat is de Perzische oervorm van “spinazie”?

    1. Het Perzische woord voor spinazie was “izbanak”. De ontleningen zijn inderdaad vaak via “tussentalen”, zoals het Arabisch of Turks, maar ook het Engels (“jungle”).

  2. MNb

    Zoals je op de Nederlandse Wikipedia kunt nakijken wordt de loper een enkele keer wel degelijk bisschop genoemd door Nederlandse schakers. Dat is waarschijnlijk aan de invloed van het Engels te danken.

Reacties zijn gesloten.