Domweg gelukkig

dapperstraat_1

Ik fietste zaterdagavond door de Amsterdamse Dapperstraat, waar het, nu de dagelijkse markt voorbij was en de straat was geveegd, opvallend rustig was. Dat bood me de gelegenheid eens te zoeken naar het huis waarop de tekst valt te lezen van het beroemde sonnet waarmee de dichter J.C. Bloem in 1947 dit stukje Amsterdam-Oost vereeuwigde. De eerste en laatste regels behoren tot de beroemdste uit de Nederlandse literatuur.

De Dapperstraat

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.

Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.

Het is natuurlijk niet zo’n heel originele gedachte. Iedereen kent momenten waarop je plotseling, in de alledaagse werkelijkheid, een gevoel van intense harmonie ervaart (zoals hier of daar). Het is prachtig in beeld gebracht in de film American Beauty, die alle mogelijke ellende in de Amerikaanse buitenwijken toont en daar opeens iets tegenover zet van simpele maar universele schoonheid.

Terug naar de Dapperstraat, waar ik zaterdagavond dus doorheen fietste. Ik besloot de tekst van het gedicht te fotograferen. Ik liep naar de overkant van de stille straat, nam mijn camera en zag door de zoeker ineens een plastic zakje, dansend in de wind.

Deel dit: