Verzamelgeschiedenis in Leiden

Tentoonstelling over verzamelgeschiedenis (RMO, Leiden)

Toen Egypte aan Nederland de Taffeh-tempel schonk, was een van de voorwaarden dat het antieke gebouw voor iedereen te bekijken moest zijn. Het gebouwtje staat nu opgesteld in de ontvangstzaal van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar je inderdaad binnen kunt zonder kaartje. Er is ook een cafetaria waar ik graag met mensen afspreek, en de wand achter het tempelgebouw is in gebruik voor een vitrine waarin het museum recente aanwinsten toont, alsmede kleine exposities.

De huidige tentoonstelling, die deze zaterdag is begonnen, is gewijd aan de geschiedenis van twee voorwerpen uit de collectie en heet Hoe Twee Oudheden Egypte Verlieten. Het ene is het beeldje van een vrouw die graan aan het malen is, het andere is een portret van koning Amenhotep III, die u moet plaatsen tussen 1390 en 1353 v.Chr. of wat later. Ik heb het chronologische probleem al eens uiteengezet. De expositie legt dus uit hoe die voorwerpen in het museum zijn gekomen.

Modieus maar niet overbodig

Dat is een beetje een modieuze insteek, maar daarom nog geen overbodige. Het verleden heeft immers niet bestaan op twee momenten, in het oude Egypte en in een museum; het voorwerp heeft een eigen geschiedenis die evenzeer onderdeel is van het voorwerp. Sinds een halve eeuw is daarvoor steeds meer aandacht. De directe aanleiding is dat voorwerpen die illegaal zijn verworven, terug moeten naar het land van herkomst. Dat gaf het herkomstonderzoek de wind in de zeilen, maar het belang is veel groter dan alleen het forensische. Het onderzoek werpt zo nu en dan licht op wat het voorwerp oorspronkelijk is geweest en vertelt ook iets over het Egypte van de negentiende en twintigste eeuw.

Amenhotep III

Wat het voorwerp oorspronkelijk is geweest: het reliëf van koning Amenhotep illustreert dit aspect van onze kenniswinst. Het is al sinds de jaren dertig in het museum, maar inmiddels is duidelijk geworden dat het onderdeel is geweest van een versierde wand uit het graf van een zekere Cheroëf, die ooit de plechtigheden voor ’s konings regeringsjubileum organiseerde. Zo begrijpen we beter wat we zien.

Het Egypte van de negentiende en twintigste eeuw: Mohammed Ali, de Ottomaanse onderkoning van Egypte, vaardigde in 1835 al regels uit voor de omgang met oudheden. Plundering was verboden. Maar de wet werd niet voor iedereen gelijkelijk toegepast. De rijke Britse verzamelaar Montague Ballard, geen professionele archeoloog, kreeg in 1902 toestemming om in Giza te graven en mocht het beeldje van de graanmaalster meenemen. Dit zegt wel het een en ander over de scheve machtsverhoudingen. Herkomstonderzoek werpt zo licht op de koloniale tijd, of althans een aspect ervan.

Graanmaalster uit Giza

Stap in de goede richting

Ik ben blij met de tentoonstelling. De vaste lezers van deze blog weten dat ik al jaren loop te mopperen dat we geen oudheidkundemuseum hebben, dat je – met zo nu en dan een uitzondering – veel te weinig verneemt wat oudheidkundigen nu eigenlijk doen. Deze tentoonstelling is een stap in de goede richting. Of beter: een stapje. Want eerlijk is eerlijk: deze expositie is wel heel braaf.

Het aspect dat ik als eerste noemde, het forensische, blijft onvermeld. Ik denk dat de urgentie beter tot haar recht zou zijn gekomen met voorwerpen die illegaal verworven zijn, zodat je als museum ook in stijl afscheid kunt nemen. De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel hebben open kaart gespeeld over de teruggave van gray ware uit Iran uit het bezit van Louis Vanden Berghe. Met de kennis die we nu van de herkomst hebben, was de strekking, hadden we die niet in onze collectie moeten opnemen. Eerlijk gezegd vermoed ik dat een museum met een grote verzameling zoals de Leidse ook wel iets heeft liggen waarvan men vermoedt dat er een luchtje aan zit.

Maar goed, zo’n voorwerp kan nog eens een eigen tentoonstelling krijgen. De huidige expositie, die nog tot september loopt, is de eerste in een reeks met de gezochte naam “Collectie || Reflectie”. Er zijn meer van dit soort zelfreflectieve tentoonstellingen voorzien. Er zijn ook gespreksavonden gepland; die over de thematiek die op dit moment wordt gepresenteerd, is op donderdag 13 juni en u vindt meer informatie hier.

Deel dit:

2 gedachtes over “Verzamelgeschiedenis in Leiden

  1. Huibert Schijf

    “Dat is een beetje een modieuze insteek, maar daarom nog geen overbodige. Het verleden heeft immers niet bestaan op twee momenten, in het oude Egypte en in een museum; het voorwerp heeft een eigen geschiedenis die evenzeer onderdeel is van het voorwerp.” Je zou ook positiever kunnen zeggen dat de al lang geleden door de antropoloog Arjun Appaduraie geformuleerde gedachte over The social life of things kennelijk nu ook in het Rijksmuseum voor Oudheden is doorgedrongen..

  2. Merit

    Het reliëf van pharao Amen-hotep III is al sinds de jaren dertig in het museum, schrijft JL.
    Maar het is niet gepubliceerd in de RMO gids ‘De Egyptische Oudheid’ 1981, noch in de RMO reeks van de Bataafse Leeuw 1992-1996.
    Het behoort wel bij de online RMO Topstukken.
    https://www.rmo.nl/museumkennis/egypte/de-voorwerpen/hoofd-van-amenhotep-iii/
    Online is te lezen dat men van dit reliëf tot voor kort de herkomst niet wist en men het aanzag voor een kop van Tut-anch-Amon.
    Voorts wordt online vermeld dat egyptoloog W. Ray Johnson ontdekte dat het reliëf uit TT 192 van Cheruëf komt (PM: Kharuef). Men vertelt echter niet waar of in welk tijdschrift Johnson dat publiceerde, een omissie.

    Het is een verbazende ontdekking van Johnson, die nog niet vermeld is op osirisnet
    https://www.osirisnet.net/tombes/nobles/kheru/e_kherouef_05.htm
    Men ziet daar wel een weggehakte rechthoek.

    De ontdekking van Johnson maakt m.i. het reliëf tot een super topstuk, vergelijkbaar met o.a. een reliëf in Berlijn uit dezelfde beroemde (want afbeeldingen in alle kunstboeken over het oude egypte), thebaanse tombe nr 192 van de belangrijke Cheroe.f. die leefde t.t.v. Amen-hotep III
    https://commons.m.wikimedia.org/wiki/File:Relief_fragment_from_the_tomb_of_Kheruef.jpg

    TT 192 is gepubliceerd als OIP102 (Oriental Institute Publications) in 1980 met als titel: The tomb of Kheruef, theban tomb 192.
    Deze voorbeeldige en indrukwekkende publikatie van de Universiteit van Chicago is nu vrij te downloaden van internet!

Reacties zijn gesloten.