MoM | Blinde vlekken

(Zomaar, zonder duidelijke reden, een plaatje van de Enneüs Heermabrug in Amsterdam)

Toen ik afgelopen vrijdag schreef over het komende boek van Marcel Hulspas, Uit de diepten van de hel, stelde Peter Flipkens de vraag hoe ik een geschiedenisboek kon aanprijzen dat was geschreven door een journalist die van huis uit sterrenkundige is. Temeer omdat ik classici zou verketteren omdat ze geen historische opleiding hebben genoten.

Tegen de tijd dat ik het las, had een van de meubelstukken van deze blog, FrankB, al een antwoord gegeven. Als een wetenschapsjournalist goed werk aflevert, zo schrijft FrankB, zal Jona het prijzen, en als Jona classici de mantel uitveegt, is het niet omdat ze geen historische vakopleiding hebben genoten

maar omdat ze prutswerk hebben afgeleverd. De voor de hand liggende en meest betrouwbare manier om prutswerk te vermijden is een gedegen opleiding volgen. Maar het is niet de enige manier.

Ik had het niet eleganter kunnen zeggen maar het is niet het hele verhaal. Ik denk dat ik dat het beste kan illustreren met een compliment aan een van mijn docenten.

Ik was Oudheidkunde gaan studeren aan de Vrije Universiteit en dat betekende dat de studenten regelmatig naar de naburige universiteit gingen, de Universiteit van Amsterdam, voor een paar vakken die de VU niet aanbood. Op een onzalig moment hief de UvA die studierichtingen op, ondanks een afspraak met de VU. De VU hevelde de punten die de studenten tot dan toe hadden moeten behalen aan hittitologie en egyptologie over naar de vrije ruimte – met andere woorden: de kwaliteitsnorm  werd naar beneden bijgesteld – terwijl het vak Archeologie van het Nabije Oosten in handen kwam van een docent die we tot dan toe kenden als filoloog, Frans Wiggermann. Die bleek verrotte goed te weten wat hij niet wist en hoewel zijn colleges zich beperkten tot iconografie, liet hij ons wel Redmans The Rise of Civilization lezen. Dat was een van de beste boeken die ik tijdens mijn studie heb gelezen. Bedankt Frans.

Wiggermann wist wat hij niet wist. Dat is echter niet iedereen gegeven. Ik vermoed dat als ik – om terug te komen op de opmerking van Flipkens – aan een hedendaagse classicus zou vragen welk boek over geschiedtheorie zijn oudhistorische collega’s gebruiken, hij niet meteen weet wat hij moet antwoorden. Historici hebben op hun beurt regelmatig te snelle oordelen klaar over archeologen terwijl archeologen niet altijd even goed weten hoe ze moeten omgaan met een geschreven bron.

Ik beweer niet dat het vóór de studieduurbekorting van de jaren tachtig, die ik beschouw als de voornaamste oorzaak van alle problemen, volmaakt was, want dat was echt niet zo. Veel van de toenmalige onderzoekers hadden echter wel een notie van wat hun collega’s deden en kenden hun blinde vlekken. Anders gezegd: kennis van de aangrenzende disciplines was destijds meer dan nu een known unknown. Tegenwoordig is het meer dan vroeger een unknown unknown.

Het beste wat de auteur van een boek over de Oudheid kan doen, is een meelezer uitnodigen. Een Hulspas doet dat dus en ik doe het zelf ook. Ik  heb immers aanschouwd dat de Vrije Universiteit de kwaliteitsnorm naar beneden bijstelde en ik zou een wel erg slechte student zijn geweest als ik daar niet van had geleerd. Mijn eigen Wahibre-em-achet en andere Grieken had als adviseurs vijf archeologen, een specialist in het oude Fenicië, een isotopenonderzoekster, een classicus en een egyptologe (plus twee mensen die met de rode pen langs mijn Nederlands gingen en uiteraard nog de mensen van de uitgeverij). Ondanks aller hulp is het boekje niet volmaakt, maar het had ook slechter gekund.

Het echte probleem zit bij de wetenschapper die denkt dat hij dingen weet. De fouten in Maarten van Rossems boek over de ondergang van het Romeinse Rijk zijn, zoals ik al eens aangaf, te herleiden tot het feit dat hij geen meelezer heeft gevraagd. Ik zal niet zeggen dat journalisten als Hulspas volmaakte boeken schrijven; evenmin zal ik het claimen voor mezelf. Ik zeg wel dat degene die zich niet voortdurend bewust is van zijn beperkingen, risico neemt prutswerk te leveren. Dat kunnen classici zijn, maar ook historici en archeologen. En ook wetenschapsjournalisten en bloggers.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

69 gedachtes over “MoM | Blinde vlekken

  1. FrankB

    “een van de meubelstukken van deze blog, FrankB”
    Een compliment dat ik met een grijnslach in ontvangst neem.

    “een meelezer uitnodigen”
    Tegenwoordig wordt een misdaadauteur nauwelijks nog serieus genomen als hij/zij één pagina of minder wijdt aan dankbetuigingen aan iedereen die hebben geholpen het boek beter te maken. Het wekt mijn verbazing dat zulks in de geschiedkunde geen gemeengoed is. Het ideaal van de Homo Universalis is zooooo vroeg-16e eeuws …..

    1. Ben Spaans

      De gemiddelde Engelstalige monografie heeft gemiddeld 2 pag. vol met ‘acknowlegdements’.

      ‘Meubelstuk’ is heel vaak niet zo’n positieve kwalificatie. ‘X is er nu eenmaal’, ‘de onvermijdelijke X’. Toch mee oppassen, naar de mening van dit meubelstuk.

          1. Henk Smout

            Zojuist natuurfilm over leeuwen gekeken, meen de Nederlandse commentaarstem te herkennen, die heeft o.a. vertaalwetenschap gestudeerd. Pubers noemde ze hardnekkig tieners.

  2. Ik had onlangs een student geschiedenis van de UVA op bezoek die zijn scriptie wilde schrijven over een synthese van de geschiedkundige en taalwetenschappelijke kennis over Ostrogotisch Italië, daarmee dus de kloof overbruggend tussen de geschiedwetenschap en de Germaanse filologie. Een mooie gelegenheid dus om met de student het gesprek aan te gaan over de methodologische struikelblokken. Tijdens ons gesprek werd duidelijk dat het probleem vooral een van framing was. Waar in het geschiedkundige frame dingen als taal, leenwoorden en runeninscripties bijzaken zijn, zijn ze in het filologische frame hoofdzaken die informatie verschaffen die je nooit in de geschreven bronnen zou kunnen lezen. Sterker nog: ik zou zeggen dat als je iets over laatantieke en vroegmiddeleeuwse identiteit wil zeggen, je de antwoorden dan niet bij Gregorius van Tours en Procopius moet zoeken. Maar ja. De filoloog Townend heeft eens gezegd: er zijn twee soorten historisch wetenschapper, zij die in taalkundig bewijsmateriaal geloven en zij die dat niet doen.

  3. jan kroeze

    Ik lees altijd met veel plezier de column van Ewald Engelen over Economie In De Groene. Hij is van huis uit Geograaf, En bij de Psychologie zie je zulks nog veeeel vaker. Iedereen meent z’n eigen psych te zijn en dat mag natuurlijk met allerlei meningen erop en eraan. Of dat helpt weet ik niet, de meeste mensen ken ik nl. niet persoonlijk, maar wat je nu en dan leest in een column of in blog-reactie wil nog weleens vermakelijk zijn. Jij zei iets heel aardigs, nl. een man die goed wist wat ie niet wist, kijk zo iemand moet je lezen, maar hoe kom je daarachter in de gauwigheid?

    1. Psychologen willen nog wel eens behoorlijk uit de bocht vliegen door in de media, bij een zaak die de gemoederen raakt, allerlei aannames en wijsheden uit te kramen over iemand die zij nooit hebben gezien. Denken zij wel degelijk te weten wat ze niet kunnen weten of zijn ze simpelweg te ijdel om hun mond te houden? (En er is altijd wel een krant of een ander medium dat er een podium aan biedt.) Ik kan me daar, als het weer eens zo ver is, behoorlijk aan ergeren.

      1. Rob Duijf

        ‘Denken zij [psychologen] wel degelijk te weten wat ze niet kunnen weten (…)?’

        Ja, dat denken ze Saskia. Er bestaan binnen de psychologie allerlei scholen, met typologieën oftewel mensbeelden en hoe mensen (theoretisch)psychologisch functioneren. Dat doen psychologen overigens niet alleen beroepshalve, maar ook als mens. Net zo als jij en ik, want zo werkt ons brein nu eenmaal. We zitten vòl (voor- en na-)oordelen, labels en ‘vlaggen die de lading niet dekken’.

        Wij hebben allerlei ideeën, beelden, over wie de ander is en wie wij zelf zijn. Daarom zien we onszelf en de ander niet zoals we zijn, maar zoals we dènken dat we zijn. Daarom ook communiceren we niet wezenlijk; we spreken dezelfde taal zonder elkaar te begrijpen.

        Het is de kunst dat mechanisme van beeldvorming te doorzien, door er naar te kijken zoals het zich voordoet. Het onderwerp van onderzoek dat het dichts bij is en dè casus bij uitstek, ben je natuurlijk zelf.

        Dàt zouden psychologen moeten vertellen!

        1. @Rob Duijf: ´Daarom zien we onszelf en de ander niet zoals we zijn, maar zoals we dènken dat we zijn´. Blinde vlekken alom. Een kunstenaar die er sinds zijn academietijd mee worstelde was Giacometti. Hij keek naar zijn model maar kon niet gelijktijdig vastleggen wat hij zag. Er was dus nooit een directe weergave, de waarneming moest op/in papier/doek/klei via de herinnering worden gereconstrueerd. Voor G. persoonlijk was dit een bron van onmacht en frustratie. Er bestaat een verslag van een Amerikaanse journalist, James Lord, die zich tijdens een bezoek aan Parijs door G. liet portretteren. Hij legde het resultaat per sessie stiekem fotografisch vast en beschreef bij iedere foto wat er die sessie was gebeurd: G. jammerend dat het niet lukt, G. woedend en stampend op weg naar de kroeg, G. die bijna het hele doek weer met wit overschildert… het is hilarisch. En dan, op de dag dat Lord weer terug moet naar huis, is het er ineens. Het Portret. Het boekje is nog steeds te koop maar de foto´s zijn kennelijk verloren gegaan en in de herdruk van fotokopieën overgenomen. Daar is dus niks duidelijks meer op te zien. Het verslag blijft uniek. Helaas heb ik zelf de latere versie.

          1. Rob Duijf

            Dat is een leuk verhaal, Saskia. Het was mij niet bekend. En ja, iedere beeldende kunstuiting is een verbeelding van de werkelijkheid, als kunnen fijnschilders als Helmantel verbluffend realistische werken. Hetzelfde geldt voor schilders die de ’trompe l’oeil’-techniek beheersen.

            Het blijft overigens een fantastische vraag of het mogelijk is naar de werkelijkheid te kijken, zonder te registreren en deze te zien zoals deze zich aan ons voordoet.

            1. jan kroeze

              @robduijf: werkelijkheid en registratie, je kan terecht bij de natuurkunde en natuurlijk ook bij FrankB of hoe hij ook heten mag.

              1. “T/m 23 april vorig jaar mnb0”

                Zo lang geleden alweer? De tijd gaat snel!

                Ik was aan het twijfelen gebracht toen FrankB een hoogleraar geschiedenis van de natuurwetenschappen de les las op basis van een kwakgeschiedenis van de filosofie, Van een nieuweling op dit blog kon ik mij dat voorstellen, maar mnb0 zou beter moeten weten.

                Helaas, heeft Jona’s meubelstuk’ iedere twijfel weggenomen.

              2. Rob Duijf

                ‘werkelijkheid en registratie, je kan terecht bij de natuurkunde (…)’

                Nee Jan, zo simpel is het niet. De natuurkunde zal je geen bal verder helpen en FrankB ook niet. Als hij dat al zou willen.

                We denken het ongekende door het gekende te kunnen begrijpen, maar dat is niet zo. De werkelijkheid is geen theorie. Als je de werkelijkheid wilt begrijpen, dan zul je je moeten ontdoen van beperkte theoretische ballast. Met begrijpen bedoel ik niet intellectueel begrijpen, maar begrijpen als inzicht. Dat gaat voorbij aan de theorie.

                Het heeft ook geen enkele zin een ander naar de oplossing te vragen, want hoe zul je weten of de ander gelijk heeft? Zal de blinde zien wie er ziende is? Toch is dat precies wat we doen: de ene blinde leidt de andere. We accepteren liever autoriteiten en lopen het risico misleid en belazerd te worden, dan dat we zelf op onderzoek uitgaan. Dat vergt wel een scherpe, kritische, onafhankelijke, open geest.

            2. jan kroeze

              Rob; kunst als verbeelding van de werkelijkheid, het kan, het mag maar het hoeft zeker niet. Een wit vlak geschilderd hoeft geen sneeuw te zijn. Als je sneeuw schildert is vaak relatief weinig wit nl. In zo’n geval schilder je naar de werkelijkheid.De jaren 70 vorige eeuw hebben prachtige abstracte werken voortgebracht, vaak minimal art. Wat zou Rembrandt gedaan hebben als ie nu geleefd had? Misschien wel video gemaakt, zou me niet raar in de oren klinken. Denk ook aan Donald Judd, die kastjes van hem! Overigens spreken over kunst is gelijk de vraag wat kunst is, ook daarin vele scholen, onder andere: kunst is kunst wat jezelf als kunst wenst aan te merken. Vind ik een fraie.

            3. @Rob Duijf: Kunstuitingen noodzakelijk als verbeelding van de werkelijkheid, daar heb ik nooit iets van begrepen. Het kan, maar het hoeft niet. Een schilderij bijvoorbeeld is in essentie een hoeveelheid verf op doek, paneel of een andere drager (de verf op haar beurt is een mengsel van een vuller en pigment). Dat schilderij kan volledig abstract zijn zonder enige verwijzing naar de werkelijkheid. Of het kan een gedroomde werkelijkheid weergeven, zoals het werk van Jona´s scapegoat Chagall. Of een het kan een minutieuze weergave van de werkelijkheid zijn a la Helmantel. Als je echt naar een werk van Helmantel kijkt zul je zien dat het niet de werkelijkheid an sich is die het een ´goed´ schilderij maakt, maar de manier waarop hij die werkelijkheid manipuleert. De lichtval, de sfeer, allerlei onbenoembare zaken uit des schilders trukendoos. Bij Willink is er altijd een soort van dreiging die niet exact te benoemen valt. De tromp l´oeils verrassen ons omdat ze ons op het verkeerde been zetten. Ze doen iets met onze beleving van de werkelijkheid. Een (figuratief of abstract) schilderij -of andere kunstuiting- zonder die onbenoembare factor, daar loop je aan voorbij, dat ´pakt´ je niet. Afgezien natuurlijk van de culturele informatie die je in de figuratieve uitingen vinden kunt: kleding, menstypen, gebruiksvoorwerpen etc.
              De werkelijkheid zien zoals die zich aan je voordoet, dat lijkt me een hele lastige. Want als je niet interpreteert blijft het een platte chaos op het netvlies en zo zit de mens niet in elkaar. Wij zijn verhalenbeestjes: zonder verhaal zijn we verloren. Dus zullen we als de donder een verhaal verzinnen bij wat zich ook aan ons voordoet. Bij de de tromp l´oeil vertellen we onszelf onmiddellijk dat het gezichtsbedrog is, anders klopt ons wereldbeeld niet meer. Een mens is te nietig voor de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet. Wij moeten benoemen en interpreteren.

              1. Rob Duijf

                ‘Een mens is te nietig voor de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet. Wij moeten benoemen en interpreteren.’

                Zeker. Het denken is begrensd en daardoor beperkt. Praktisch gesproken moeten we benoemen en interpreteren, al is het maar om te kunnen communiceren. Helaas zien we niet in, dat die instrumenten voortkomen uit het denken en daardoor ook beperkt zijn. We houden abusievelijk onze interpretaties voor de werkelijkheid in plaats van de werkelijkheid zelf.

                Denken is nodig om als mens praktisch te kunnen functioneren, maar niet meer dan dat. Het is dan ook een buitengewoon interessante vraag of het babbelaartje in onze bovenkamer – een manifestatie van het denken waarvan we abusievelijk aannemen dat het een ‘ik’ is die denkt, met al zijn oordelen – even zijn snater kan houden, als hij niet praktisch nodig is. En wat gebeurt er dan als het denken zwijgt?

                Om daar achter te komen zul je naar jezelf moeten kijken, je zult het moeten onderzoeken, want achteroverleunen in de canapee van de psyche en zeggen dat het onmogelijk is, is bij voorbaat gemakzucht.

              2. Rob Duijf

                ‘Wij zijn verhalenbeestjes: zonder verhaal zijn we verloren.’

                Met het woord ‘verloren’ sla je spijker op z’n kop! Maar ook dit is niet meer dan een aanname, een idee. En wat gebeurt er vervolgens? We worden bang van wat we zelf hebben bedacht. We laten ons leiden door illusies. Nog voordat we ook maar iets hebben ondernomen, hebben we onze mening al klaar… Ik verzin dit dus niet, hè. Je kunt gewoon bij jezelf observeren hoe het werkt. Waar ben je zo bang voor?

        2. jan kroeze

          @robduijf:Ik zou willen weten wat je ermee wint om jezelf als casus van onderzoek te maken Je weet bv. niet of dat dichtbij zijn ook echt aan de hand is. Kun je nooit weten volgens mij. Handiger is kijken naar een ander. In levende lijve dus, niet via boeken, verhalen os wat dan ook. Ik herinner me nog dat de groningse hoogleraar psychiatrie van den Hoofdakker (hij dichtte onder de naam Ruger Kopland) Diekstra aanviel terwijl H.akker op vakantie was ergens. Hij fakkelde Diekstra bij z’n enkels af als persoon. En hij had de man nog nooit gezien, je zal bij zo iemand op z’n spreekuur komen, dank je feestelijk. Hij had beter een gedicht kunnen gaan schrijven en met Rawie bv. lekker in de kroeg gaan zitten zuipen.

          1. Rob Duijf

            ‘Handiger is kijken naar een ander.’

            Nee Jan, dat is helemaal handiger, omdat je de ander niet ziet zoals hij is, maar zoals je denkt dat hij is, ook als deze of gene in levende lijve voor je staat.

            Het mechanisme van beeldvorming speelt zich af in JOUW hoofd en het kleurt je waarneming. Dus als je dr ander werkelijk wilt zien, zul je eerst moeten doorzien dat je oordeel je uitzicht belemmert. Je zult je ramen en deuren wijd open moeten gooien voor de ander, zodat hij bij je binnen kan komen.

            ‘Ik zou willen weten wat je ermee wint om jezelf als casus van onderzoek te maken’

            Niet alleen belemmert je oordeel je uitzicht, maar ook je inzicht. Dat is zelfkennis. Je kunt het van niemand leren, er is geen truukje voor. Je zult het zelf moeten ontdekken door er naar te kijken. Doe je dat niet, dan ben je psychologisch gesproken blind.

              1. @robduijf: deuren en ramen openen, een aantrekkelijk idee maar die ander zit dan met hetzelfde probleem, ook hij kijkt naar iemand waar ie zo goed als niks van weet.
                Als je psychotherapeut wilt worden is het handig om een tijdje in analyse te gaan. Iedereen weet onderhand wel dat hetgeen Freud ooit beweerde niet kunt toetsen, maar als het helpt, helpt het. Als je beter wordt van het drinken van slootwater dan doe je dat, maar dat betekent nog niet dat een ander er wat aan heeft.
                Wat die zelfkennis betreft, hoeveel mensen, welk percentage beschikt over zelfkennis? Ik vermoed dat dat onder de nul % ligt. IK heb gewerkt in een bedrijf, nou je openstellen voor anderen was zo nu en dan een uitnodiging om je weg te laten schoffelen, en daar had ik toen geen zin in. Momenteel interesseert het me niet meer, al in geen jaaaaren in feite. Ramen en deuren, je theorie klinkt prima, maar of ze werkt?

              2. Rob Duijf

                @jan Kroeze

                ‘Wat die zelfkennis betreft, hoeveel mensen, welk percentage beschikt over zelfkennis?’

                Volslagen onbelangrijk.

                Er is maar één vraag die er werkelijk toe doet en dat is of JIJ over zelfkennis beschikt. Niet theoretisch: ‘ik ben zus of zo, dit of dat’, maar feitelijk jezelf zien zoals je bent in reactie. Doe je dat niet, dan leef je als een kip zonder kop.

                Even voor de goede orde: dit vingertje wijst in de eerste plaats naar mezelf.

              3. Rob Duijf

                @jan kroeze

                ‘deuren en ramen openen, een aantrekkelijk idee’

                Nee Jan, als het niet meer is dan een ‘aantrekkelijk idee’ is het van nul en generlei waarde.

                Je weet pas wat het is, als je het doet. Als je wilt weten hoe het is om op de Mount Everest te staan, moet je de berg beklimmen. Dan weet je het.

                Wij beklimmen echter de bergen van onze psyche niet, noch dalen we af in zijn kloven en spelonken. Waarom niet?

                Het is intriest dat de ene mens de andere mens omver meent te moeten maaien, zoals zo vaak in werksituaties gebeurt. Ben je echter in staat wat meer afstand te nemen, dan zie je dat beide partijen uiteindelijk het slachtoffer zijn van hun eigen ego.

                Afstand nemen is het beklimmen van je innerlijke Mount Everest. Van daaruit heb je een verbluffend uitzicht… Je moet het wel doen, anders blijft het niet meer dan een aantrekkelijk idee…

    2. Vladimir Stissi

      Jan, als er iemand is die niet weet wat hij niet weet is het Engelen wel, die zowel qua basis-feitenkennis als waar het om economie gaat regelmatig de plank gigantisch misslaat, of zelfs totaal geen idee lijkt te hebben waar hij het over heeft.

      1. jan kroeze

        @vladimir: economie gaat over mensenen die feiten van economen mankeert van alles aan. men zou toch op z’n minst de grote crisis van 2007/8 hebben kunnen voorspellen In de 19e eeuw is de economie begonnen als politieke economie en naar mijn mening is dat een juist uitgangspunt durf ik te beweren. De laatste 10 jaar heb ik zo’n meter boeken over economie gelezen en ik ben niet echt wijzer geworden. Vooral de econometrie viel me tegen, schitterende modellen maar ze gaan vaak onderuit lees ik nu en dan. Dus wat moet je ermee. Economie is een vorm van Psychologie mag je gerust zeggen. En voorspellen is een kunst waar de wetenschap enorm mee worstelt. En we willen zo graag voorspellen!

        1. Rob Duijf

          ‘En voorspellen is een kunst waar de wetenschap enorm mee worstelt. En we willen zo graag voorspellen!’

          Is voorspellen wetenschap? Waarom willen we zo graag voorspellen?

          Praktisch gesproken is het handig om vooruit te kunnen kijken op basis van eerdere ervaringen. Zekerheid kun je er echter niet aan ontlenen. ‘In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst’, staat in immers in de bijsluiter van financiële producten.

          Ook psychologisch menen we in ons angstvallige bestaan zekerheid te kunnen ontlenen aan voorspellingen, of we nu een kippenlever lezen, theeblaadjes of koffieprut in een kopje, handlijnen, of de dagelijkse horoscoop. Daarmee gaan we voor onze angst op de loop in plaats van deze te doorzien en te begrijpen en zo houden we de angst in stand.

          1. jan kroeze

            @rob:voorspellen heeft enerzijds te maken met nieuwsgierigheid, willen weten hoe dingen in elkaar steken en anderzijds kunnen wij mensen heel slecht tegen onzekerheid. We willen weten waar we aan toe zijn. IK heb wel eens met beleggers-mannetjes gesproken, ze worden gek als er op de beurs iets gebeurt waar ze absoluut niet zeker van zijn, er moet altijd een Draghi of zo iemand op de achtergrond aanwezig zijn die ze geruststelt. verder vond ik het nogal vermakelijk zulke gesprekken. Ben nog steeds blij dat ik niet rijk ben, mensen kunnen er al helemaal niet tegen om dingen te verliezen, zoiets kan dodelijk zijn.

  4. Rob Duijf

    ‘(…) kijk zo iemand moet je lezen, maar hoe kom je daarachter in de gauwigheid?’

    Niet. Een goede recensent zou je er op kunnen wijzen, maar dan weet je eigenlijk nog niks. Om papagaaienpraat te voorkomen, zul je dus zelf moeten lezen om het te kunnen toetsen. Het is wel handig als je dan wat methodisch gereedschap in je koffer hebt zitten. MoM rijkt dat geteedschap aan.

    1. jacob krekel

      “rijkt dat geteedschap aan”. Ik heb ooit, als antwoord op een kamervraag, uitgelegd dat ik met het woord “rijkwijdte”, dat ik in een Memorie van Toelichting zo had geschreven, bedoelde: het hele Rijk betreffende. Helaas schrapte een humorloze superieur dit antwoord, zodat het de Kamer nooit heeft bereikt.

  5. A. Harmens

    Een goed boek is een goed boek, inderdaad. Ik denk dat het uitmaakt hoe je naar de periode kijkt. Een oudheidkundige of Islamkundige zal eerder hoofdschuddend kijken naar zoveel theologische haarkloverij. Een vroegmediaevist als ik wil meer de apologeet voor deze periode uithangen (ook een blinde vlek, ook niet altijd goed). Zo zie ik de periode ook als een tamelijk vitale, misschien wel dankzij zoveel theologische discussie.
    Recentelijk was ik bij een presentatie waar het Monastic Hill project een Syrische vertaling van Origenistische tekst in een Egyptisch klooster opdiept en gefotografeerd had. Ik zie dan meer de potentie van de periode dan het verval.

  6. Christo Thanos

    Even iets geheel anders:
    Beste Jona, zou je Redmans The Rise of Civilization nog steeds aanbevelen, ook al is dat boek uit 1978? Ik heb de neiging om de boeken die je aanbeveelt meteen te lezen. Lezen om de manier van vertellen of vanwege de archeologische inhoud (beide?)?

    1. Ik weet niet helemaal wat uw achtergrond is, maar Redmans boek toont heel goed wat archeologie feitelijk is. Hoe modellen worden toegepast en zo, hoe je problemen conceptualiseert. Het is zwak over Egypte, maar goed over Mesopotamië. En veertig jaar oud.

  7. @Jona: Het moet een hele geruststelling zijn om naast het waaierende geheel van deze blog met godbetert nog een verwijzing naar Chagall of all people ook een vraag te krijgen over een oudheidkundig boek…

    1. Ach ja. Lotusbloemen bloeien ook boven de modder. De schoonheid van de Oudheid moet gevonden worden achter de Chagalls. Laten wij, gelijk parelduikers, de modder niet schuwen.

      1. Rob Duijf

        Je hebt gelijk, Jan. Ik heb de abstracte kunst over het hoofd gezien.

        Tja, wat is kunst en waarom doen we daar zo geweldig belangrijk over? Loop een willekeurig museum of galery binnen, kijk in het rond en het breinmachientje komt op gang. Je vindt iets mooi, aantrekkelijk, esthetisch verantwoord, ambachtelijk uitgevoerd of juist helemaal niet. Kortom, we hebben er een ooordeel, een mening over. Dat is doorgaans het subjectieve beeldfilter waarmee we om ons heen kijken, dus ook naar kunst. Daardoor missen we essentie.

        Het is een buitengewoon interessante vraag of het mogelijk is om zonder oordeel te kijken. Om die vraag te kunnen beantwoorden, zul je moeten inzien hoezeer beeldvorming een objectieve visie belemmert. Niet theoretisch, maar feitelijk, op het moment dat het zich voordoet.

        1. jan kroeze

          @robduijf: dat is een hele leuke vraag die je oproept, nl kijken zonder vooroordeel. Ik denk dat dat niet mogelijk is.Doet me overigens denken aan dat experiment met mensen die een persoonlijkheidstest kregen voorgelegd. Na afloop kreeg de ene helft de resultaten van de test te hoeren en de andere helft een gestandaardiseerd verhaal, en wat bleek, iedereen herkende zich in het verhaal wat ie te horen kreeg. Psychologen zijn in het algemeen blij met hun instrumenten, psychiaters hebben ook wel instrumenten, maar meestal is het gesprek het belangrijkste (hoewel ik niet meer goed weet hoe de vlaggen er tegenwoordig bijhangen!) Ik ben alweer zo’n 35 jaar met andere zaken bezig, vandaar.

          1. Rob Duijf

            ‘(…) kijken zonder vooroordeel. Ik denk dat dat niet mogelijk is.’

            Kun jij kijken zonder vooroordeel Jan? Niet meteen nee zeggen. Eerst kijken. Als jij niet zonder vooroordeel kunt kijken, betekent dat, dat je bevooroordeeld bent, niet waar? Dus waar is je aanname dan op gebaseerd?

  8. @Rob Duijf: ´Waar ben je zo bang voor?´ Hoe zie je dat voor je Rob: al die mensen die zonder oordeel de werkelijkheid bekijken? Zou er nog iets uit hun handen komen? Zouden we überhaupt nog op deze aarde rondlopen (en zou dat voor die aarde een gemis zijn)?Je kunt als individu trachten zo min mogelijk een oordeel te vellen en dat is een nobel streven, maar het zal maar zeer ten dele lukken. En dan: wat is een objectieve visie? Zijn daarin alle ter zake doende factoren opgenomen en afgewogen of juist helemaal niet? Ik neem aan dat jij doelt op het laatste. Pure registratie, sec.
    Ik weet niet heel veel van alle verschillende boeddhistische stromingen maar ik schat dat jouw idee van de oordeelloze registratie dicht bij de oervorm ervan komt. Maar kijk je naar wat er van geworden is dan kom je ook stromingen tegen die hun zieleheil proberen te verdienen met het draaien aan gebedsmolens, of die zich uitleven in het vermoorden van Rohingya´s. Ik begrijp waarop je doelt maar volgens mij zal het maar in enkele gevallen aan een zeldzaam individu lukken om een glimp op te vangen van het oordeelloos zijn. Ik denk niet dat dit angst is, eerder realisme.
    Ik las ooit iets over een arts die in een oorlogsgebied werkte en dwars door de bombardementen heen stoïcijns zijn werk deed. Het geweld gleed als het ware langs hem heen. Die man kwam denk ik een heel eind in de richting die je bedoelt.

    1. Rob Duijf

      ‘Hoe zie je dat voor je Rob: al die mensen die zonder oordeel de werkelijkheid bekijken?’

      Dat zie ik helemaal niet voor me Saskia, want het is helemaal niet aan de orde. Ga het eerst eens zelf onderzoeken alvorens een oordeel te vormen. Alles wat je hier te berde brengt, zijn niet meer dan aannames en veronderstellingen.

      ‘En dan: wat is een objectieve visie?’

      Een objectieve visie is een contradictio in terminis, want een visie is per definitie subjectief.

      ‘Ik weet niet heel veel van alle verschillende boeddhistische stromingen maar ik schat dat jouw idee van de oordeelloze registratie dicht bij de oervorm ervan komt.’

      Vergeet ze. Je hoeft helemaal niets van wat voor stroming dan ook te weten. Het is op zich niet verkeerd om er kennis van te nemen, maar je moet er vooral niet in geloven, want ze leiden tot niets dan corruptie en (zelf)bedrog. Niemand heeft de waarheid in pacht. Mensen die de illusie hebben dat dat wel zo is, richten godsdienstige stromingen, obscure sektes en bewegingen en politieke partijen op. Ze misleiden zichzelf en de ander en doen elkaar de meest verschrikkelijke dingen aan. Dat is precies wat er in de wereld gebeurt, Saskia.

      Wees dus jezelf tot gids. Een wijze zal je niet leiden, maar laat je op je eigen benen staan en met je eigen ogen kijken. Als je werkelijk een onbekend land wilt leren kennen, dan zul je je reisgidsen dicht moeten slaan en op reis moeten gaan. Dan zie zelf wat is en niet wat een ander wil dat jij ziet. Dan pas kun je er iets over zeggen, eerder niet.

      1. Rob Duijf

        ‘Een objectieve visie is een contradictio in terminis, want een visie is per definitie subjectief.’

        Hier kom ik nog even op terug, want de terminologie schept onduidelijkheid. Als ik stel dat ‘beeldvorming een objectieve visie belemmert’, dan bedoel ik hier visie in de zin van ‘zien’ en niet ‘zienswijze’. Zien is objectief, een zienswijze daarentegen is subjectief.

      2. @Rob Duijf: De opmerking over het oer-boeddhisme maakte ik omdat ik er misschien een soort analogie in kan zien met wat je precies bedoelt, niet als voorbeeld. Maar daarbij kwamen gelijk de voorbeelden om de hoek kijken van de -wat ik maar even noem- excessen van een in principe redelijk denkbeeld.
        Er zit inderdaad niets anders op dan voetje voor voetje verder te gaan in een wereld vol onbekend terrein. Wat ik mis in je verhaal – en misschien is dit bij uitstek vrouwengelul- is een vorm van verbondenheid tijdens die reis.

        1. Rob Duijf

          ‘Er zit inderdaad niets anders op dan voetje voor voetje verder te gaan in een wereld vol onbekend terrein.’

          Ik had het niet mooier kunnen zeggen, Saskia.

          ‘Wat ik mis in je verhaal (…) is een vorm van verbondenheid tijdens die reis.’

          Ik weet niet precies wat jij bedoelt met verbondenheid? Het punt is dat we, zoals we nu leven, helemaal niet verbonden zijn. We denken in termen van ‘ik’ en ‘niet ik’ en dat beïnvloed voortdurend onze waarneming. We voelen ons afgescheiden, eenzaam en geïsoleerd. Daarom gaan we zo naarstig op zoek naar iets dat ons mogelijk kan verbinden, maar dat we helemaal niet kennen. Dus als je wilt weten wat échte verbondenheid is (als het al bestaat!) dan zul je eerst moeten beseffen dat je jezelf isoleert, dat je jezelf losdenkt. Daar waar het denken verdeelt, zoekt het denken verbinding. We moeten dus onze energie niet verspillen met het zoeken naar vereniging, maar beginnen met ontdelen. Inzicht is daarin de actieve factor. Als we stoppen met verdelen, wat gebeurt er dan? Niet theoretisch, maar feitelijk? Ga maar kijken. Weet je, het woord religie komt van het Latijnse ‘re’ en ‘ligare’, herverbinden dus. Dat is van een totaal andere orde dan die al godsdienstige onzin die we dagelijks om ons heen zien gebeuren…

          1. @Rob Duijf: Je wordt alleen geboren en je gaat alleen dood. Maar in de tussentijd ben je wel verbonden met mensen; zou dat niet zo zijn dan zou je geen taal leren, geen socialisatie ondergaan en geen basis aangereikt krijgen om een leven op te bouwen. Kinderen die werkelijk zonder verbinding zijn gaan dood, eventuele wolfskinderen daargelaten, als die al niet alleen in mythes voorkomen. Er is een zekere verbondenheid nodig om genoeg vertrouwen te krijgen om op eigen benen te staan, alleen dan kun je jezelf ‘losdenken’. Afgezien daarvan: denken in ‘ik’ en ‘niet-ik’ lijkt me een in oorsprong westerse opvatting, die wereldwijd als een olievlek om zich heen grijpt. Daar zijn goede redenen voor want ‘wij’ is, net als ‘ik’ overigens, een behoorlijk dwingend concept. Larry Siedentop beschrijft dit in ‘Inventing the individual’ als een zeer geleidelijk proces. Jezelf definiëren als onderdeel van ‘wij’ is volgens hem lang de norm geweest. In de praktijk van het dagelijks leven zal het neerkomen op een soepel laveren tussen ‘onderdeel zijn van’ en ‘losgedacht’, als bewuste keuze. Onthechte hechting dus.

            1. Rob Duijf

              Mensen zijn sociale wezens. We ontwikkelen ons in sociale interactie. Natuurlijk beschikken we over onderscheidingsvermogen. Dat is allemaal heel normaal en gezond. Kinderen beginnen hun leven in volledige afhankelijkheid en leren in hun ontwikkeling op eigen benen staan en onafhankelijk te zijn. Voorzover dat in een complexe sociaalmaatschappelijke setting mogelijk is, want als sociale wezens hebben we elkaar nodig, zeker wanneer we, ziekelijk en oud, weer net zo afhankelijk zijn als in het prille begin van ons bestaan. Dat speelt zich allemaal op praktisch niveau af.

              Dat klinkt allemaal mooi en zo zou het wellicht moeten zijn, maar de waarheid is helaas anders. In de praktijk leven we als mensen helemaal niet sociaal, maar staan we elkaar naar het leven! Sociale zekerheid is geen vanzelfsprekendheid, maar moest en moet nog steeds worden bevochten. En dan te bedenken dat in het grootste deel van de wereld helemaal geen sociale zekerheid bestaat. Hoe komt dat? Waarom accepteren we dat?

              Het werkelijke probleem speelt zich op geestelijk niveau af. Onze innerlijke kwaliteit bepaalt de kwaliteit van ons handelen en dus de manier waarop we met elkaar en de wereld omgaan. We lullen over verbondenheid, maar snijden elkaars levenslijnen af. Daar ligt een belangrijke opgave, namelijk onze kinderen laten begrijpen hoe belangrijk het is om geestelijk onafhankelijk en vrij te zijn. Dat kan natuurlijk alleen maar als we zelf onafhankelijk en vrij zijn.

              Geestelijke afhankelijkheid leidt tot identificatie en groepsvorming, ‘hullie contra zullie’. Waarom doen we dat? Waarom kruipen we bij elkaar, het ene hokje tegen het andere? Die vraag stel ik aan jou Saskia, niet aan je boekenkast.

              Kortom, we zijn praktisch gesproken sociaal afhankelijk van elkaar, maar onze menselijke ontwikkeling kan pas tot volle wasdom komen als we geestelijk vrij en onafhankelijk zijn, ongehinderd door psychische dwangbuizen en ketenen. Kan dat? Dat is een vraag die je niet aan een ander, maar aan jezelf moet stellen. En dat, ik zal het blijven zeggen tot ik mijn laatste adem uitblaas, is zelfkennis.

              1. @Rob Duijf: We begrijpen elkaar wel en niet geloof ik.
                ´Die vraag stel ik aan jou Saskia, niet aan je boekenkast.´ Een zin als een pijl. Hulde! Het moet me wel van het hart dat die boekenkast voor mij een van de hulpmiddelen is om te bepalen waar ik me bevind, waar en hoe ik in dit leven en deze kantelende wereld sta. Want geestelijk totaal vrij en onafhankelijk wordt een mens wat mij betreft pas bij de dood. Er zit altijd wel een plekje in de diamant. Maar dat je bij jezelf te rade moet gaan ben ik volkomen met je eens.
                Ik vind dit een bijzondere discussie.
                Bij zelfkennis hoort ook het besef en de acceptatie van het feit dat zowel jij als ik en ieder ander mens, ondanks boekenkasten, mooie woorden en zelfkennis, behept zijn met een primatenbrein. Of het mogelijk is om daar volledig grip op te krijgen vraag ik me af. Misschien ligt daar ook wel een antwoord op de vraag die je aan mij stelde, en niet aan mijn boekenkast.
                Mens zijn is een ingewikkelde aangelegenheid.

  9. jan kroeze

    Ja, wij mensen hadden simpelweg gewoon in die boom moeten blijven bivakkeren, geen gezeur over allerlei triviaals als klimaat en Brexit.

    1. Rob Duijf

      De mensheid heeft Jan Kroeze voortgebracht en die heeft er samen samen met zijn neefjes en nichtjes een gigantische klerebende van gemaakt! Hoezo triviaal gezeur over het klimaat?

      1. @rob; mij valt op dat deze discussie past in de tijd waarin we leven, nl. voor een groot deel zijn we geïndividualiseerd. Mensen zijn eilanden , zoals ik eerder al schreef over Spinoza. Vroeger kwam dit ook vaak in m’n werk terug, losse elementen op een bv. Ook als Psycholoog of Psychiater werk je met het individu (soms met groepen,maar alla het is goeiekoper).Als researcher werkte ik (allicht) met grote steekproeven.
        ook valt op dat het woord zelfkennis een mantra begint te worden, zeg het 100 keer achter elkaar en de betekenis gaat verloren.Dat is de sterkte van de goeroes uit bv. India waar luitjes graag achter aanhollen (je hoeft niet weg, wie wijs is blijft thuis).
        We maggen d’r n klerezooi van gemaakt hebben maar gelukkig heb ik geen kinderen. ‘Naar mijn mening loopt er al volk genoeg rond op deze wereld en vlgs. mij is dat het grootste probleem. Over klimaat bv. gesproken, misschien helpt het om een ijstijd tegen te gaan. En de CO2 heeft er voor gezorgd dat een deel van de wereld, groter nog dan de VS groen is geworden.Let wel ik ben geen zgn. klimaatontkenner, ze bestaan in feite niet want klimaat is er zo’n 4 miljard jaar ongeveer. Overigens kan ik erg genieten van een dergelijke discussie die we hier ( nb. op andermans blog!) voeren!

    2. Rob Duijf

      Ik heb ook een paar boekenkasten, hoor. En nog een enorme stapel boeken die er niet meer inpast. Daar is op zich niks mis mee. Mensen hebben echter de nijging om als een spons boekenwijsheid op te zuigen; als je er in knijpt, spuiten de citaten eruit. Dat staat allemaal heel erudiet, maar is zonder oorspronkelijkheid van nul en generlei waarde. Met oorspronkelijk bedoel hetgeen dat je zelf hebt verworven door inzicht, in plaats van het napapegaaien van anderen.

      ‘Want geestelijk totaal vrij en onafhankelijk wordt een mens wat mij betreft pas bij de dood.’

      Kijk, dat is een interessante opmerking. Want wie of wat gaat er dood? Denken is een elektrochemisch proces. Het ego is niet meer dan een creatie van het denken, een ‘ik’ die denkt dat hij bestaat (‘Cogito ergo sum’ – Descartes) en die de wereld benadert alsof hij er los van staat. Als het denkproces tot stilstand komt – en dat is wat er gebeurt in het sterven – houdt het ego op te bestaan (tenzij je gelooft in zielsverhuizing en andere flauwe kul). We hadden al eerder geconstateerd dat denken nodig is op praktisch niveau, maar dat het denken – en dus het ego – op psychisch niveau een blok aan het been is. We zijn niet vrij, maar creëeren onze eigen gevangenis. Is het mogelijk om in ons jachtige maar oh zo vluchtige bestaan het denken alleen te gebruiken wanneer het nodig is? Wanneer het denkproces feitelijk wordt doorzien, houdt de ‘denker’ op te bestaan en is de geest vrij. Dat doorzien is kijken zonder een ‘kijker die kijkt’. Je zou het meditatie kunnen noemen, maar ik gebruik dat woord liever niet, omdat het wordt misbruikt en uitgebuit.

      ‘Er was eens een aapje dat zich realiseerde dat hij in een kooi zat en dus niet vrij was. Dat wilde dat aapje niet. Hij rende door zijn kooi, sprong tegen de tralies op, maar wat hij ook deed, hij kwam er niet uit. Uitgeput bleef hij in een hoekje zitten, maar toen hij zijn oogjes open deed, waren de tralies verdwenen. ‘Dit is mijn kans!’, dacht aapje. Maar hij was nog niet opgesprongen of de tralies waren er weer. Toen drong het besef tot het aapje door, dat hij zijn eigen kooitje creëerde. Hij bleef rustig zitten, keek om zich heen en was vrij.’

      1. Misschien dat het aan de tralies lag Rob, maar dat aapje bracht me terug naar een lied wat wij vroeger op de lagere school zongen: ´De gedachten zijn vrij´. En dat is dus net wat jij niet bedoelt!
        Over dit onderwerp kunnen we nog eindeloos doorgaan en de arme Jona van zijn tijd beroven. Ik hou het verder voor gezien maar wil je wel hartelijk danken voor de discussie. Ik zal er nog wel een tijdje op blijven herkauwen! Losdenken: misschien is loslaten wel een beter woord. Jammer dat dat net als meditatie zo´n afgetrapte term is.

        1. Rob Duijf

          ‘Over dit onderwerp kunnen we nog eindeloos doorgaan en de arme Jona van zijn tijd beroven.’

          Inderdaad Saskia, dat ZOU kunnen, alhoewel alles wat we erover zeggen eigenlijk teveel is (ik zal dat hieronder uitleggen). Het grappige is, dat je dit óók zou kunnen zien als de ‘historie van het zoeken en onderzoeken’ en die is al zo oud als de mensheid. Dat past weer prachtig bij dit blog! Als je in het brein kijkt, niet klinisch fysisch, maar feitelijk, dan kijk je vele duizenden jaren terug in de tijd, vèr voorbij de geschreven bronnen. Ons brein is geëvolueerd, maar onze psyche niet…

          ‘De gedachten zijn vrij’ is een mooi protestlied vanuit een filosofisch concept dat iets zegt over het verzet tegen walgelijke politieke en geestelijke repressie en indoctrinatie. Psychologisch gezien klopt het echter niet, omdat het denken begrensd is en uit het concept ‘vrijheid’ een gevangenis creëert, waarin de arrogantie van vooringenomenheid en betweterij – ons ego – zit opgesloten. Het betekent ook dat een geest die werkelijk vrij is – dus vrij van ego – nooit kan worden geknecht en dat klopt psychologisch weer wel (dat is paradoxaal, maar aan de grenzen van het denken komen we wel meer paradoxen tegen).

          Het ene zegt iets over de beperktheid van het denken, het andere lijkt iets te zeggen over de kwaliteit van hetgeen aan de grenzen van het denken voorbijgaat en dus niet door het denken kan worden gekend. Je kunt er allerlei synomiemen voor bedenken, maar over het wezen, de aard of het zijn van die kwaliteit kan alleen maar onzin worden uitgekraamd (inclusief het wel- of niet bestaan ervan, of de mogelijkheid dan wel onmogelijkheid om het te ontdekken; we weten er simpelweg helemaal niets van).

          Het is dus buitengewoon interessant om feitelijk te onderzoeken wat er zou kùnnen gebeuren, wanneer we ‘de deur’ van onze zelfgecreëerde gevangenis wagenwijd openzetten en zicht hebben op wat ‘daarachter’ schuilgaat. Zodra we er echter de vinger op proberen te leggen, gooien we de deur weer dicht. Door de deur open te zetten, kan die onbekende Werkelijkheid zich aan ons openbaren en is er verbinding. Dat mag je wat mij betreft ‘religie’ noemen (van ‘religare’ = herverbinden) of voor mijn part ‘mystiek’, maar het heeft allemaal niets te maken met de hele corrupte rimram van godsdiensten met hun geestelijken en hun ‘heilige’ boeken en rituelen. Er schuilt geen Waarheid in woorden; de waarheid is, dat er over de Waarheid geen jota valt te zeggen. Zo kijken is het oplichten van de sluier, maar het mysterie zal blijven bestaan, onaangetast en onbezoedeld door het corrupte denken. Je zult nooit kunnen zeggen wat het is, maar je kunt wel zeggen wat het nìet is: dit dus.

          ‘Losdenken: misschien is loslaten wel een beter woord.’

          Inderdaad. De ‘losdenker’ is het denken zelf. Dat geldt overigens ook voor de ‘loslater’. Het feitelijke loslaten komt neer op waarnemen, observatie zonder vooringenomenheid. Daar zijn geen technieken voor en je kunt het van niemand leren, al laten we ons van alles wijsmaken en worden we door de ‘éénogige koningen’ – zij die met één oog open slapen – in deze wereld schandalig opgelicht en uitgebuit. We laten het gebeuren, omdat we ziende blind, horende doof en sprekende stom zijn, tastende in de duisternis die we zelf creëeren.

          Een van paradoxen van de Chinese wijsgeer Lao Tze is ‘Wu wei’ (‘Doen door niet te doen’). Overigens moet je alles wat er later aan groteske onzin aan Lao-Tze (en andere wijzen) is opgehangen onmiddelijk vergeten; de onwijzen gaan er doorgaans met de wijsheid vandoor. Laten we vooral ophouden met napraten en navolgen, maar het beste instrument dat we hebben – ons brein! – aanscherpen en beginnen met zelfonderzoek. Die kwaliteit van vrijheid werkt door in al ons doen en laten en dat is het begin van ware wetenschap.

          1. ´Hetgeen aan de grenzen van het denken voorbijgaat´: daar kun je inderdaad geen zinnig woord over zeggen Rob, hooguit er met woorden omheen cirkelen. Zo´n discussie woelt van alles los en er komt van alles opborrelen. Het doet me een beetje denken aan de periode dat ik na het erven van een viool op latere leeftijd vioolles kreeg. Alles was nieuw, ook het notenschrift. Als ik dan vanuit de e-snaar moeitevol de melodie had gereconstrueerd klonk die als een bijl op een houtblok. Maar ´s avonds als ik de afwas deed, met het verstand op nul, hoorde ik dan ineens hoe die melodie bedoeld was. Iedere keer weer een wonder! Stomme klussen helpen me bij het dempen van het denken heb ik gemerkt. Het buiten de tijd vallen overkomt je ook tijdens sommige fases in het creatieve proces.

  10. Klopt en dat is al erg genoeg maar had niet gehoeven. Natuurlijk kan je ophouden met het leven dat je leidt maar nu ik hier nu toch eenmaal aanwezig ben blijf ik maar.
    Nohmaals dat vooroordeel, okee ik zeg geen nee, maar ik kan het proberen, en toch kom ik telkens tot de ontdekking dat het niet lukt. Vanaf je geboorte wordt je hoofd volgestampt met van alles, vooral veel weetjes. Je hele leven jengelen met waar is dat voor en waarom is dat enz.Zonder kan ik niet eens.en het resultaat is dat je niet bewust (onbewust vind ik zo’n lelijk woord, laat staan het onbewuste) meteen en direct gedachten en/of spoken in je hoofd krijgt die je probeert opzij te zetten wat niet altijd lukt. Bewustzijn is veel en veel ingewikkelder dan we misschien wel denken, sommigen denken aan bepaalde fysische substraten maar of dat waar is weet je niet.
    Wat dat klimaat betreft, dat wisten we 100 jaar geleden toch ook al? En zeker in de jaren 50 en 60! IK houd me verre dergelijke onderwerpen, vooral als je beseft dat in de tijd 1000 jaar niks is.
    Ik lees met veel plezier een paar maal per jaar het tijdschrift van de GEA, die amateurgeologenvereniging. Als 14-jarige zat ik te wroeten in een afgraving (in Twente kon dat, waar ik nu woon is er slechts zand, iets voor echte liefhebbers).
    oh ja: @robduijf

    1. Rob Duijf

      ‘Wat dat klimaat betreft …) IK houd me verre van dergelijke onderwerpen (…)’

      Het naakte feit dat jij bestaat, maakt dat je een ecologische voetafdruk achterlaat, Frank en al helemaal als vertegenwoordiger van de westerse samenleving. Dat je geen kinderen hebt, sust misschien je geweten, maar maakt je niet minder verantwoordelijk. Dus waarom zou je je niet afvragen hoe groot jouw voetafdruk is en wat je zelf kunt doen om deze een beetje kleiner te maken?

  11. jan kroeze

    ik heb je een bericht gestuurd over oa. zelfkennis maar blijkbaar is dat niet gemodereerd of hoe dat ook mag heten.

      1. Rob Duijf

        ‘Stomme klussen helpen me bij het dempen van het denken heb ik gemerkt.’

        Waarom zou je het denken willen dempen en wie is de ‘demper’ die dempt? Als het denken er is, dan is het er; is het niet dan is het er niet. De ‘demper’ die dempt is een voortzetting van het denken, niet waar? Dat moet dan weer worden gedempt en zo gaat het cirkeltje maar rond. Dus laat maar komen die gedachten en wat ze je vertellen, zonder ze belangrijker te maken dan ze zijn (commentaar: ‘die gedachte wil ik wel, die niet; deze is goed, die niet; blah blah blah etc…), want dat is een voortzetting van het elektrochemische gepruttel in je brein dat we denken noemen.

        En ja, zo kan ook ineens die melodie opborrelen…

    1. Rob Duijf

      ‘(…) meteen en direct gedachten en/of spoken in je hoofd krijgt die je probeert opzij te zetten wat niet altijd lukt.’

      Wie is die ‘je’ die de boze spooksels opzij probeert te zetten? Het denken veroorzaakt die nare gedachten. Die ‘je’ is het ‘ego’ die naar die gedachten kijkt, alsof hij er los van staat. Maar dat is niet zo, want het ‘ego’ is óók het denken en dus onderdeel van het probleem…

      Dat valt niet op te lossen, hoogstens te onderdrukken met een pammetje of een fles. Als die middelen zijn uitgewerkt is het probleem er ook weer. Er zit dus niets anders op dan plaats te nemen in de stoel van je eigen breintheater en de film uit te kijken tot het eind. En het ego dat voortdurend regisseert en recenseert is deel van dezelfde film.

  12. jan kroeze

    Rob, als je het niet erg vind ronden we deze discussie af. Ik zie dat Saskia dat al heeft gedaan. Als we door willen gaan moete we dat doen via onze eigen emails stel ik voor, Jona heeft ze in bezit. Wat vindt jij?

      1. jan kroeze

        Ik vind het goed, kijken waar we uirtkomen. Momenteel lees ik een boek over het iets en het niets. De man haalt een hoop filosofen aan en soms een schrijver (Jim HOLT, Waarom bestaat de wereld?).

Reacties zijn gesloten.