In memoriam Simone Mooij-Valk (4)

Ploeger (Gevelsteen, Stoofsteeg, Amsterdam)

[Vandaag twee jaar geleden overleed Simone Mooij-Valk. Voor het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 2016/2017 mocht ik haar levensbericht schrijven. Het aardige van zo’n tekst is dat je, meer dan in een necrologie in een krant, ruimte hebt om iets over iemand te vertellen. Bij dezen een iets aangepaste digitale versie, waarvan het eerste deel hier is.]

Een energieke oude dag

Simones literaire activiteit beperkte zich niet tot vertalingen. Van haar artikelen is ‘Het afscheid bij de poort’ (in de in 1998 verschenen bundel Receptie van de klassieken X) vermeldenswaard. Ze beschrijft hierin hoe een van de bekendste scènes uit de Ilias – Hektor neemt afscheid van zijn vrouw Andromache en zijn zoon Astyanax – bleef terugkeren in de latere literatuur. Het aardigst is dat Simone oppert dat het soldatenliedje Lili Marleen weleens een van de jongste takken aan deze boom kan zijn. Zulke speelse observaties waren typerend voor haar.

Naast haar literaire bezigheden begon ze zich in de loop der jaren te interesseren voor de geschiedenis van joods Groningen. Ze volgde de restauratie van de synagoge aan de Folkingestraat op de voet en werd bestuurslid van de Stichting Historie Joods Groningen, waarvan zij tot 2012 lid bleef en op het eind voorzitter was. In die functie was ze betrokken bij diverse tentoonstellingen en speelde ze een rol bij de oprichting van een klein gedenkteken op de plaats van de oudste joodse begraafplaats in Groningen. Hiervoor deed ze veel voorbereidend werk en ze had de voldoening dat de kunstenares die zij had voorgedragen om het monument te maken, Bettina Furnée, inderdaad de opdracht kreeg. Zorg voor joods erfgoed, een half dozijn vertalingen en een reeks artikelen, allemaal gepubliceerd na haar afscheid van het Praedinius Gymnasium, gevoegd bij haar betrokkenheid bij de vluchtelingenopvang: ze had geen rustige maar een energieke oude dag.

Daarbij reisde ze veel: Canada, Egypte, Japan, drie keer naar India, een keer naar Peru, en steeds weer naar Italië en naar Griekenland. Ze was niet echt sportief maar wandelde graag door het Griekse landschap. Zwemmen vond ze ook heerlijk. Bijvoorbeeld in een van de talloze baaien van Griekenland, waar ze in 2014 voor het laatst was. Ze hield trouwens evengoed van het overdekte zwembad in Groningen in de buurt van haar huis, waar ze vooral na haar pensionering in de wintermaanden ’s ochtends nog wat baantjes trok. Het betekende veel voor haar en het stemde haar droef dat het tenslotte niet meer ging.

Bij al deze activiteiten hield ze toch altijd tijd voor haar familie, collega’s en vrienden. Ze had het vermogen om vriendschap te sluiten en te onderhouden met mensen die veel jonger waren dan zijzelf. Op zomerse dagen onthaalde ze gasten in de tuin, dikwijls sprekend over literatuur en dan vooral over wat een boek goed maakte. Haar grote literaire liefdes waren, naast de klassieke en de Engelstalige literatuur, Louis Couperus en Thomas Mann. Een bezoek aan Simone en Hans werd overigens altijd opgeluisterd door de katten, waar ze dol op was. In de loop der jaren heeft ze over tien nesten gewaakt. Het was vanzelfsprekend geen toeval dat een van die stoïcijns-onverstoorbare dieren door het leven ging met de naam Marcus.

‘Waarvoor ik dien’

In 2013 overleed haar oudste dochter Jos aan kanker, een ziekte die Simone niet veel later ook zelf bleek te hebben. Haar conversatie en haar liefde voor boeken waren onverminderd, maar de ziekte putte haar uit. Hans trad op als mantelzorger en haar vrienden en kennissen bleven contact zoeken door middel van bezoek, bloemen, brieven en kaarten. Ze overleed op 10 maart 2017, zevenentachtig jaar oud.

Een gedicht dat haar aansprak was ‘De ploeger’ van A. Roland Holst, waaruit ze citeerde toen ze afscheid nam van het Praedinius Gymnasium.

Ik zal de halmen niet meer zien
noch binden ooit de volle schoven,
maar doe mij in de oogst geloven
waarvoor ik dien.

Als dienen, zo beschouwde ze haar leraarschap. Het is niet moeilijk in haar vertaalwerk een verlenging daarvan te herkennen: nu diende ze zowel de lezers als de antieke auteurs. Wie het privilege had gehad vertrouwd te zijn geraakt met de klassieken, had ook een verplichting de samenleving ermee te verrijken. Dat in onze eenentwintigste eeuw de belangstelling blijft groeien voor de Griekse literatuur en filosofie van de Romeinse tijd, is voor een aanzienlijk deel Simones verdienste.

[Met dank aan Hans en Annet Mooij]

Deel dit:

7 gedachtes over “In memoriam Simone Mooij-Valk (4)

  1. Carla

    Dank je wel voor dit indrukwekkende, inspirerende levensverhaal. Het dienen gaat, zo merk ik, door. Mooi. Moge daarmee het vertrouwen in de oogst niet verloren gaan.

Reacties zijn gesloten.