De Delische Zeebond: Athenes imperium

Fragment van de Atheense Tribuutlijst (Epigrafisch Museum, Athene)

Een nieuwe donderdag, een nieuw stuk in mijn reeks over het handboek dat we inmiddels zo goed kennen, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Ik wees er al op dat de auteurs bij hun beschrijving van de Perzische Oorlog dicht bij Herodotos blijven. Ook attendeerde ik erop dat ze zich concentreren op Athene en Sparta, hoewel er meer belangrijke Griekse stadstaten zijn geweest, zoals Kyrene en Syracuse. Het is niet anders. Athene en Sparta zijn nu eenmaal de steden waarover we de meeste informatie hebben.

Als het gaat om het Atheense imperium, komen De Blois en Van der Spek wat vrijer van hun bronnen. Voor de periode tussen de Perzische Oorlogen en de Archidamische Oorlog (dus zeg maar 478-432) beschikken we namelijk niet over zoveel teksten. Alleen Diodoros van Sicilië biedt een volledig overzicht. Het zijn de jaren waarin Athene voor de eerste keer een imperium bouwde; aan het tweede imperium, dat eindigde met een smadelijke diplomatieke nederlaag tegen de Perzen, besteden De Blois en Van der Spek minder aandacht.

Lees verder “De Delische Zeebond: Athenes imperium”

Oude inscripties, digitale technieken

Zomaar een inscriptie: de reparatie van de Lange Muren van Athene (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Het is de Week van de Klassieken. Dat klinkt als ouwe meuk en ouwe grijze mannetjes en dat is wel een béétje waar. Het vakgebied heeft immers vorm gekregen in de negentiende eeuw en draagt daarvan nog wel wat sporen. Terwijl archeologen in de twintigste eeuw hun deelgebied voortdurend vernieuwden, deden de classici het wat rustiger aan. Momenteel worden echter ook deze oudheidkundigen de eenentwintigste eeuw in gekatapulteerd.

De filologie valt traditioneel uiteen in twee delen. Het eerste daarvan is het vaststellen van de precieze tekst. Daarbij kun je denken aan de papyrologie (voor teksten die in de Oudheid zijn geschreven) maar ook aan de bestudering van middeleeuwse handschriften. De andere tak is de uitleg van de teksten, waaraan zowel een talig als een literair aspect zit. Al deze activiteiten zijn momenteel in beweging. Met digitale technieken, waarover ik al eerder blogde (een, twee) is het mogelijk de beperkingen van de menselijke geest te overwinnen en meer informatie uit oude manuscripten te distilleren. Morgen zal ik nog eens bloggen over een heel speciaal geval. De DNA-revolutie heeft de hermeneutische buitengrens doen wegvallen, waardoor enerzijds een schat aan vergelijkingsmateriaal is vrijgekomen en anderzijds een nieuwe taak is ontstaan: zinnige en onzinnige vergelijkingen zullen op een andere manier moeten worden gescheiden.

Lees verder “Oude inscripties, digitale technieken”